29 resultaten

Gutterswyc, van | 1399, 1401

Maandrekening van Zwolle 1399 p 29, 1401 p 17, 100
Achternamenindex

in de tweede maand gaf de stad Zwolle aan jhr Arend van Gutterwyc 6 qu wijn; item gegulden ende geschenket mit jhr Arent 33 qu; 1401: item blijft ons joncheer Aernd van Gueterswijc schuldig 253 R gld 23 ½ pl, maakt 433 gld 4 ½ pl, en voor dit geld staat jhr Arnts brief en niet hoger; p 95: de jvr (?) van Gueterswijc 2x 6 qu wijn; 1401-9e maand: 4 qu en 6 qu wijn

Bloys van Treslong, van | 1620-02-13

Ned Leeuw jg 1913 p 68/Notaris Craen te Leiden reg 135
Achternamenindex

compareerde jhr Adriaen Taets van Amerongen en maakt testament. Hij wil begraven worden in het graf van zijn zaliger vader te Blaricum. Bij zijn huisvrouw Margrieta van Oy heeft hij een dochtertje Christina, genoemd naar zijn moeder Christina de Bloys en Treslonge, weduwe van jhr Jacob Taets van Amerongen. Zijn zuster Sibilla Taets van Amerongen is gehuwd met joncheer Ghysbrecht van Rysenburch, die met zijn neef Guislain van der Laen, hoogheemraad van Rynland, voogden en executeurs zullen zijn

Brederode, van | 1408

Rek Rentmeester Kennemerland
Achternamenindex

Willem van Brederode: van de tienden van Medenblic, Zuder-, Noirder-, heer Hughencooch, afterstal van 1405, 100 £ (839 fol 3v); (fol 26v) afterstal van 1406 van de Medembliker Zuder- en Nordercoech 100 £; 1407: (838 fol 8v) van idem en van de tienden van heer Hughencooch 60£; 1427: (857 fol 31) "doe Joncheer Willem van Brederode tot Medenblick en in Wieringen was daer hij gevangen wert, doe sende Huwet (?) die castellein van der Nyenborch 21 gewapende op die Nyenborch om dat te helpen bewaren, die daer lagen 4 dagen, voor hun cost 9£"

Does, van der | 1600-12-22

P.N. van Doorninck: Inv Charters van der Does regest 138
Achternamenindex

vice domdeken en het kapittel der kercke ten Dom te Utrecht, als in curatele genomen hebbende Antonis van Boussu, domproost te Utrecht, belenen Henrijne van der Does, nagelaten dochter van Pieter van der Does, in zijn leven ambachtsheer van Rynsaterwoude, Leimuiden en Vriesecoop, bailliu en dykgrave van Rynland, bij Philippa van Duvenvoorde, hare testamentaire voogdesse, met ½ van een hofstede met 29 morgen land gelegen in den Achthoven in den ambacht van Leiderdorp. Joncheer Hugo Ruijsch, Raad in den Hove van Utrecht, doet voor haar hulde, eed en manschap als daartoe gemachtigd (vgl 1599-04-04 en 1599-03-05)

t.o.v. mr Willem van Otterspoor, Dirck van der Hoeven, leenmannen van de domproosdij

Zuilichem, van | 1340-05-09

Cartul Marienweerd no 496, 334, 335 noot, 517
Achternamenindex

voor schepenen in Deyl verkopen Jacobus filius Zanne, Albertus filius dicti Wankelmoeden en Petrus Joncheer voor 25£ aan Berwinus Berwinusz van Sulinchem 3 jugera 1 hont en 60 perticas land in Eynspijc in Corthoeve, door hen geerfd van wijlen Johannes de Trajecto, voor 50£ 4 jugera in Eynspijc in loco dicto Corthoeven (vgl 1329-07-17), en 7 hont en 81½ perticas idem voor 7£; 1328-06-10: brief waarbij Hendrik Sandersz verkoopt aan Johannis de Trajecto en Berwinus de Sulinchem 3 jugera 1 hont en 60 pert in Eynspyc in Corthoeve; 1342-11-22: overgedragen aan Marienweerd

schepenen in Deyl: Hubertus filius Wonnegardis en Corstantius de Wadenoye

Bronkhorst, van | 1625-05-22

Ned Leeuw jg 1913 p 71/Notaris Paets Leiden reg 185
Achternamenindex

Ermgart van Winsen Godtschalxdochter, weduwe van Laurens Verbeeck, wonend te Delft, erfgenaam van Henrica van Woerden van Vliet Gerritsdochter, geassisteerd met Hubrecht Verbeeck, mijn zoon en voogd, "in den laten vinden bij ende om de personen van Johan Stoop in den Hage ende Niclaes van Lijn tot Leyden als resp de ontfanck hebbende van de goederen en de incomen van joncheer Andries van Bronchorst ende joffr Anna van Woerden van Vliet, zijn huysvrou, beyde za", die in hun leven genoten hebben van de lijftocht en vruchtgebruik van de landen van hun moeder Henrica van Woerden van Vliet, te weten in het land van Vooren, in de Oude en Nieuwe Tonge, genaamd Battenvort

Walichdorp, van | 1342-1343

Rek Houtvester
Achternamenindex

Didderic van Walichdorp, [jager in de Haarlemmerhout]: 9 dagen, 12 d per dag, maakt 9sc, een voeder: 4 sc; Diddric van Walichdorp van idem (p 143); Diddric den jagher, wedde 3sc; "dit is noch uytghegheven by Diddric van Walichdorp omme coppelen, en halsbande van der honden 8sc 4d" (p 144); Didderic die jagher, wedde 14sc en 6sc, per dag 12d; (p 145) Didderic Walichdorp 10 ellen, elke el 7 gr, maakt 46 sc 8d; (p 147) Dirc die Jagher om laken en voerder, 10£; 1344-1345: (p 167) "van 8 dagen die Diederic van Wallichdorp en Henric Buse an den Houte waren om hinden te vaen tote myns joncheer behoef van Gelre, hoerlyc 12 d sdages fuit 16 sc"

Berkenrode, van | 1634-05-24

G.A. Haarlem Not Arch protocol no 105 fol 45 ev/Notaris Willem van Trier
Achternamenindex

testament van jhr Henrick van Berckenrode bevestigt testament dd 1634-02-11. Echter was enige dagen daarna Johanna van Thorenvliet, een van de dochterkens van wijlen zijn neef Cornelis van Thorenvliet, moeder was Catharina van Rijn, overleden. Zijn erfgename is nu de andere dochter Weijnina van Thorenvliet, als zij kinderloos overlijdt, te komen op de wettige kinderen van zijn oerleden neef Pieter van Blanckeroort, in zijn leven geweldige provoost generaal over de oorlochsschepen van Holland, en de kinderen van jhr Henrick van Berckenrode, en de kinderen van zijn nicht Catharina van Berckenrode, in leven huisvrouw van Nicolaes van Crabbemorsch, Agatha van Berckenrode in haar leven huisvrouw van wijlen joncheer Johan van Alckemade, jvr Erkenraet van Berkenrode, kinderen bij wijlen mr Johan Berck

getuigen: Aelbert Symonsz en Jan Claesz, beide cleermakers

Bekesteyn, van | 1615-02-04

Ms Opstraeten v.d. Molen III fol 1125
Achternamenindex

ten versoecke van mijn neeff joncheer Cornelis van Beeckesteyn verclaere ick mr Herebert van der Wiele, out omtrent 74 jaeren, mij kennelijck ende wel indachtich te sijn, dat ick myn ouders ende mijn oud oom Wouter van Beeckesteijn sal. tot diversche reijsen hebbe horen seggen ende vermanen van de sware lasten daerinne sijn overgrootvader Jan van Beeckesteyn sal, gecomen was door dien hij van die van Haerlem gesonden was in t leger daer die van Haerlem ende Leyden gecampeert lagen tegen vrou Jacoba op te Goudsche sluijse, alwaar hij gevangen werden ende worden gerantsoenneert op de heft van sijn goederen daertoe hij staet ende inventaris moste leveren ende terstond de ½ van de waerde van dien in gereden gelde moste opbrengen, dat hij ut sijn eijgen coste betalen, alsoo hij in perikel van sijn leven was. Van welcke gevangenisse ende rantsoen hij noijt enige verseth en conde gecrijgen daerdoor hy ende sijn kinderen die hij wel tot acht ofte negen naliet hier gedecorasieert waren ende bleven omdat sij door dit verlies ende andere haer staet niet en mochten voeren sulcx haer moesten verminderen. Al het welck. Herbert Stalpert v.d. Wiel