29 resultaten
Lecke, van der | 1335-05-24
Reg Hann p 231, p 13
Achternamenindex
Pieter heer van der Lecke, ridder, pacht voor zijn leven en dat van zijn zoon, heer Henric van de Lecke, ridder, van heer Sweder van Boetselaer, kanunnik en scolaster ten Dom, de grote tienden in de parochie van Leckerkerk tegen 15 £ per jaar; 1335-05-26: Hendrik pacht alle grove tienden in Lekkerkerk van het kapittel van Oudmunster
Abcoude, van | 1314-08-05
Regesten Bisschoppen Utrecht no 298
Achternamenindex
de bisschop van Utrecht verklaart dat Jacob van Lichtenbergh, ridder, de grove en smalle tienden in het bovendeel van Jutfaes in het gerecht van Theodericus Scouten, die hij in leen hield van het Sticht, aan de bisschop heeft opgedragen ten behoeve van Florentius [van Jutphaes] proost ten Dom en de proosdij, waarop de bisschop Florentius ermee beleend
Leyenburg, van | 1410-06-23
Reg Arch Kapittel St Pieter Utrecht regest 760
Achternamenindex
het kapittel van St Pieter te Utrecht machtigt Jan van Leyenberch en Jan de Wael om namens hen het geschil met Willem van Buren en Beusichem en zijn oom en voogd Otto, over de pacht van de grove en smalle tienden in de kerspelen van Tricht en Malsen te onderwerpen aan de uitspraak van Aernt van Tricht, proost van StJan te Utrecht
Lecke, van der | 1305-05-26
R.A.U. Arch Kapittel Oudmunster; Arch Kapittel ten Dom te Utrecht
Achternamenindex
Pieter heer van der Lecke, ridder, verklaart dat zijn zoon Hendrick alle grove tienden in Leckerkerck van het kapittel van Oudmunster gepacht heeft, met ratificatie van Hendrik (in margine: 1335); 1335-05-26: Pieter heer van de Lecke, rdder, pacht voor zijn leven en dat van zijn zoon heer Hendrick van de Lecke, ridder, de grote tienden in de parochie Lekkerkerk tegen 15£ per jaar
Cralingen, van | 1281-07-01
Reg Rotterdam en Schieland p 28
Achternamenindex
Henricus, abt van St Paulus te Utrecht, verklaart in cijns leen gegeven te hebben aan Bertholdus, zoon van Theodericus en zijn nakomelingen bij Elisabeth dochter van Gervasius van Keten, de grove en smalle tienden van het Nieuweland in Cralingen, die hebben toebehoord aan Magteldis, dochter van Wiggerus van Cralingen en haar man Alaerdus van Buren, op dezelfde voorwaarden waarop Wiggerus ze in leen had, met ⅕ deel van de tienden van het Oudeland in Cralingen
Swieten, van | 1546-07-20
Arch Kloosters regest 2530/Arch Klooster Rodenburg
Achternamenindex
het Hof van Holland doet uitspraak tussen jvr Johanna van Zwieten vrouwe van Opmeer, eiseres, en het klooster Rodenburch, gedaagde, in een geschil over de grove en smalle tienden op een woning in het Rynegonderblock en op 2 kampen land, aan de toegangslaan van de woning, tussen de Rijndijk en de Meerenburger watering; het Hof handhaaft de eiseres in het bezit van de tienden en veroordeelt gedaagden tot schadevergoeding en in de kosten
Keten, van | 1281-07-01
Reg Rotterdam en Schieland bl 28/93
Achternamenindex
Henricus, abt van St Paulus te Utrecht, verklaart in cijns leen gegeven te hebben aan Bertholdus, zoon van Theodericus en zijn nakomelingen bij Elisabeth dochter van Gervasius van Keten [onder Capelle], de grove en smalle tienden van het Nieuweland in Cralingen, die hebben toebehoord aan Magteldis, dochter van Wiggerus van Cralingen en Alardus van Buren, haar echtgenoot, op dezelfde voorwaarden waarop Wiggerus ze in leen had, en ⅕ deel van de tienden van het Oudeland in Cralingen
Buren, van | 1281-07-01
Reg Rotterdam en Schieland bl 28
Achternamenindex
Henricus abt van St Paulus te Utrecht verklaart in cijns leen gegeven te hebben aan Bertholdus, zoon van Theodericus en zijn nakomelingen bij Elisabeth dochter van Gervasius van Keten, de grove en smalle tienden van het Nieuweland in Cralingen, welke hebben toebehoord aan Magteldis, dochter van Wiggerus van Cralingen en Alaerdus van Buren, haar echtgenoot, op dezelfde voorwaarden waarop Wiggerus ze in leen had, met 1/5 deel van de tienden van het Oudeland in Cralingen
Borssele, van | 1449-09-10
Berigten Hist Gen IV p 93/Arch Nyenrode afschrift
Achternamenindex
hertog Philips geeft aan Frank van Borssele de hoge heerlijkheid van ter Lucht, zijnde een zandige heide en onbewoonde duinen, nabij Noortigerhout aan zee gelegen, waarvan Frank de ambachtsheerlijkheid van de grafelijkheid in leen houdt. De lieden die daar wonen of zich er vestigen, zullen 7 jaren lang vrij zijn van de grafelijke beden, doch de graaf behoudt voor zich aan de heerlijkheid het recht van sonneramete, de klokslag, de zeedrift, het grove wild en de onthouden der gebannen lieden