32 resultaten

Wolf, de | 1425-10-27

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 126
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Ghijsbert die Wolf draagt over 2 acker land in het kerspel van Zoes, strekkende van de brinck in die Eem, belend boven: Ghijsbert Dirck Willamsz.z, beneden: Dirck Stevensz; vervolgens ontvangt Gherijt Jansz van Baern dit goed tot een goed onversterfelijk erfleen; "Item die Birct" [wsch is bedoeld dat dit goed daarna gekomen is aan het klooster in de Birct]

mannen: Ghysbert Godscalc, Jan van Hamelenberge

Beer, de | 1446-07-02

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 145v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Rutger die Beer Jacobsz met zijn oom Jacob Nenninck Rutgersz als voogd, draagt over: 1) dat Cleyne Broeck, belend landwaarts: het goed dat van Evert van Crachwijc was en het goed dat roert in Roedekijnskamp, zuid: Dirck Willem van den goede van Hamelenberge, 2) een kamp land geheten dat Grote Broeck, 3) 2 morgen veen in de cleyne slage in ⅓ deel van het veen an 7 hoeveslagen, belend landwaarts: Vranckenhoeve met de grote slage, zeewaarts: die grafte die in Goede Scaels land is, strekkende van Zoesenge in Hezerveen toe; vervolgens worden de broers van Rutger, Jhan en Gysbert, beleend elk voor de helft, behalve de lijftocht van hun moeder Geertruijt aan de Cleijne Broeck; hun oom Jacob Nenninck Rutgersz doet hulde en manschap tot zij mondig zijn

mannen: Jhan van Hamelenberch, Willam Henricsz, Goesen van Scadick

Amerongen, van | 1449-07-04

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 78v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Willem van Huekelem oorkondt dat hij Jacob van Amerongen Jacobsz, met Geryt van Vlueten als gecoren voogd, na dode van zijn oudevader Henrick Jacobsz, beleend heeft met 7 oude Vr scilden erfelijke rente uit de tiende van Bunschoten, behalve de lijftocht van jvr Lysbeth, die vrouw van Henric Jacobsz was, aan deze rente; "item dit heeft Jacob Sloijer Gerytsz"

mannen: Jhan van Hamelenberge, Goessen van Scaedyck

Meern, van der | 1435-06-26

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 426v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Willem van Huekelem oorkondt dat Jutte Willemsdochter van der Meern met haar gecoren voogd Matheus Gysbertsz gemaakt heeft tot lijftocht voor haar man Goessen van Schaic, 2 kampen land geheten die Lijeskamp, bij Amersfoort in die slage

mannen: Henric van Ghent, Johan van Hamelenberge

Weteringe, van der | 1463-03-26

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 170v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Meeus Jacobsz van der Weteringe draagt zijn leen op: 1) ¼ deel van een hoeve land in het kerspel van Zoes met een hofstede en 2 mud roggeland, van den Brinck tot aan Jacop van Nyevelt, en tot aan Dirc Stevensz, belend zonnewaarts: Lambert Tuer, zeewaarts: Dirc Stevensz, 2) 3 scepel land strekkende aan de Groene wech, belend zonnewaarts: de heren van Oudmunster, zeewaarts: Gysbert Woutersz, 3) 2 scepel land strekkende tot aan de Baernsche wech, zonnewaarts: Jacob Willemsz van den Doem, zeewaart: de heren van Oudmunster, 4) 1 scepel land over den Baernsche weg, tot aan Willem Jacobsz van den Doem en Gysbert van Hagenouwen, zonnewaarts: Isack Evertsz, zeewaarts: Gysbert Woutersz, 5) "dat nederlant", van den Brinck tot aan des heren maeth, belend zonnewaarts: Willem Woutersz, zeewaarts: Wouter Muschenz, met alle toebehoren, behalve het veen; vervolgens wordt Eese, zuster van Meus en vrouw van Jan Brant, ermee beleend; Jan Brant doet hulde en manschap voor haar; "item Jan Brant filius ejus habet"

mannen: Gysbert van Hamelenberge, Pouwels van Malsen

Gaasbeek, van | 1442-01-02

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 75, 74v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: jhr Jacob heer tot Gaesbeeck, Abcoude, Putten en Strijen wordt binnen jaar en dag beleend met het leen dat de heren van Abcoude van de abdij in leen houden, nl een stuk land gelegen in den Slage in het gericht van Zoes, geheten die Nonnenmaet, belend zuid: Rutger Jacobsz erfgenamen, noord: Gheryt Jansz, oost: Willem Smit en Jaocb Pothoff c.s, west: strekkende an die Eme; jhr Jacob van Gaesbeeck draagt dit leen op en vervolgens wordt Steven van Zuylen van Nyevelt Willemsz ermee beleend

mannen: Johan van Hamelenberge, Albert Willemsz, Henric Jansz

Walraven | 1423-12-22

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 122
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Jan Walraven droeg op een stuk veen gelegen tot Hezen, 20 roeden breed en 200 roeden lang, belend oost: Zoes veen, west: Jan Walraven, noordwaarts gelegen van de wech die van Zoes tot Heze gaat; vervolgens wordt het Regulierenklooster ten birckt hiermee beleend op een vette volwassen scoengemaecte gans mit den crose jaars, hulde en eed doet Melis Gherytsz

mannen: Vrederic van den Voirde, Jan van Hamelenberge

Bloc | 1436-02-14

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 65v, 66
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: het convent verandert alle hof- en tijnsgoed in Loesden, Zoes Heze en op Zeijster oever, in goede onversterfelijke erflenen: Geertruyd Jan Blocsdochter met haar man Jan van Zulen Gerytsz, dragen op hun recht op de helft van 2 campen land geheten "het grote broeck", gelegen over die Eme achter Hamelenberge, met dijk en toebehoren, belend landwaarts: Willem Dirck Willemsz met de Nyenkamp en Rutger Jacobsz met Cleyne Broeck, zeewaarts: de heer van Abcoude met Dorenoert, en Gheryt Loeff met Lieskamp; vervolgens wordt Geertruyd met deze helft beleend (de andere helft behoort aan Evert Heijnenz erfgenamen te Amersfoort), na dode van haar moeder Beatrijs Bloc, tot een goed onversterfelijk erfleen, onder kwijtschelding van de erop rustende koermede en tijns; 1436-02-14: zij maakt dit tot lijftocht voor haar man Jan van Zulen

tijnsgenoten: mr Albert Baers, Jan Lambertsz; leenmannen: Albert Willemsz en Matheus Gijsbertsz

Hamersveld, van | 1457-04-12

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 161v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Lambert van Hamertvelt Petersz draagt op: 1) de leenweer van ½ van 2 vierdeel veen, waarvan: - het ene vierdeel gelegen is in Hezerveen, belend oost: Jacob van Lichtenberch, zijn vrouw aangekomen van haar broer Ghysbert over die Vecht, west: mr Aernt van der Hoeven met 3½ vierdeel veen, - het andere vierdeel veen gelegen in het kerspel van Zoes, strekkende van Zoestergraft tot neffen die meer toe, oost: Gysbert van Lodensteyn, west: Bertout Peter Reyners erfgenamen; vervolgens wordt Lambert ermee beleend, als hij kinderloos sterft, te komen op zijn oudste broer, of naaste erfgenamen; 2) een stuk land in Zoes, geheten "Die Grote Camp", belend zuid: Garbrant Noijenz met de Cleijne Camp, noord: Ricout Ricoutsz, waarmee Lambert ook beleend wordt

mannen: Zoude van Rijn, Jan van Hamelenberge, Geryt Scaije

Beer, de | 1446-07-02

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 145v, 151
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Rutger die Beer Jacobsz met zijn oom Jacob Nenninck Rutgersz als voogd, draagt over: 1) ¼ deel van der Locmaet, belend zeewaarts: Ver nonnensloet, landwaarts: Gherijt Jansz, 2) ½ van 2½ dachmaet hoylants in die Poelmaet, zeewaarts: Geryt Woutersz erfgenamen, landwaarts: Willam van den Doem; vervolgens worden zijn zuster Hildegart en Lysbeth elk voor de helft beleend en Jacob Nenninck Rutgersz doet hulde en eed; 1501: Jacop Gerritsz heeft dit leen ontvangen, na dode van zijn moeder Hildegont de Beer, met een acker land in die Schalbrinck tot Zoes, "dat een wyle tyts van der abdije verdwaelt was", voor 2 gouden Koervorster R gld

mannen: Jhan van Hamelenberge, Willam Heinricsz, Goesen van Scadick; Jan van der Anxter, Dirc van der Beeck