28 resultaten

Assendelft, van | 1346-06

Reg EL 5 fol 67v en 68r/Bijdr Hist Gen 1901 bl 250
Achternamenindex

lenen gehouden van de graaf van Holland: - G. die Beseghe 1 £ per jaar uit de herfstbede te Assendelf; - een halve hoeve land in het land van Montforde, hem aangekomen na dode van G. Spierings, in het Bloclant op Cortebloclant, belend oost: Philips Jan Spierings broeder; - Reyner Gherytsz 8 made te Akersloot, belend noord: Willem van Ripe, zuid: Willem Yenen; - Wouter die Scriver een weer land in Houteric, 24 made, belend west: Gheret die Groene, oost: Clays Mabelienz

Gael | 1447-01-18

NHA Coll Groesbeek
Achternamenindex

hertog Philips beleent Floris Gael met [Tetrode]: d) een camp van 2 morgen ten zuiden van de laan van Floris Gael, oost: Gerard van der Meer Jansz en die bagynen uit die Wyk [Beverwijk], zuid: Pieter Reynersz, west: Gellert die Groene en Jan van Schoten, e) ½ morgen [in Tetrode], noord: de boomgaart van Jan Lauwersz en Gerrit Pietersz van Bennebroek, oost: de Singel [stdsvest], zuid: de laan van Pieter Reynersz, west: de bagynen uit de Wyk

Abcoude, van | 1247-12-01

De Geer I p 278
Achternamenindex

broeder Gysbrecht van Ruwiel verklaart met toestemming van zijn vrouw Goede, van zijn zoon Loef en overige kinderen en erfgenamen, voor een schuld van 60 Utrechtse £ aan het Duitse Huis te Utrecht, in onderpand gegeven te hebben een tiende van drie hoeven lands, gelegen onder Jutphaas tussen de Groene Weg, die strekt naar het huis van domina Giselbertis de Sulen en de goederen van de kinderen of erfgenamen van heer Hendrik van den Velde, welke hoeven hij van heer Ysbrand van Lent, ridder, in leen hield

Bies, van der | 1534-12-06

R.A.H. Coll Aanw 118 Caput ZH fol 277, 299, fol 278, 299v
Achternamenindex

leenmannen van Holland oorkonden dat heer Lodewijk van Praet geseyt van Moerkercken, ridder, opdroeg t.b.v. Willem van der Bies Jansz, 22 morgen land gelegen in den houffslagh binnendycs in den Pietershouck [Puttershoeck ?], belend noordoost: Gheen Luyten, oost: Willem van Drenckwaerde, noord: de dyck, zuidwest: de Groene dyck, zuidoost: Staets Govertsz. Met het verzoek willem van der Bies hiermede te belenen. Op 1535-01-27 oorkondt Karel dat hij Willem Jansz van der Bies hiermede beleend heeft, te houden tot een onversterfelijk erfleen. Het einde en de datering ontbreken, deze vindt men op fol 279v

Staetst Govertsz, Willem van Drenckwaerde Bouwensz, Govert Staetsz, leenmannen van Holland; 1535-01-127: mr Reynier Brunt, onse Raet en Proc. Gen, Jan Hendricsz, ontfanger van onse exploicten, Cornelis Barthout Jansz, Willem Pietersz Criep, leenmannen

Bake | 1408-12-23

Cartul Marienweerd p 369
Achternamenindex

de abdij Marienweerd verkoopt aan heer Henric van Naeldwijc, ridder o.a. 38 morgen land, deels gelegen in Wateringhe deels in Naaldwijk, belend oostzijde: Dirc van Duvenvoerde, zuid: die Lierwech, west: de Nyewech, noord: de heren van St Johannes, Gheryt Bake en Johan Wermboutsz. In Zantambacht: - 1 morgen land, belend oost: de Groene wech, zuid: Johan Petersz, west: de Maasdijk, noord: Dirc Heynmansz en Johan Brantsz;- 2 morgen in gemengde aarde met Dirc van Eemskerc, heer Zadelboghe en Florens Jan Broetsz; - 3morgen belend oost: de Vlietweg, zuid: Johan Willemsz van Naeldwijc, bastaard, west: Johan van Croft, Noord: het kapittel van Naeldwijc. In Lierambacht 20 morgen, belend oost: de banwetering, zuid: Johan Willemsz, west: de banweg, noord: de Monikenlaan. Verder nog genoemd als belendingen in Zantambacht: Johan Pynaker, Johan Loef en in Naaldwijk: Margarethe Johan Cayseers

Zwager | 1422-06-21

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 117
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Beatrijs Jacob Henric Zwagerszsdochter wordt binnen jaar en dag na dode van haar broer Ricoud Jacob Henric Zwagersz.z beleend met: 1) hofstede in het kerspel van Zoes, belend oost: Jacob van Zulen, west: Peter Werrinc, 2) land gelegen boven de kerk, oost: Jan Camp, west: Dirc Noteboem, 3) stuk land, zeewaarts: Dirc Noteboem, zuid: Peter Werrinc, 4) hofsteden oost: Jan Camp, west: Gerrit van Heze, 5) stuk land bij de Groenen wech, oost: Henric Gout, west: Ysac Evert Staelsz, 6) stuk land gaende van de Groene wech aan het Haetvelt toe, oost: Gysbert van Hagenouwen, zeewaarts: Peter van der Tanghe, 7) stuk land, oost: Peter Gout, west: de heer van Abcoude, 8) stuk land strekkende an den Baernwech, oost: Evert Bot, west: Wouter Willemsz, 9) stuk land gelegen an den Baernwech, landwaart: Willem Nagel, zeewaart: Ricout Stevensz; Beatrijs wordt met dit leen beleend; boven staat: "voor haar gehult Dirc Allaertsz de cuper hoer getruwede man" (vgl 1434-06-04)

mannen: Willam Henricsz, Aelbert van Baern

Zijl, van den | 1422-12-12

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 459
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Geryt van Damassche oorkondt dat Dirc Meeusz en zijn zuster Yde hun moeder Feynse van den Zijl Hubertsdochter de naehant maakten aen sulke goeden als hierna beschreven staan: 1) ¼ deel van een hoeve land in het kerspel van Zoes met een hofstede en 2 mud rogge, van den Brenck tot aan Jacop van Nievelt, en tot aan Dirc Stevensz, belend zonnewert: Lambert Tuer, zeewert: Dirc Stevensz, 2) 3 scepel land strekkende aan de Groene wech, belend zonnewert: de heren van Oudmunster, zeewert: Gysbert Woutersz, 3) 2 scepel land strekkende tot aan de Barenschen wech, zonnewert: Willem Jacopsz, zeewert: de heren van Oudmunster, 4) 1 scepel land over den Barenschen weg, tot aan Willaem Jacobsz van den Doem en Gysbert van Hagenouwen, zonnewert: Isaac Evertsz, zeewert: Gysbert Woutersz, 5) "dat nederlant", van den Brenck aen des heren maet, belend zonnewert: Willem Woutersz, zeewaert: Wouter Muschenz

mannen: Bertelmeus Dircsz, vader van Dirc en Yde, Tyman de Lange

Weteringe, van der | 1463-03-26

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 170v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Meeus Jacobsz van der Weteringe draagt zijn leen op: 1) ¼ deel van een hoeve land in het kerspel van Zoes met een hofstede en 2 mud roggeland, van den Brinck tot aan Jacop van Nyevelt, en tot aan Dirc Stevensz, belend zonnewaarts: Lambert Tuer, zeewaarts: Dirc Stevensz, 2) 3 scepel land strekkende aan de Groene wech, belend zonnewaarts: de heren van Oudmunster, zeewaarts: Gysbert Woutersz, 3) 2 scepel land strekkende tot aan de Baernsche wech, zonnewaarts: Jacob Willemsz van den Doem, zeewaart: de heren van Oudmunster, 4) 1 scepel land over den Baernsche weg, tot aan Willem Jacobsz van den Doem en Gysbert van Hagenouwen, zonnewaarts: Isack Evertsz, zeewaarts: Gysbert Woutersz, 5) "dat nederlant", van den Brinck tot aan des heren maeth, belend zonnewaarts: Willem Woutersz, zeewaarts: Wouter Muschenz, met alle toebehoren, behalve het veen; vervolgens wordt Eese, zuster van Meus en vrouw van Jan Brant, ermee beleend; Jan Brant doet hulde en manschap voor haar; "item Jan Brant filius ejus habet"

mannen: Gysbert van Hamelenberge, Pouwels van Malsen