Overbunde, van | 1450-08-01

De Raadt III p 89

Achternamenindex

arbiters van jhr Willem van Wylre, man van jvr Mechteld van Castrop en haar voorkinderen, Dries, Johan en Jutte [bij Andries van Amstenrade] in hun geschil met Margaretha Soenens en haar kinderen Ide en Jan bij wijlen Jan Print van Castrop, broer van jvr Mechteld

arbiters: Geerlich van Bemelen, Jan Huyn (Hoen) van Voerendaal, Doem van Overbunde

Ruysch | 1317-08-23

Arch Heren van Montfoort Regest no 18

Achternamenindex

de proost van Oudmunster te Utrecht beleent Florans Swedersz van Montford met de tiende en gerecht van der Hare, hem aangekomen door afstand van Ghisebrecht Ruschen van Lintscoten, nadat diens vrouw Jutte Henrix zuster van Loenreslote afstand had gedaan van haar lijftocht aan die tiende

Meern, van der | 1435-06-26

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 426v

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Willem van Huekelem oorkondt dat Jutte Willemsdochter van der Meern met haar gecoren voogd Matheus Gysbertsz gemaakt heeft tot lijftocht voor haar man Goessen van Schaic, 2 kampen land geheten die Lijeskamp, bij Amersfoort in die slage

mannen: Henric van Ghent, Johan van Hamelenberge

Lisse, van | 1373-03-23

Arch Kerken Leiden regest 1096/Arch St Pancraskerk Cartul Inv no 493 fol 39v

Achternamenindex

Mouwerijn Dirxz van Sasnem verklaart verkocht te hebben aan heer Hughe Henrixz en Heynric van Lisse het aan zijn vrouw Jutte aanbestorven deel van de landerijen gelegen bij Boschusen in Soeterwoude, de renten in Leiden, en het huis aan de gracht aldaar, afkomstig van haar zuster Catharina

Heukelom, van | 1400-05-07

R.A.H. Coll Aanw 47 fol 665v/Reg Albrecht V fol 388/Ons Voorgeslacht 01-1988 p 20

Achternamenindex

grafelijk leen: no 22A) de nederste hoeve in Coxhoeve te Herwijnen, maakt Dirc van Herwinen, ridder, tot lijftocht voor zijn vrouw Johanne zuster van de heer van Heukelom; 1418-02-14: Jan van Culemborg voor zijn zuster Jutte Wolfert van Culemborgsdochter, na verzuim door Dirc van Herwijnen

mannen: de heer van Brederode, de heer van Huekelem, heer Gysken van Diepenburch

Holthusen, van | 1400-1415

Quellen Stift Xanten p 359, 360, 377

Achternamenindex

in parrochia Quailborgh in bonis dictis die Lo: - Johannes de Holthusen; - Hilla ejus uxor; - Sophia filia naturalis dicti Johannis (p 359); - in ½ manso Brant: - Arnoldus de Holthusen, - zijn vrouw Jutta, - Bela de moeder van Jutte (p 360); in ½ manso sito prope Dotekem: - frater Johannes de Holthusen

Hekeren, van | 1430-12-08

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 13

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Geryt van Damassche beleent Johan van Hekeren na dode van zijn moeder Jutte van Hekeren met de tiende van den goede the regelgoer [?], groff en smal, zoals die van de abdij in leen gehouden worden in het kerspel van Weel

mannen: Gerijt die Ryck, Johan Buyck

Overrijn | 138..

Ons Voorgeslacht 06-1986 p 533

Achternamenindex

leen van Vianen: een viertel land in Boeikop, Jutte dochter van Govert van Amersfoort en Ave dochter van Engbert Gysbertsz, belend boven: Dirc Wolf met leen no 434), beneden: Arnoud Overrijn met leen no 413); 1420-03-05: belend boven: Nicolaes van de Wilder, beneden: Willem Overrijn Arnoutsz

Griemer, de | 1420-07-17

Ons Voorgeslacht 07-1988 p 324

Achternamenindex

leen van Vianen: no 712) een hof aan de gracht voor de waterpoort te Vianen, 9 roeden breed en achter Lekwaarts, belend beneden: Coenraad Claesz met huis en hofstede, Dirc de Grimer met lijftocht van zijn vrouw Jutte; 1437-09-09: Elisabeth Hoops, zuster van Dirc de Grimer, belend beneden: Arnoud Botter; 1442-07-10: Willem Grimer waarna overdracht aan Alfer Lambertsz met lijftocht van zijn vrouw Geertruida; 1472-03-04: Gerrit Alfersz; 1484-09-11: Herman Florisz, na overdracht door Gerrit Alfersz; 1485-10-14: Gysbert Florisz na dode van Dirc de Grimer, belend beneden: de kinderen van Govert Botter; 1491-02-04: jonge Willem Claesz voor zijn vrouw Jutte Florisdochter, na dode van haar broer Gysbert Florisz

Krieck | 1463-10-18

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 171v, 216v, 218

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Henric Gerijt Kriecsz draagt op ½ van ½ hoeve veen in het kerspel van Zoes, die hij in leen hield, vervolgens wordt zijn moeder Jutte Willam Janszdochter hiermee beleend, haar zoon Jan Gerijtsz doet hulde en eed voor haar; "modo Willem Krieck hair sone"; 1475-01-20: Willem Gerijtsz beleend, na dode van zijn moeder Jutte, vrouw van Gerrit Kriecx, belend aan beide zijden: Willam Jan Guedenz; ook wordt Willem beleend met 2 halve hoeve veen, één in Zoeskerspel, belend Willam Jan Guedenz en de andere in Hezer Veen, in een hoeve geheten Schallantshoeve, 7½ roeden breed, 850 roeden lang, tussen het veen dat Jan Walraven in leen houdt

mannen: Peter Dier, Peter Willemsz; 1475: Alfaer Ruysch, Jan van Helmont