14 resultaten

Buren, van | 1425-03-11

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 12v, 424v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Geryt van Damassche beleent jonker Jan van Bueren heer to Ewijck, na dode van zijn broer jonker Otte van Bueren, met ½ tiende van Kesteren, tot een goed onversterfelijk erfleen, zoals Otto en zijn voorvaders hielden; "ende dit heeft joncheer Gerart here tot Culenborch"; hij maakt dit tot lijftocht voor zijn vrouw joffer Alienora her Florysdochter van Bersel, ridder

mannen: Hubert Soudenbalch, Gysbert Godscalc

Mom | 1449-12-28

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 37v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Dirc Foyert als hof- en tijnsmeester van de abdij, oorkondt dat Henric Jordensz en zijn vrouw Geertruid, hem opdroegen tbv Dirc Mom Emmelricsz, 5 morgen genaamd "Die Pappelvoerde", belend oost: de heerlijkheid van Lienden, zuid: Henric van Bronchorst, west: de pastoor van Kesteren, noord: de gemene straet; Dirc ontvangt dit goed vervolgens ten erftijns, 11 scepel mout; "item dit heeft Henrick Mom"

tijnsgenoten der heerlijkheid van Lyenden, om gebreke wille van tijnsgenoten van de abdij: Wolter Foijert, Steven Willemsz

Haefswade, van | 1472-01-16

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 42
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Dirc Foyert als hof- en tijnsmeester oorkondt dat Bertelmeus van Ewijc hem opdroeg tbv Jorden van Havenswade, 4 morgen land en de vrije tinswere daarop gelegen in het kerspel van Kesteren, geheten Houvendyck [de Houthoeve], belend oost: de heren van St Walborg te Arnhem, zuid: die Leijgrave, west: Geryt van Ewijc, noord: Roelof Jansz kinderen; Jorden ontvangt dit goed ten erftijns

tijnsgenoten: Wouter Foeijert, Dirc van Zoemeren

Culemborg, van | 1480-11-18

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 17v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Johan Clauwert beleent jhr Jasper heer toe Culenborch, ter Weerde, toe Lijenden en toe Borssele, na dode van zijn vader jhr Gerart van Culenborch met: 1) den oldenweert mitten gherichte, hoghe ende leghe min sinen thyenden, gelegen bi der Nyerlede, belend oost: den Amstelschen boomgaert, west: den Scullenborchsen weert, noord: die Meersschen, zuid: de oude Rijn; 2) den Sculenborchschen weert in het kerspel van Lienden, belend an die oversijde: heer Johan heer tot Ghymnich, nederzijde: de bisschop van Utrecht; 3) al hetgeen Gerard van de abdij hield; jhr Jasper ontving ook: 4) de halve tiende te Kesteren; opschrift: "Jonchere Jasper here tot Culenborch to Weerde mo [do ?] vrouwe Anna van Pallant ejus filia, ut in libro abbatis Wilhelmi de no fol 174"

mannen: Bernt uyten Enghe, Ott van [der] Oird