45 resultaten

Eem, van der | 1439-03-01

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 132, 138v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Pelgrijm Goessensz van der Eme draagt op "den eigendom van 6 dachmaets lants in t gerecht van Bunscoten te Velde in den lande dat Goede Goedensz plach te wesen van den lande dat Ebbe Louwe en Gherbert Volkensz daerin hebben bi den dijck voert oestwaert opstreckende", belend zuid: Jacob Winmekensz kinderen, noord: land dat Gerijtsland geheten is; vervolgens wordt Pelgrim hiermee beleend; "Item dit heeft nu Jan Cibert ontfangen Pelgrim Goessenssone anno 1488"; 1441-04-02: beleend Hase Willem Cijbers wijf was, na dode van haar vader Pylgrim van der Eem; vervolgens draagt zij dit leen over tbv Jan Cijbert, die ermee beleend wordt

mannen: Gheryt Jansz, Jan van Amelenberge; 1441: Goessen van Voerde, Willem Lambertsz

Lockhorst, van | 1567-05-28

R.A.H. Recht Arch no 2864,2863/Transportregister Weesp
Achternamenindex

de broers Cornelis en Peter oude Jan Reynerszoons, zijn schuldig aan Huybert Herwycks aen de Bydelmeer 20 Kar gld per jaar op 4 morgen in den Huijs zaet, belend zuid en noord: Fije weduwe van Jan Bout (fol 14); 1583-11-19: belend Bout Jansz (fol 31); 1584-01-23: Bout Jans hofstede (fol 8); 1573-10-29: Fye Jan Boutenz weduwe ( fol 115); 1581-04-17: Bout Jansz belend (fol 157), idem 1587-04-06; Elbert Bout Herwichsz, schepen in Bindelermeer (fol 163); 1587-08-05: belend Jan Bouwens (fol 172); 1587-12-02: Cornelis Jansz Bout (fol 186v); 1588-06-06: belend Bout Jansz (fol 220); 1530-12-14: belend Louwe Boutsz (2863 fol 113v), idem: Ponciaen Hermansz (fol 105)

Hoog, de | 1466-06-13

A.R.A. Leenkamer 117b/Reg Charolais fol 52/A.R.A. Copie Leenkamer no 39 fol 105/Ons Voorgeslacht 03-1985 p 87
Achternamenindex

Anthonis Michielsz beleent q.q. Jan Willemsz na dode van zijn vader mr Willem Claesz, met: !0 een hofstede mit den werve en timmeringe daarop staande, gelegen tot Herdincvelt, streckende tot den diepe van der Merwede toe, oost: Dirc die Hoge en Herbaren Dircsz, west: kinderen van Louwe Evertsz, leen van Arkel; 2) 9½ morgen lands gelegen op Herdincvelt, oost: Jan Claesz en Henrick Jansz, west: Hughe Govertsz; 3) 4 morgen land opwairts bij het huis dat heer Jan van Kervenem toebehoorde, gemeen in de bovengenoemde 14 morgen; 1524-06-10: hofstede met timmering en 2 en 4 morgen, belend oost: Jutte weduwe Cors c.s. achtererven Dirc de Hoge, west: Herbaren Willemsz, zuid: de hoge dijk, noord: de gemeente, Herbaren Willemsz na overdracht door Gerrit Jacobsz

leenmannen van Holland: heer Willem van Alckemade, ridder, Gheryt heer van Assendelft, Phillips Ruychrock van de Werve

Fouter | 1424-1425

Rek Rentmeester Kennemerland
Achternamenindex

Louwe Foutersz: (856 fol 5v)heeft dat clochuijs te Hensbroeck tot putoir aes; 1425-1426: (857 fol 3v) de tiende van Hensbroec en Opdam, (fol 5) niet dat clochuus tot Hensbroec heeft Lou Foutersz tot putoir aes; (fol 8v) pluijmgrave in Overleker ambacht voor zijn rock 3£; 1427: (857 fol 16v) de tienden van Opdam en Hensbroec, (fol 18) heeft het clochuis aldaar, (fol 25v) pluymgrave in Overlekerambacht, voor zijn roc 3£; 1427-1428: (857 fol 36v) de tienden in Opdam en Hensbroec, daerof niet; (fol 38) het clochuys te Hensbroec; (fol 41v) pluimgrave in Overleker ambacht, zijn rock 3£; 1428-1429: (859 fol 9, fol 3v) de tienden van Opdam en Hensbroeck, (fol 5) het clochuys te Hensbroec, de watertocht buten Spanbroec 10sc, de Rijsdam en de Leek 3£ 12sc; 1429-1430: (860 fol 3v) de tienden van Opdam en Hensbroec

Schure, ter | 1379-09-19

Memorien Stift Xanten p 212 no 50
Achternamenindex

Aleid, Witwe Johan ter Schuren verpflichtet sich vor versammeltem Kapittel, den Behandigungsvertrag über die Güter von Bolsward vom gleichen Tage einzuhalen

Johannes Voegel, Swederus de Saerbrucghen, Henricus de Thethel, Elbertus de Louwe, Theodericus de Asborch, Macharius de Kalkar, Henricus Boeve, Petrus de Wesalia, Lambertus de Mersche, Renerus de Meer, Brunonis de Duysborgh, Tilmannus de Bonna, Gerardus de Berka, Tilmannus de Anraede, canonici ecclesie Xantensis; in presentio: Johannes de Duysborch, Conradus de Kalker, Johannes Bols, perpetuis vicariis ecclesie Zantensis, Gobelinus de Bemel, opidanus Xantenis