34 resultaten

Wateringe, van der | 1387-05-05

F.J. Landsman: Het Ambacht Vlaardingen bijlage 4/Libro 9 no 94, no 1042
Achternamenindex

jvr Willem van der Wateringhe ontvangt het leen van haar vader Aelbrecht: - een tiende die Ghisebrecht Zeweyers [Sweym] hield, - het huis te Wateringhe en het ambacht, - de tiende in den Hoec, - al het goed dat van heer Vrederic was, oom van heer Gheret van der Wateringhe in het ambacht van de Watering, ten eigen gegeven, - 25 morgen in de poele te Wateringhe, - 27 morgen in Haecscamp, ten eigen, - het ambacht te Vlaerdinghe met de sluizen, - een deel van de oude dijc te Vlaerdinghe, - zijn goed te Haymonde, te pachte omtrent 20£ per jaar, - 3£ 15sc uit de bottinghe, - 22£ per jaar en 7£ per jaar die heer Gheret van de Wateringe aan de heer van Teylinghe verkocht en weer opdroeg, te Rodenweer, - de Honrelant met toebehoren

Taets van Amerongen | 1444-05-02

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 143v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Eernst Taets van Amerongen droeg op: 1) Gherbrant Noijdenz huysinge, hofstede en berch, belend boven: Henric Jacob Fyenz.z, beneden: Evert van Doem, strekkende van den brenck tot aan den overen wech toe, 2) land boven de overen wech, geheten "die Brede", boven: Henrick Jacob Fyenz.z, beneden: Evert van den Doem, 3) dwarsstuk 1½ schepel land, boven: Henrick Jacob Fyenz.z, beneden: Jan Stuep Rijcoutsz, 4) in den Steenberch 10 scepel land an den Baerrewech, boven: Gode scilt, beneden: Evert van den Doem, 5) ½ mud land an Zuidelberch, boven: Wouter Mors, beneden: Geryt Rutger Gerijtsz.z, 6) ½ scepel land in hoec ack (?), boven: Henric Cuper, beneden: de heer van Abcoude, en al het engelant dat zijn moeder had in het kerspel van Zoes; vervolgens wordt Lambert Pyll beleend

mannen: Soude van Rijn, Goesen Busch Willamsz

Wateringe, van der | 1374-1375

F.J. Landsman: Het Ambacht Vlaardingen, bijlage III
Achternamenindex

lenen van heer Albrecht van der Wateringen, na de dood van zijn vader Jan, en betwist met zijn zwager heer Gherid van der Maelstede: - het huis ter Wateringhe, met het ambacht, - de tienden in den Hoec, - 25 morgen in de Poel te Wateringhe, te weten het oude hof, 5 morgen 2 campen, 8 morgen op het Leemt, 10 morgen oostelijk van de boomgaard, 2 morgen, samen 25 morgen; - in Haecscamp 27 morgen, - 22 en 7£ die heer Gherit aan de heer van Teylinghe verkocht, en hem er Rodenweer voor opdroeg, - het goed van zijn oom heer Vrederic, de Molenweer en 3 weren oostwaarts, - het goed op Winendael, ook van heer Vrederic, - het ambacht Vlaerdinghe met visserij, - het Honterland, - 12 morgen die hij houdt van de abt van Egmond en Jan Hoen en Jan Woutersz in huur hebben, - de huus tiende die hij van de heer van Brederode houdt

Boekel/Bokel | 1325-09-29

Reg Rotterdam en Schieland no 340
Achternamenindex

Geraerdt, pastoor der parochie te Hillegartsberghe en Didderick Buekel uter Nesse verklaren als uitvoerders van het testament van heer Jan van Meerlijn, in leven persoon te Ouderscye, het volgende overeengekomen te zijn omtrent het nagelaten land, gelegen tussen het land van vrouwe Ane Arnouds en dat van Willem Clarissensoen, waarvan het noordeinde strekt tot aan de Schyedijk en het zuideinde tot aan de Spaaanse weg in de parochie van Schie en in heer Ogiersambacht van Cralingen. Degene die dit dit land gebruikt, zal betalen 40 sch aan het altaar dat heer Jan zelf gesticht heeft en 10 sch aan de persoon van Schie, benevens jaarlijks een pond aan heer Geraerd van den Berge, na diens dood aan de parochie ten Berghe. De overige inkomsten van dit land zullen komen aan de kapel die Diederick Buekel beloofd heeft te stichten in de kerk van Schie. Diedderick Buekel uter Nesse verklaart bovendien te geven een stuk land, gelegen tussen Aelmarsland aan de noordoostzijde en het land aan Jan van der Spange en Jan Hoec gemeen aan de zuidwestzijde van de weg die naar de Schiedijk loopt, strekkende tot de wetering in Matenesse

Uytternesse