68 resultaten

Liesveld, van | 1312-08-15

Berkelbacht 250, 681/Van Mieris II 410
Achternamenindex

Johannes de Liesvelt, vasal van de abt van St Paulus; ook 1325-12-28: Johannes van Liesvelt, knape

vasallen: Ghiselbertus van Ysselsteyn, Adamvan Lochorst, ridders, zijn zoon Gerardus, Henricus de Coelhorst, Johannes de Liesvelt, Erenbertus de Beijart

Zuylen, van | 1402-03-10

Cat Arch Heren van Montfoort no 175
Achternamenindex

Henric burggraaf van Montfoort maakt zijn testament waarbij hij zijn boedel scheidt tussen zijn vrouw Oede van der Lecke en zijn kinderen Zweder, Jan, domdeken te Utrecht, Lodewijk en Willem

executeurs: Herman van Lochorst, domdeken, zijn zwager Hendrik van der Lecke, Jan van Zulen Dircsz, Peter die Ha… , zijn kapellaan

Scadijc, van | 1460-06-06

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 86, 174v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: jvr Jut, vrouw van Goesen van Scadijc draagt over een stuk land van 2 campen, geheten de Lijescamp, gelegen in den Slage, en Goesen doet afstand van zijn lijftocht; vervolgens wordt zijn zoon Evert van Scadijc Goesenz beleend; 1465-04-11: Evert van Scadijc draagt dit leen op, en vervolgens wordt Heinric die Witte beleend tbv "der armen luden die beddevast lagen in Sinte Barbarengasthuus t Utrecht bi der plaetse ende St Louwerens gasthuijs daer t'eynden an"; de beide gasthuizen worden beleend

mannen: Gherijt van Lochorst ende van der Merwe, Henric van Duven; 1465: Jan van der Anxter, Tyman Mouwer van Heersell

Culemborg, van | 1460-03-13 (1460-02-13~)

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 16v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Johan Clauwert oorkondt dat heer Johan heer tot Ghimnich en tot Visschell, ridder, hem opdroeg het leengoed dat hij van de abdij in leen hield, die hij om zijn schulden te betalen had moeten verkopen: 1) den oldenweert mitten gherichte, hoghe ende leghe min sinen thyenden, gelegen bi der Nyerlede, belend oost: den Amstelschen boomgaert, west: den Scullenborchsen weert, noord: die Meersschen, zuid: de oude Rijn; 2) den Schulenborchschen weert in het kerspel van Lienden, belend an die oversijde: heer Johan heer tot Ghymnich, nederzijde: de bisschop van Utrecht; 3) al hetgeen hij van de abdij hield; vervolgens wordt heer Gherart van Culenborch met deze goederen beleend tot een onversterfelijk erfleen

leenmannen: Gherijt van Lochorst van der Merwen, Ffolpert van Amerongen, Johan van Amerongen, Zoude van Rijn, Dirck Bor van Amerongen van Renen

Doorninck, van | 1468

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 203v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: mr Dirc Grawert, deken van de kerk van Oudmunster, draagt over al zijn leengoed, hem aanbestorven bij dode van zijn broer Gerijt Grawert, aan Jan van Doornick; 1472-01-08: Jan van Doornick draagt over: 1) ½ van alingen goede en leen ter Ouder Zijlhorst, 2) land geheten Bredersveen, noord: Aernt Zegersz van Emmiclaer, zuid: de gheer met de broeck behorend tot Ouder Zijlhorst, west: Reijer Evertsz, de Gheer belend : Jacob van Lijelaer, 3) Alfertsland, west: de abdij, oost: Egbert de Beer, 4) "de brede acker" en de Geer, oost: Jacob van Lijenlaer, wes: Egbert de Beer, 5) Hoevenacker, oost: Egbert de Beer, west: de abdij, 6) Coepscamp, oost: de abdij, west: Zijlhorst, 7) Huijsstuc, oost: Egbert de Beer, west: de abdij, 8) het Wijnckelstuc, oost: de abdij, west: Egbert de Beer, noord: Reijer Evertsz, 9) land dat Gysbert Gysbert Lambertsz gepangelt heeft tegen Egbert die Beer an die Baeste, belend beide zijden: de Oude Zijlhorst, 10) 3 duijstcampen, onderdeijlt tegen die Nije Zijlhorst, zuid: Deric die Coninc, noord: Goesen van Voirde en Egbert die Beer, 11) een duijstcamp onderdeylt met nijer Zijlhorst, noord: Deric die Coninc, zuid: de abdij, 12) veen geheten Henricscamp, onderdeylt met nijer Zijlhorst, noord: Jan Pouwelsz, zuid: Claes Ban, 13) utslagen en veen die tot ouder en nijer Zijlhorst behoren, 14) ½ van het leen Nyer Zijlhorst, eggen ende eyden, bodem ende voirt veen en velt; vervolgens wordt Willem Claesz then Hove beleend met de helft, onderdeylt met Evert Freijse an Dolre die de andere helft heeft; "dit goed heeft ontfangen Gysbert Willemsz in eodem libro fol 223"

mannen: Eerst van Drakenborch, Willem van Lochorst, Geryt van Ryn, Jan van der Anxter; 1472: Geryt van Rijn, Alfer Ruysch, Tyman Mouwer van Heersel

Dolre, van | 1442-03-21

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 139, 150, 164
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Evert Freyse van Dolre en zijn moeder Salome van Herwen worden beleend met ½ goed ter Zijlhorst, waarvan de andere helft aan de erfgenamen van Dirc Grawert toebehoort, gelegen buiten Amersfoort op het Hogelant, hem aangekomen bij dode van zijn vader/man Baernt Freyse van Dolre, tot een goed onversterfelijk erfleen; Evert doet hulde en eed voor zijn moeder; 1452-07-18: dezelfde belening, Ghijsbrecht van Wijck doet hulde en eed voor Salome; 1459-12-03: jvr Salmee van Herwen draagt over de helft van het halve goed ter Zijlhorst tbv haar zoon Evert; "de wederhelft van dese alinge goede heeft Goessen Gysbertsz ut in libro abbatis Jacobi de Stege fol 3"

mannen: Gysbert de Wolff, Henric Jansz; 1452: Henric uten Waerde, Hugo Bull; 1459: Dirc van Zulen van Hermelen heer van der Zevender, Geryt van Lochorst en van der Merwe

Vuren, van | 1558-11-27

R.A.H. Coll Aanw 134 Caput ZH fol 175v-180
Achternamenindex

huwelijksvoorwaarden tussen jhr Johan van Asperen en jvr Maria van Roon: inbreng van Johan: - huis en hofstede met heerlijkheid gelegen op Vueren, 80 Kar gld sjaers, - 20 morgen op Vueren, die morgen jaerlix geldende 7 Kar gld, - een tiende gelegen op Deijl, geldende ± 200 Kar gld sjaars; - hofstat binnen Vueren, geldende 25 Kar gld sjaers, - tiende op Enspijck, 80 Kar gld sjaers, - 10 morgen op West [?], geldende 6 Kar gld, - op Horwijen 3 morgen, die morgen geldende 7 Kar gld sjaers. Pieter van Roon heer van Pendrecht geeft: rente van 300 Kar gld, zij erft de helft van hun goederen o.a. huis in den Hage, een rente van 300 Kar gld

Goessen van Santwijck vt Pieck heer tot Thienhoven, Goessen van Honsselar en Cornelis van Wyngaarden, vrienden van Johan; Raes van Roen, Vincent van Lochorst en mr Gysbrecht van Hogendorp, vrienden en magen van Maria van Roon, en haar moeder Johanna van Schoonhoven

Ackoy, van | 1389-05-12

R.A.H Coll Aanw 45 fol 572
Achternamenindex

lenen van Ackoy: leenheer Harberen van Hoekelem, heer van Ackoy: 1) Ghijsbrecht de Grote van Beest 4 morgen land, 40 sch en 48 hoenre [nogmaals?] en 8 morgen land zonder brief; 2) Ghisebrecht Ghisebrechtsz van Deij de jonge 8 morgen; 3) Herman de Monic 3½ morgen in Donkershove; 4) Gheryt Gheerkensz 4½ morgen in Donkershove; 4b) Aernt de Ledighe Claesz 14 hont op ten Weert te Ackoy; 5) jonge Aernt Dierout 4 morgen; 6) Arent Dierout de jonge, Wouter van den Berghe, Robbert Dieroudt, Robbert van Ghenderen, elk 13 morgen op Ackoy; 7) Dirc Zeghen [Zegersz?] volgens zijn brief; 8) Alpher Alphersz van der Horst 9 morgen op Ackoy; 9) heer Otto van Asperen het halve veerscip tussen Asperen en Ackoy, ⅙ deel van de visserij te Ackoy, en 9 morgen in Dalem; 10) Allart van Bueren 2 hoeven in Ackoy; 11)Harberen Lourensz 5½ morgen te Ackoy in Donckershove en 3 morgen in Koijerscape; 12) Harman Harmansz van Lochorst 13 morgen tot Ackoy; 13) Wouter van Stoutenborch Woutersz 5 morgen en 2 hont land bij Ghisendamme; 14) Gheryt Gherytsz zulk leen als hem [here?] Garbrant van Beest hield, hetzij veer of hofstede; 15) Roetk 2 ½ morgen op Ackoy; 16) Gheenken Roetk 4 morgen en 2 hont op Ackoy; 17)Hubert van Buesinchem de gift van de kerk te Vrieswijc, het goed in den Loe en het gerecht van de Zevenhoeven in Lopik; 18) heer Hubert van Culenborch 2½ hoeve land op Ackoy en in de Lopikerwaert 24 morgen, de visserij van der Cule, al de hofsteden ten Gheijne die van hem zijn en het recht "als hi an den craen heeft aent overtrecken ende overdragen ten Gheijn dat hi daer of heeft"