2653 resultaten
Stamer | 1407-02-11
Rechtspraak Graaf van Holland
Achternamenindex
hertog Willem geeft een vrijgeleide aan Stamer Willem Woutersz
Haarlem
Heukelom, van | 1398-10-01
R.A.H. Coll Aanw 47 fol 532v
Achternamenindex
Jan van der Merwede Claesz van der Merwede is in dienst van hertog Albrecht gesneuveld in Staveren, en zijn ambachten in Sliedrecht enz zijn nu aan de hertog vervallen; op verzoek van Jans oom, de heer van Heukelem geeft de hertog dit leengoed aan de broer van Jan, Dirk van der Merwede
mannen: de heer van Huekelem, Jan van Hemert
Beijeren, van | 1455~
Batavia Illustrata bl 1135
Achternamenindex
Beatrix, bastaarddochter van hertog Willem van Beijeren, gestorven als weduwe in 1455 x Jan van der Vliet, ridder, 1408. Hofmeester van hertog Willem, in 1424 in Den Haag onthoofd en gevierendeeld
Gelre, van | 1350~
Goederenlijst Abdij Marienweerd
Achternamenindex
goederenlijst Marienweerd: in Bomel - een windmolen, waarover Theodericus Warijn 2 g…. verschuldigd is en de hertog van Gelre 3sc nigr den; - aan de hertog van Gelre uit Volcwiger steghe 12 sc
Altena, van | 1206-10-14
Noordbrabantse Charters p 286
Achternamenindex
in een brief van hertog Hendrik van Brabant, komen als gijzelaars voor vanwege de graaf van Loon: Theodoricus de Altena en vanweg de hertog: Godefridus van Scoten en Arnoldus de Wesemale
Breda, van | 1206-10-14
Noordbrabantse Charters p 286
Achternamenindex
in een brief van hertog Hendrik van Brabant, komen als gijzelaars voor vanwege de graaf van Loon: Theodoricus de Altena en vanweg de hertog: Godefridus van Scoten en Arnoldus de Wesemale
Herlaer, van | 1368-11-01
Nyhoff: Gedenkw Gesch Gelderland II no 161, 162
Achternamenindex
huwelijksvoorwaarden tussen Eduard hertog van Gelre en Catharina, oudste dochter van hertog Albrecht van Beyeren; heer Arnd heer van Amersoijen en Gerit heer van Poyderoien, beiden uit het geslacht van Herlar
Altena, van | 1232-02-09 (1231)
Noordbrabantse Charters p 24, 25/Butkens: Trophees de Brabant I boek Iv p 73
Achternamenindex
Theodericus van Altena verklaart dat hij het bezit van Drunen en Waalwijk aan de hertog van Brabant heeft afgestaan behoudens de tiendrechten tot zolang de hertog hem jaarlijks 185 marken zal betalen