Assendelft, van | 1488-05-31

Inv Arch Kerkvoogdij Haarlem no 121

Achternamenindex

Geryt de Visscher en Dirck Spycker, schepenen in Haerlem oorkonden dat "Aelbrecht van Assendelft bij wille en consent (van) den Rade deser stede transporteert aan de kerkmeesters van de parochiekerk een huis en erf an t Sandt, ende de voors kerckmeesters ofgebreken en t erve an t kerkhof gemaect hebben Al vrij, sonder hure" Zegel van Geryt die Visscher (onduidelijk): Gedeeld? klimmende leeuw en 2 naast elkaar rechtop staande vissen

Haarlem

Coninc | 1434-01-05

Inv Arch Abdij Egmond 846 fol 80, oorspr Inv 881/Bijdr Bisdom Haarlem

Achternamenindex

Jan Jansz, schout van Heiligheloe, oorkondt dat Aernt Claesz, Claes Coninc en Claes Garbrandsz erkennen gezamenlijk verkocht te hebben heer Jacob Eelman, prior, en heer Willem Heij, monnik en memoriemeester, tbv het convent van Egmond de helft van een camp land, die Uterste Ven, van 8 oude gheersen, ongedeeld, liggende noord en west aan die Meer, belend oost: Willem Ysbrantsz en Katryn Gheryt Jansz weduwe, zuid: Claes Jan Melysz; zegel Jan Jansz: klimmende leeuw

abdij Egmond, Heiloo

Berkenrode, van | 1594-11-03

Ms Opstraeten van der Molen III fol 715-719/Berkenrode

Achternamenindex

huwelijksvoorwaarden tussen Niclaes Symonsz Crabbemors, geassisteerd met zijn ooms Gijsbert en Jan Pieters soonen Crabbemors ende Niclaes Hals Claesz, en Caterina van Berckenrode Cornelisdochter, geassisteerd met haar ouders Cornelis van Berckenrode, oudschepen, tresorier en jegenwoordich weesmeester der stad Haerlem en Marytgen Pietersdochter, haar ooms Gerard van Berckenrode, baljuw van Kennemerland en Adriaen van Berckenroede, oud burgemeester van Haarlem. Catharina brengt ten huwelijk: 1) ⅓ part van 5 morgen 2 hont lants in Limmercooch, 2) 4 morgen 2 hont land aldaar, 3) een losrente van 46 gld 17½st per jaar ter lossing den penn 16, sprekende op de Vroonlanden buiten Alckmaer, 4) een rentebrief van 36 gld per jaar op Cornelis Gerritsz Kelouw, te lossen met 600 gld hoofdsom, 5) een rentebrief van 37 gld per jaar op Arent Pietersz Deijman, losbaar met 600 gld, met allerlei bepalingen ingeval van overlijden van één der partijen. Michiel Jansz van Woerden, notaris en secretaris der stad Haarlem, passeert hiervan een instrument ten huijze van Cornelis van Berckenroede gestaen in de Schachelstrate

met het zegel van Michiel Jansz van Woerden: een klimmende leeuw, op de helm een wrong en een halve leeuw

Haestrecht, van | 1380-08-23

Wapenheraut jg 1904: p 425

Achternamenindex

Daem van Niemensvrient verkoopt aan zijn neef heer Pauwels van Haestrecht de corentiende en smaeltiende die hij hield van heer Wouter van Yzendoorn, gelegen in het kerspel van Sliedrecht

zegel van Daem: een halve dubbelstaartige leeuw

Leyenburg, van | 1461-04-22 - 1462-09-30

Rek Rentmeester Land van Arkel no 2189 fol 7, 10

Achternamenindex

rekening over het goed van Heukelom, die Zoedslagen: - een camp van 14 hont naast de landscheiding, gebruikt door Adryaen van Leijenborch, voor een som geld die hij van de jonker van Huekelom geleend had; Adryaen ten eigen, waard 6 schilden, daarom hier niet; - de grijendinge om de hofstad van Leyenborch was ook verkocht in het jaar 1460 bij Jan van Rossem [aan] Herberen de Leeuw, voor 44 Beyerse gld, en zal weer houbaar worden in 1464, daarom hier niet

Lecke, van der | 1321-04-12

Reg Hann p 93

Achternamenindex

Pieter heer van de Lecke neemt in erfpacht van het Domkapittel te Utrecht de visserij in [de mond] van de Leck, zoals zijn voorvaders; erfpacht: 2 levende steuren van 10 à 12 voet lang, of 28 kl zwarte Tourn; 1340-03-11: zijn zoon Hendrik wordt hierin bevestigd

zijn ruiterzegel: een klommende dubbelstaartige leeuw; medebezegeld door zijn familiaris Johan van Durnick

Hoogstraten | 1486-07-14

Inv Arch Kerkvoogdij Haarlem Inv no 114

Achternamenindex

Jacob van der Couster en Jan Gysbrechtsz, schepenen in Haerlem, oorkonden dat Huyge Hoochstraten als vader en voogd van Geryt, Cornelis en Symon, zijn drie kinderen bij wijlen zijn vrouw Aechte Gerrit Borwoutszdochter, met toestemming van hen, opgaf ten vrijen eigen de kerkmeesters van de parochiekerk binnen Haerlem, een huis en erf, dat de kerkmeesters nu afgebroken hebben, geheten "de Struijck", belend tussen Pieter Ripprantsz en Aelbrecht van Assendelft, achterwaarts strekkende tot aan het kerkhof

zegel van Jacob van de Couster: klimmende leeuw, Jan Gysbrechtsz: twee beurtelings gekanteelde dwarsbalken

St Bavo Haarlem

Castricum, van | 1396-07-02

Inv Arch Abdij Egmond no 846 fol 72 (oorspr Inv 852 met zijn zegel)

Achternamenindex

Ghisebrecht van Boschusen, schout in Castrichem, oorkondt dat de vrouw van Bave Willem Soijer van Castrichem met haar voogd en die van haar kinderen verkocht heeft aan het convent van Egmond een gheers in Luttike made te Backem, belend: het klooster aan beide zijden, strekkende van Aremermade aan de Gheest. Tot onderpand van vrijwaring stellen Bave en haar kinderen den tuin daar zij nu op woont

bezegeld door Ghisebrecht van Boschusen, schout: klimmende leeuw met 2 door elkaar gevlochten staarten

abdij Egmond

Bochoven, van | 1621-09-12

Navorscher 1886 p 364, 1887 p 345, 1889 p 391, 1895 p 149, 440; 1896 p 122 en 457, 1897 p 152, 1898 p 279, 632

Achternamenindex

overluidingen te Utrecht: - Evae Hermanni de Bockhoven, vrouw van Reineris Johannis Lauw; 1624-09-11/02: Henrici a Bockhoven; 1629-09-14: Cornelii Henrici à Bockhoven; 1639-10-21: Maria van Bockhoven, weduwe van Claes Jansz de Leeuw; 1640-07-19: Belichgen van Bockhoven, vrouw van Abraham van Rijn; 1641-02-03: Sara Henricks van Bockhoven, dochter van zaliger Henrick van Bockhoven, bedaegde dochter; 1643-03-02: Roeloff Henricksz van Bockhoven oud Raet der stadt Utrecht; 1644-05-27: Rutger van Bockhoven; 1646-08-19: Mechtelt van Boekhoven, huisvrouw van Johan van Houten, procureur voor het gerecht van Utrecht; 1648-03-30: Mart Bernard van Bochoven, jongeman

Herlaer, van | 1560~

Geneal Herald Bladen jg II p 144

Achternamenindex

Joost van Veen schonk ten huize van Cornelis Eijnout, schout van Petten, een glas met zijn wapen, dat van Egmond gedeeld met een blauwe leeuw graaf Lamoraal met zijn baljuw Loef van Herlaer en zijn rentmeester Jacques la Cambe, daar aan huis komende en het ziende was zeer verstoord, aan van Herlaer vragende, waarom hij toeliet dat van Veen zijn wapen voerde. Deze antwoordde dat een officier bezwaarlijk tegen een ambtgenoot kon optreden. Joost, het gebeurde vernemend, zond een glasschrijver, die de kepers van Egmond dekte met een lambel van lazuur, en toen de graaf dat bij een later bezoek zag, uitte hij geen bedenking