Dulsche, de | 1376, 1403, 1469

De Raadt I p 404, 405

Achternamenindex

Lambert van Duyst, Gosswin die Dulsche, Gisbert Fey, Arnould de Ghijer, curé de Haeften, Boniface Maurissensoen et Pierrre uten Werde promettent que Jean uter Maet se trouvera, le dimanche après le jour d'apôtre St Jacques, vivant au mort, à Werdenberch op ten oversten huys à la dispostion du seigneur de Waardenburg. 1403, 1421, 1427: Herman Dulsche Gheraetsz, échevin de Heusden; 1469, 1473, 1496: Adrien Duls Gherytsz, échevin de Heusden

Overrijn | 1376

De Raadt I p 404

Achternamenindex

Lambert van Duyst, Goswin die Dulsche, Gisbert Fey, Arnould de Ghijer, curé de Haeften, Boniface Maurissenz en Pierrre uten Werde beloven dat Jean uter Maet, 's zondags na St Jacobus dood of levend te Werdenberch op t overste huis over te leveren aan de heer van WErdenburg of zijn erfgenamen, op een boete van 300 oude schilden te betalen aan Alard van Werdenberch, Gauthier van Overrijn, Thierry de Roever

Duyst, van | 1376

De Raadt I p 404

Achternamenindex

Lambert van Duyst, Goswin die Dulsche, Gisbert Fey, Arnould de Ghijer, curé de Haeften, Boniface Maurissenz en Pierrre uten Werde beloven dat Jean uter Maet, le dimanche après le jour d'apôtre St Jacques, levend of dood te Werdenberch op ten oversten huys over te leveren aan de heer van Waardenburg of zijn erfgenamen, op een boete van 300 oude schilden te betalen aan Alard van Werdenberch, Gauthier van Overrijn en Thierry de Rover

Wilde, de | 1423-08-25

Leenregister Culemborg

Achternamenindex

leenregister Culemborg 1410~: -jvr Hil van Strowijc, vrouw van Henric Freyzen van Dolre, 2) 9 morgen in de maet, belend boven: Arnt Coppier Diricsz met zijn zoon Jan, beneden: Gysbert die Wilde en de kinderen van zijn broer Peter (fol 100);- Maes Wolterz 10 hont land in de Afterkoep te Boesinchem, belend boven: Henric Heynendochter van Eijnspijck vrouw van Bernt dije Wilde, beneden: Henric Coppier Dircsz en zijn zuster Aleit (fol 101v)

Doijs | 1477-04-18

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 447

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Steven Doijs maakt tot lijftocht voor zijn vrouw Hanniken Gerrit Krijxt dochter, "ut die heerlicke goederen die hij van ons te leen houdt geheten die Schalbrinck, die Rutger Gerijtsz nu ter tijt bruict. Noch een maet gelegen over die Eem dat Heyn Nagel bruyct, en 2½ schepel roggelants dat Aefken Gherbarts bruyct en noch 5 spijnt roggelants dat Willem Jansz bruyct", 10 gouden Rijns gld per jaar aan rente

mannen: Peter Dijer, Peter Willamsz, Evert van Heze

Holland, van | 1423~

Leenregister Culemborg fol 95, 96

Achternamenindex

leenregister Culemborg 1410~: - Gerit die Bruen 10 morgen samen met Gerephaes van Hollant, gelegen in die Huesmate, belend boven: Hubert Sassen erfgenamen, beneden: Gerefaes van der Wade (fol 95); - Yerphaes van Hollant de helft van 10 morgen land bepaylt met Gerit den Bruen, in de Huesse maet, belend boven: Hubert Sassen erfgenamen, beneden: Gerit die Bruen; - Yerefaes de middelste Lijskamp van 4 morgen, belend boven: de Tyelse wech, beneden: die Grote Kamp; - Yerephaes 8 morgen, belend boven: Yerephaes zelf, beneden: de vrouwe van Molderyck

Freijs | 1423-12-22

Leenregister Culemborg fol 100

Achternamenindex

leenregister Culemborg 1410~: jvr Hil van Strowick vrouw van Henric Freijzen van Dolre - een camp van 9 morgen Strowiscamp geheten, belend boven: Wynken Vredericsz, beneden: Wolter Heynersz; - 9 morgen in de maet, belend boven: Arnt Coppier Diricxz met zijn zoon Jan, beneden: Gysbert die Wilde en de kinderen van zijn broer Peter; - 3 ½ morgen in de Nienslach, belend boven: Hubert van Broeckhusen, ridder, beneden: Jacob Scult en zijn broer Bernt. Nog genoemd haar kinderen Johan en Henric als eventuele erfgenamen van Snoijenhove (zie op Strowijk)

Lodensteyn, van | 1468-03-16

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 183

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: heer Reijer van Lodensteyn, priester, droeg op 1) een maet land in het kerspel van Zoes, hof- en tijnsgoed, zuid: Dirc Mutse, zeewaarts: Rutger Goede Scaelsz.z, strekkende van Jacob Fijenz camp tot aan de Grote Saijmaet toe, 2) 2 campen land, ook tijnsgoed, west: de gemene wech, noord: Rutger Scaell, zuid: Dirc Mutse, oost: Gysbert van Lodensteijn; vervolgens wordt dit goed verleend aan het clerchuse en gemeen convent van St Jan tot Amersfoort, hulde en eed doet Aelbert Dirc Petersz

tijnsgenoten: Claes Jacobsz, mr Jacob Smit, mannen: Peter Dier, Alfert Ruysch

Strowijc, van | 1423-12-22

Leenregister Culemborg fol 100

Achternamenindex

leenregister Culemborg 1410~: - jvr Hil van Strowick vrouw van Henric Freyzen van Dolre: - een kamp geheten Strowiscamp, 9 morgen, belend boven: Wynken Vredericsz, beneden: Wolter Heijnersz; - 9 morgen in de maet, belend boven: Arent Coppier Diricsz met zijn zoon Jan, beneden: Gijsbert de Wilde met Pieter, kind van zijn broer; - 3½ morgen in de Nienslach, belend boven: heer Hubert van Broeckhusen, ridder, beneden: Jacob Scult en zijn broer Bernt; - 1425: Snoijenhove in het kerspel van Cuelmborg, te komen op Johan en Henric oer kinderen, hulde doet Steven van Zulen

Vlug | 1471-01-15

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 200v, 215

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Gheertruyt Vlugge Goyertsdochter van der Maet met haar man Goijert Vlugge, draagt op ¼ deel van dat heel slach land, onderdeijlt, in den slage, belend landwaarts: jvr Belije die Vrederics wijf was van der Voerde en Lubbert Symonsz, zeewaarts: Henrics erfgenamen van Endoven; vervolgens wordt Mechtelt, vrouw van Jan van Westrenen, dochter van Gheertruyt en Goyert Vlugge beleend; "Peter hoir sone habet"; 1473-11-09: Goijert Vlug verzoekt belening van wege Jacob Jansz van Westrenen met dit leen, na dode van zijn moeder Mechtelt; "modo Peter ejus filius"

mannen: Gheryt Meusz, Peter Dier, Evert van Hese; 1473: Vrederic uten Ham, Gerrit van Rijn