21 resultaten

Bot | 1466-02-12

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 467
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Henric Bot Petersz maakt zijn 2 zusters Ermgairt en Dibborch: 1) de rechte ½, onderdeylt, van de helft van 7 vierdel veen in Hezerveen, belend boven: die Soessche Venen, beneden: Aelberts erfnamen van Baern, 2) de helft van een stuk land geheten Oeverveen, gelegen in Soesserkerspel, strekkende van de Hoijwech op tot die Eme toe, belend zuid: Rijcout Rijcoutsz, noord: Jan die Goeijer, 3) ½ van een stuk land ook Oeverveen geheten, zuid: Jan Walravens nakomelingen, noord: Evert van Doems nakomelingen, 4) ½ van een stuk veen in Zoeser Veen, strekkende van den harden lande westwaarts tot Hoeserveen, zuid: Henric Gijsbertsz en Geryt Rutgersz van Hilhorst, noord: Henrick van Xanten

mannen: Heynrick van Duven, Evert Petersz van Heesse

Brandenburch, van | 1421-06-06

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 463
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Lysbeth van Brandenburch Gherwijn Volkensdochter maakt haar vader Gherwijn Volkensz ½ hoeve veen onderdeeld met Meeus Dircsz en Henric van Rijn, borgher tot Amersfoert, gelegen in Zoes Veen in Kriex hove en in de groten slage, strekkende van Zoes enge an Hezer veen, belend boven: Ermghert Jan Hilhorst dochter, beneden: Meus Dircsz en Henric van Rijn; 1465-07-14: Hugo van Dorschen draagtover de tynswere van ½ hoeve veen onderdeylt met Meus Dirksz en Henric van Ryn opstreckende, gelegen achter Zoes enghe op Brandenburgerwijc, streckende van Soesenge an Hesereng toe, hem aangekomen bij dode van zijn nichte jvr Lysbeth van Brandenburch Gerwen Volkensdochter, belend boven: Armgard Jan Hilhorstdochter, beneden: Willem Scaij Adriaensz van der Eem. Vervolgens wordt Willem Adriaensz van der Eem ermee beleend ten erftyns

getuigen: Wouter van den Laen, Aelbert van Baern, onze tijnsgenoten

Crachwijc, van | 1424-04-08

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 123
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Beatris Henricsdochter van Cracwic draagt over: 1) een stuk land met hofstede waar Aernt Rutgersz nu op woont, belend landwaarts: Lambert Tuer, stedewaarts: Geryt van Hilhorst, 2) 5 vierendeel hoijland, landwaarts: Gysbert Woutersz, zeewaarts: Aernt Gysbert Hilhorstz en Heijn Heijlant, 3) 6 vierendeel hooijland in den Heren mate, landwaarts: de jhr van Gaesbeec, zeewaarts: de bisschop, 6) 5 scepel engelants, geheten die Hage, landwaarts: de heren van Oudmunster, zeewaarts: Willam van Doem, 7) 6 scepel roggeland geheten de Hulle, belend boven: het godshuis van Soes, beneden: Alyt Lubberts, 8) 2 morgen veen, zeewaarts: Henric Henricsdochter van Cracwijc, landwaarts: Gysbert Dircsz, 9) 8 scepel roggeland geheten "die Leemkuul", belend boven: Ricout Willemsz, beneden: Rutger Jacobsz kinderen, 10) 8 scepel roggeland geheten "die Heetacker", belend boven en beneden: Jacob Guedenz

tijnsgenoten: mr Aelbert Baers, Jan Lambrechtsz; onse mannen: Willam van Colvenschoten, Gysbrecht Goidscalc

Splinter | 1479-05-04

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 303v, 306
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Johan Geryt Splintersz Gheryt Splintersneve en zijn vrouw Lucie [er staat: Lutte], Maes van Vanevelt en Hillegont, die vrouw van Gherijt Splintersz was, hebben overgegeven aan Peter Gysbert Lamfersz en zijn vrouw Zara die husinge en hofstede mit sulken getimmert als daerup staet, gelegen in den kerspel van Zoest mit sulken lande ende vene als daer toe behoert, belend oost: Aernt Hilhorst, zuid: Jacob Johansz, zoals dat aan de opdragers aanbestorven was bij dode van Gheryt Splintersz, dat onze hof- en tijnsgoed is; de abt verleent dit goed aan Peter en Zara tot een onversterfelijke erftijns van 6 penn per jaar in onsen hove tot Emminclaer; 1480 des dinsdages na St Jairsdach: dragen Peter en Zara dit leen over tbv Gerijtken, dochter van Ricout Willemsz die hij heeft bij Fije Tyman Gerritszdochter

tijnsgenoten: Geryt van Rijn, Johan Hinricksz

Crachwijc, van | 1453-11-30

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 155v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: de abt beleent Heinric Bosch Gosensz, na dode van zijn moeder Beatrijs van Crachwijck, met: 1) een stuk land met hofstede, belend landwaarts: Lambert Tuer, zeewaarts: Geryt van Hilhorst, 2) 5 vierendeel hoijland, landwaarts: Gysbert Woutersz, zeewaarts: Aernt Gysbert Hilhorstz en Heijn Heijlant, 3) 6 vierendeel hooijland in den Heren mate, landwaarts: de jhr van Gaesbeec, zeewaarts: de bisschop, 4) 5 scepel engelants, geheten den Hage doer, landwaarts: de heren van Oudmunster, zeewaarts: Willam van Doem, 5) 6 scepel roggeland geheten de Hulle, belend boven: het godshuis van Soes, beneden: Alyt Lubberts, 6) 2 morgen veen, zeewaarts: Henric Henricsdochter van Crachwijck, landwaarts: Gysbert Dircsz, 7) 8 scepel roggeland geheten "die Leemkuul", belend boven: Ricout Willemsz, beneden: Rutger Jacobsz kinderen, 8) 8 scepel roggeland geheten "die Heetacker", belend boven en beneden: Jacob Goedenz, 9) 2 dach maet hoylants, strekkende van de Hoywech tot in die Eme toe, landwaarts: Gosen Bosch Willamsz, zeewaarts: Dirc Aelbertsz

mannen: Gysbert die Gruter, Otto van Slingelant

Bot | 1483-02-24

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 235
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Aermgert Evert Bot Henricsz wijf met haar man Evert wordt na dode van haar broer Henric Bot Petersz beleend, mede namens haar zuster Dibburch (die in een geestelijke vergadering is en daar professie gedaan heeft), met: 1) ½ van ½ van 7 vierdel veen in Herserveen, van der ouder graften aen Heeser sant toe, belend boven: die Zoessche venen en (ook beneden) Aelbrechts erfgenamen van Baren, 2) de helft van een stuk land geheten Oeverveen, gelegen in Zoeserkerspel, strekkende van de Hoijwech op tot die Eme toe, belend zuid: Rijcout Rijcoutsz, noord: Jan die Goeijer, 3) stuk land ook Oeverveen geheten, zuid: Jan Walravens nakomelingen, noord: Evert van Doems nakomelingen, 4) ½ van een stuk veen in Zoeserveen, strekkende van den harden lande westwaarts tot Hoeserveen, zuid: Henric Gijsbertsz en Geryt Rutgersz van Hilhorst, noord: Henrick van Xanten; vervolgens worden beide zusters hiermee beleend [datering onjuist: St Katherinenavond viel op vrijdag, er staat Manendages]

mannen: Claes Jacobsz, Aelbert Dier

Oostrum, van | 1459-11-03

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 435v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Dirc van Oestrum maakt tot lijftocht voor zijn vrouw jvr Hadewich Jan de Boelendochter: 1) 4 dachmaet land in den kerspel van Zoes, lantwaarts: Gerijt Lambertz, Ghijsbert Hermansz en Jacob Willemsz onderdeylt, zeewaarts: Gherijt Rutgersz en zijn broer Dirck, onderdeylt, 2) een camp land streckende van den Brinck an Wouter Willemsz maet toe, dat van Steven was, lantwaarts: Rose Lambert Wouter Mutschenzdochter, zeewaarts: Henric Lambert Vierlinxz kinderen, 3) een hofstede met engeland, van de Brinck streckende an den Overwech, lantwaarts: Jacob van den Doem, zeewaarts: Ghysbert Scael, 4) de Gheer, zeewaarts: Jacob Heijn Zwagersz, lantwaarts: Ghysbert van Hagenouwen, 5) dat waterstuck, zeewaarts: Ghysbert Hermansz, lantwaarts: Wouter Mattenz, 6) den Bramert, zeewaarts: Ghysbert Hermansz, landwaarts: Jacob van den Doem, 7) ½ mud land, zeewaarts: Ghysbert Scael, landwaarts: de heren van Oudmunster, 8) een schepel land, zeewaarts: Ghijsbert Hilhorst, landwaarts: Jacob van den Doem, 9) een vierdeel veen, zeewaarts: Henric Noten erfgenamen, landwaarts: Jacob van den Doem

mannen: Gysbert Heinricsz, Rutger de Beer Jacobsz

Bosch | 1469-07-27

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 190v, 237v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Henric Bossch Goesenz wordt na dode van zijn vader Goessen Bosch Willemsz beleend met de helft van het goed in Zoes: 1) een stuk land met hofstede, belend landwaarts: Dirc van Oestrum, zeewaarts: Gerrit Hilhorst, 2) 5 vierendeel hoijland, landwaarts: Gysbert Woutersz, zeewaarts: Henric Bosch, 3) 6 vierendeel hooijland in der Herenmaet, landwaarts: Willem Ricoutsz (1485: Ricout Willemsz), zeewaerts: de bisschop, 4) 5 scepel Engelants, geheten de Hage, landwaarts: de heren van Oudmunster, zeewaarts: Willem van Doems erfgenamen, 5) 6 scepel roggeland geheten de Hulle, belend boven: het godshuis van Zoes, beneden: Gysbert Aertsz, 6) 2 morgen veen, zeewaarts: Gysbert Woutersz (1485: Gysbert Wouterszszonen), landwaarts: Wouter Scae [= Scade], 7) 8 scepel roggeland geheten "die Leemcuel", belend boven: Willem Ricoutsz (1485: Ricout Willemsz), beneden: Rutger Jacobsz, 8) 8 scepel roggeland geheten "die Heetacker", belend boven en beneden: Jacob Goedenz erfgenamen, 9) 2 dachmaet land (1485: Heynrick Bosch en Gijsbert Dirck Aelbertsz); Henric Bosch zal deze helft houden tot een goed onversterfelijk erfleen; 1485-04-07: beleend Heynrick Bosch Heynricksz na dode van zijn vader

mannen: Jan Brant, Pouwels Cornelisz; 1485: Jan Zael, Goijert Lambert Jacobsz

Dam, van | 1485-07-04

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 238
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Willem van Dam Petersz wordt na dode van zijn vader Peter Willemsz beleend met: 1) 7 vierdel veen in Heserveen, van der ouder graften tot aan Hezer sant toe, belend boven: die Zoessche venen en (ook beneden) Aelbrechts erfgenamen van Baren, 2) een hoeve veen op Hezerveen, in ½ hoeve geheten Schallartshoeve, 7½ roeden breed en 850 lang, 3) land geheten Oeverveen, gelegen in Zoeserkerspel, strekkende van de Heerenwech tot de Eem toe, belend zuid: Rijcout Rijcoutsz, noord: Jan die Goenger, 4) stuk land ook Oeverveen geheten, strekkende van de Hoijwech tot de Eem toe, zuid: Jan Walravens nakomelingen, noord: Evert van Doems nakomelingen, 5) een stuk veen in Zoeserveen, strekkende van den harden lande westwaarts tot Heezerveen, zuid: Henric Gijsbertsz en Geryt Rutgersz van Hilhorst, noord: Henrick van Zanten; hierna: zijn zoon Peter van Dam (in libro abbatis Mathei fol 45); boven deze akte staat: "Willam van Dam Petersz heeft te leen die ½ van desen nabescreven goeden, uytgesceyden die 7 vierdel veens, daeroff heeft hij alleen een quartier, ende dat een quartier Ermgart ende Dibborch gesusters, ende die twee quartieren Reyner Snijersz ende Nelle zyns wijfs", "item deze ½ hoeve heeft te leen Willem Krieck"

mannen: jonge Vrederic van der Zevender, Gerit Bot Folkensz

Bosch | 1436-04-04

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 129
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Goesen Bosch Willemsz en zijn vrouw Beatrijs van Crackwijk dragen over: 1) een stuk land met hofstede, belend landwaarts: Lambert Tuer, stedewaarts: Geryt van Hilhorst, 2) 5 vierendeel hoijland, landwaarts: Gysbert Woutersz, zeewaarts: Aernt Gysbert Hilhorstz en Heijn Heijlant, 3) 6 vierendeel hooijland in des Heren mate, landwaarts: de jhr van Gaesbeek, zeewaerts: de bisschop, 4) 5 scepel engelants, geheten die Hage, landwaarts: de heren van Oudmunster, zeewaarts: Willam van Doem, 5) 6 scepel roggeland geheten de Hulle, belend boven: het godshuis van Zoes, beneden: Alyt Lubberts, 6) 2 morgen veen, zeewaarts: Henric Henricsdochter van Crachwijck, landwaarts: Gysbert Dircsz, 7) 8 scepel roggeland geheten "die Leemkuul", belend boven: Ricout Willemsz, beneden: Rutger Jacobsz kinderen, 8) 8 scepel roggeland geheten "die Heetacker", belend boven en beneden: Jacob Goedenz; Alijt Jan Ghijsbert Hilhorstsdochter met haar man Jan van Rijck dragen op: "twee dachmaet hoyland strekkende van de hoghe wech tot in die Eme toe, belend landwaarts: Goesen Bosch Willemsz, zeewaarts: Dirck Albertsz; Goesen Bosch Willemsz en zijn vrouw Beatrijs worden vervolgens beleend met dit goed, behalve de lijftocht voor Geertruijdt van Crachwijck aan ½ van dit goed, behalve aan de laatstgenoemde 2 dachmaet; "Nunc Henrick Bosch Goessensz infra fol 190"

mannen: Albert van Baern, Ricout Willemsz