Bedoelde u soms?
daey | dedel | deelen | deen | deken | del | dele | dell | deyl | dipl | des | doen | doens | doet | doos | dops | doss | dous | doys | ducs | düss | daem | dalem | diem | doe | doenm | dom | doom | door | dorp | dozy | devel | dever | driel | dubbel | dufel | dunen | duppl | duve | duvels | duven | dyvel

1806 resultaten

Gro(n)duvel | 1363-1374

Rek Rentmeester Kennemerland 811, 809, 812, 816
Achternamenindex

mr Godevert Gronduvel: 1363-1364 van synre pensie 14 £ 8sc (811 fol 18v); 1361-1362: (809 fol 24v) van sijnre pensie van 1362 14 £ 8sc; 1366-1367: (812 fol 23v) mr Goedevert die Gronduvel van sine pensie 14 £ 8sc; 1373-1374: (816 fol 31) idem van zijn wedde van het jaar 1373 12 £ en 14 £ 8sc

Duvel | 1363-1364

Rek Rentmeester Kennemerland
Achternamenindex

Claes Duvel: afterstal van 1362 van Burhem (Vronen) 19sc 9d (811 fol 2v); 1359-1360 (807 fol 9v), 1360-1361 (808 fol 16v), 1361-1362 (809 fol 12v), 1362-1363 (810 fol 7v): land te Vronen 5 £ 6sc 7d; 1366-1367: (812 fol 3v, 11, 16) Claes Duvels wijf, afterstal van 1362, 6sc, land te Vronen 5£ 6sc 2d 2x

Doem | 1592, 1595, 1598

Velius: Chronyk van Hoorn Schepenen p 27
Achternamenindex

schepen in Hoorn: Jacob Teunisz Doem

Does, van der | 1629-02-04

G.A.Amsterdam DTB no 41
Achternamenindex

gedoopt in de Nieuwe Kerk te Amsterdam: Elisabeth, dochter van Symon van der Does en Beatrice Ancelmo; getuige: Samuel Godiu(n) de Jonge

Doem, van | 1447-05-01 (of 1445)

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 484
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Willem van Huekelem oorkondt "dat wij ontfangen hebben van des cloesters wegen van West[er ?]oijen buten Tyel, bij handen Alerts van Doem 6 R gld van onsen tyende van Zandwijc. Welc gelt voirs wij ontfangen hebben ende ontfangen in affcortinge des pachts van der tyende voirs. Gegeven anno 1445 op den Meydach 47" [!]

Doem, van | 1422-02-28

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 421v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: de abt oorkondt dat Evert van den Doem gemaakt heeft tot lijftocht voor zijn vrouw jvr Beatrijs Ghysbertsdochter van den Damme, 8 scaer weyden per jaar in Kriexkamp, in het kerspel van Zoes, belend boven: Ricout Scuep Ricoutsz

mannen: Tyman de Lange, Vrederic van den Voirde

Doem, van | 1425-05-20

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 462v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Evert van Doem maakt aan het convent der besloten zusteren van St Claren in Amestelredam 80 Reynaldus Arnhemse gld eens, te betalen binnen jaar en dag na Everts dood, uit 4 acker land gelegen op ter Beeck in den kerspel van Zoes, belend boven: Willem Jansz erfgenamen, beneden: Henric Stoep, dat onse mangoed is

mannen: Gysbert Godscalc, Tyman de Lange

Doem, van | 1436-02-22

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 269v, 270
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Otto van den Doem draagt op 8 scaerweijen in een stuk land geheten Kriecskamp, strekkende uit de Eme tot aan de Biscopswech toe, belend noord: Ricout Willemsz met ⅓ deel van dezelfde camp, zuid: die scut en Gheryt Jansz; vervolgens wordt Herbert van Palaes beleend, hij maakt het goed tot lijftocht voor zijn vrouw jvr Udell

mannen: Zoude van Rijn, Wessell Zuermont

Doem, van | 1452-06-19

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 148
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Willem van Doem draagt op een stuk erf te Zoest, dat Jacob Scade gebruikte, belend boven: Steven van Zulen van Nyevelt, beneden: de heren van Oudmunster; vervolgens wordt hij ermee beleend tot een goed onversterfelijk erfleen, na zijn dood te komen op zijn 2 dochters Gheertrude en Evert, elk voor de helft

mannen: Heynric Botter, Hugo Bull

Doem, van | 1464

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 174v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Willam van Doem draagt op ½ van 4 morgen veen, onderdeijlt, gelegen in de Soesche Venen, waarvan de andere helft van Ricout Geryt Rutgersz.z is, belend zonnewaarts: Lambert Pijll, zeewaarts: Dirc van Oestrum; vervolgens wordt Dirc van Oestrum met dit leen beleend, tot een goed onversterfelijk erfleen; "Dyrck van Oestrum is doet ende dit heeft ontfangen Willem syn soon"