4 resultaten

Loeten | 1322-02-14

Reg Hann p 102
Achternamenindex

Mabelia, abdis van Rijnsburg, machtigt broeder Dirc Loeten alle opdrachtbrieven van Willem Aalbrechtsz van Ockenbergh in ontvangst te nemen

Ockenburg, van | 1322-02-14

Reg Hann p 102
Achternamenindex

Mabelia, abdis van Rijnsburg, machtigt broeder Dirc Loeten alle opdrachtbrieven van Willem Aelbrechtsz van Ockenburgh in ontvangst te nemen

Gier, de | 1620-07-24

R.A. Arnhem Arch Ammerzoden Inv no 12 no 8a
Achternamenindex

getuigenis tbv Quirijn Aertsz Doorn dat een stuk land genaamd die Cleyne Weij die Ariaentken Jan de Gier of haar zoon Peter de Gier, bezitten of gebruiken, "tanderen tijden is gedeylt geweest in 11 loeten". Verklaart verder Gielis Brant dat de kinderen van Aert Martensz daarin is competerende 2 loeten; 1621: "nieuwe" schepen van Ammerzoden: Peter de Gier. 1621-08-20: Peter Jansz de Gier, schepen, oud 31 jaren; 1623-01-06: ingeboden van 's heren wegen: peter de Gier

Bekesteyn, van | 1530-01-07 (6)

Ms op Straeten v.d. Molen dl III fol 719 t/m 730, verkorte versie
Achternamenindex

testament Margriet van Bekesteyn: joffr Margriet, weduwe van Dirck van der Merwen ontvangt: 1) huijs met seker lants gelegen buiten St Janspoort (Haarlem) op geen sijde die Reguliers, bruijct Borryt Pietersz wonende op Crayenest om 46 R gld sjaers; 2) ½ van 3 weyden weylants aen die Heuste beeck buiten de Cruijspoort buiten Haerlem, bruyct Maritgen Willems om 25 r gld sjaers; 3) die andere helft van die voors. weyden, bruict Machteld Gysbertsdochter, weduwe van Dirc Claesz om 25 R gld sjaers; 4) 3 £ gr Vl sjaers losrenten op die stede Waegh van Haerlem den penn. 16, sprekende op Wouter van Bekesteyn, van date 06-01-1475; 5) 4 £ gr Vl sjaers losrenten, den penn. 16, sprekende op Gerrit Jan Huijssersz van dd St Jansdach midsomer 1477; 6) 2 £ gr Vl sjaers losrenten, den penn. 16, sprekende op Wouter van Beeckesteyn, d.d. 23-10-1480; 7) 9 gaerden lants in Assendelft, bruict Griet Jan Galen om 24 R gld 12 st sjaers; 8) 6 gaerden in Assendelft bruict Balich Jacob Henrics weduwe om 16 R gld 9 st sjaers; 9) 8 gaerden en 1 vierendeel in Assendelft, bruyct Jacob Allertsz om 21 R gld 6 st sjaers; 10) 4 morgen geheten den Otten Rijn, gelegen bij Coedyex sluijs in de ban van Bergen, bruijct Cornelis Michielsz, wonende op Coedijck om 25 R gld sjaers; 11) een stuk lands groot 6 maden, geheten dat Souterlandt in Utgeest, bruict Dirc Willemsz om 24 R gld sjaers; 12) 9 maden in Utgeest, bruict Simon Claes Simonsz zoon om 24 R gld sjaers; 13) 6 maden binndijcx en 1½ mat lands buitendycs, geheten die smale weer, gelegen in Oeszanen, en bruict Jan Hansz Tweijfer op Saerdam om 17 R gld 10 st; 14) ⅓ deel van een stuk lants geheten die Loeten, daer Gielis Willemsz die ander ⅔ deel of toebehoren, ende is t geheel land groot 2 mad en 3 hont, gelegen in Oestzanen ende bruijct Henrick Jansz Versluijs om 35 st sjaers; 15) 2 pachtbrieven van erfrenten op Hoochwou en Aertswou, de ene brief van 16 R gld sjaers, de andere van 15 R gld sjaers, beijde brieven van 08-03-1482; 16) ½ van een pachtbrief van 12 R gld sjaers op een stuk lands gelegen in Wessanen, wordt betaelt bij Dirc Claesz op Wormerveer daer off die wederhelft gevallen is aen de kinderen van Johan de Jonge

Haarlem en Heemstede