Dalem, van | 1418-06-04

Arch Nassau Domeinraad regest 1071

Achternamenindex

Willem van Dalem heer van Donga, Reijner Mours, Herman van Zelbach geheten van der Loe, Dieric van Oesterzeel, Rutgher van Tefelen geheten Boeve, arbiters, doen uitspraak tussen de jonker van Nassouwe heer van de Leck en Breda ter ener- en Arnd van Gavere heer van Liedekerke anderzijds

Heyden, van | 1470~

Quellen Stift Xanten p 386

Achternamenindex

officum camere Xantensis: in Swelm [Swalmen] de curte et bonis te Loe cum atinentiis seu curte prope Rade voer den Walde cum hominibus dicte curtis et in Swelm de bonis in Wynthoevel 17 ½ mark Colonienis; ista bona Gottfridus de Heyden et Hermanna uxor sua habent ad vitam

Schaep | 1554-07-18

Arch Huis Bergh Reg Oork nr 2738 en 2739/Arch Aartsb Utrecht jg 18 1890 bl 248

Achternamenindex

de officiaal van Theodericus A Loe, proost en aartsdiaken van Embrica, gelast, na presentatie door Adam de Monte, voor het door de dood van diens natuurlijke zoon opengevallen officie te Diedam, de afkondiging van Johannes Sceip [Schaap]. In dorso staat de oorkonde van 1554-07-29

Vianen, van | 1376-10-27

Codex Dipl Neerl 2e Serie dl 4 afd 2 p 96

Achternamenindex

schouwbrief van de watergang van de Rijndijk tot de Yssel toe, gemaakt door: Zweder uter Loe, domproost, Johan van Ven, abt van St Paulus, Gysbrecht heer van Vianen en den Goye, Johan van Rinesse, ridders; Gijsbrecht van Loenresloot, knape, en Willem van der Weyde, burger te Utrecht

Loo, uter | 1376-10-27

Codex Dipl Neerl serie 2 deel 4, afd 2 p 96

Achternamenindex

schouwbrief van de watergang van de Rijndijk tot aan de Yssel, gemaakt door: Zweder uter Loe, domproost, Johan van Ven [van Oen], abt van St Paulus, Gysbrecht van Vianen en van den Goye, Johan van Rinesse, ridder; Gysbrecht van Loenresloot, knape, Willem van der Weyde, burger te Utrecht

Heukelom, van | 1543-08-08

Arch Huis Bergh regest 2487

Achternamenindex

Johan van Dilsen man van Margriet van Hoekulom, Reyner van den Boenhoff, man van Jenneken, gaan een magescheid aan over de nalatenschap van Wylhem van Hoekulom en diens vrouw Catherina, ouders van Margriet en grootouders van Reyner, waaronder een aantal goederen, o.a. de Hemellingh en de Loe onder Herwen behoren

Herwen

Capelle, van de | 1424

Quellen Stift Xanten p 517

Achternamenindex

census curtis Rottum, Brunen: Johannes de Capella, Henricus de Eger, Ulendis filia senioris Adolphi de Wylaken, 12 sol 4den leves de bonis dictis op ten Loe; Buderich: de 8 maldersaet in Egher, 31 d leves, 1e: Johannes de Capella, 2e: Mechteldis filia Gerardi de Eger, 3e: Yda vrouw van Johannis

Bellinchaven, van | 1477

Quellen Stift Xanten p 497

Achternamenindex

Heberegister der Pension Bislick, Loe: Her Jan van Bellynchaven 3 schepel tritici, 3 gerst, 3 haver van den haef Bernt to Helzekem; dieselve her Jan 3 schepel gerst, 3 schepel haver, dat betaelt Bernt to Helzekem; Bernt tot Helzekem 6 vat tritici 6 gerst, 6 haver, van den guei van Derick van Bellynchaven

Aeswijn, van | 1606-06-25

Kroniek Hist Gen jg 1851 p 21/Arch Mathenesse

Achternamenindex

huwelijksvoorwaarden van Anthonis van Aeswijn, oudste zoon van Reinhard van Aeswijn, heer van Brakel en van Mechteld van Ysendoren, vrouwe van Sterkenburg, met Geertruid van Aldeboickum, enige dochter van wijlen Peter van Aldenboickum en Elisabeth van Loe. Anthonis brengt ten huwelijk o.a. het huis en de heerlijkheid van Brakel, en Geertruid de goederen van Berenbroek in Liemers

huwelijksvrienden o.a. Arnold van Aeswijn heer van Ruwiel, Adriaan van Matenesse, Bernard van den Bongard, ter enerzijde, en Elisabeth van Loe, weduwe van Oldenboeckum Johan van Wijlich tot Vonderen, drost tot Holt, Gijsbert van Bodelschwingh, Diederik van den Recke, wijlen Johans zoon ter andere zijde

Lier, van | 1388-1389

De Raadt II p 344/Compte St Jean 1388-1389; C.C.B. no 17144 fol 240

Achternamenindex

Walterus de Lyra, fils de la dame de Wesemale, comme tuteur de damoiselle Catherine, fille de feu Costin van Berchem, relève du Brabant, neuf hommages, achetés, autrefois par Magnos Costinus (van Berchem) de Pierre van Aywen; le même est investi, comme héritier de Jean de Beer, chevalier, de la curtis de Ter Loe, avec deux hommages, à Casterlé, et d'une rente