44 resultaten

Maat, uter | 1376

De Raadt I p 404
Achternamenindex

Lambert van Duyst, Goswin die Dolsche, Gisbert Fey, Arnould de Ghijer, curé de Haeften, Boniface Maurissenz en Pierrre uten Werde promettent que Jean uter Maet se trouvera, le dimanche après le jour d'apôtre St Jacques, vivant au mort, à Werdenberch op ten oversten huys à la dispostion du seigneur de Waardenburg, ou de ses héritiers; et ne s'en vra pas, hi en is ijrst besmeedt met hout ende met ijser, faute de quoi ils paieraient, audit château, dans les 28 jours, à partir dudit dimanche, 300 vieux écus à Alard van Weerdenberch, Gautier van Overryn et Thierry de Roever

Bot | 1472-09-27

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 207, 225v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Evertgen, vrouw van Jan van der Maet, draagt op de helft van een stuk erf gelegen tot Zoes, onderdeylt met haar zuster Geertrude, dat haar vader Willem van Doem van de abdij in leen hield, belend boven: Aernt van Drije, beneden: de heren van Oudmunster; vervolgens wordt Volken Both Peter Bothsz ermee beleend, sterft Volken voor hij mondig is, dan komt dit leen op Evertgen terug; 1482-06-01: Evertgen wordt na dode van Volcken Bot Petersz, van wie zij oude moeder was, beleend, Meeus Verborch doet hulde en eed voor haar

mannen: Gerit Bot Volkenz, Evert van Heze; 1482: Geryt van Rijn, Henric Ryngenberge

Haerlem, van | 1423-11-13

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 285
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Wouter Woutersz als voogd van zijn onmondige zoon Herman, met Dirc Stevensz van Hamelenberge, Steven Gysbert Scaelsz, Jan Stoep Ricoutsz, Ricout Claesz en Aernt van Hilhorst, als van vier vierdel maechtael, dragen op 2 acker weiland in het Nyeuwelant [te Soest ?], hof- en tijns goed, van de brenc strekkende tot aan tsheren maet, belend landwaarts: Meeus Dircsz, zeewaarts: Rutger Rutgerz, vervolgens verleent de abt dit goed aan Claes van Haerlem, prior tot Vreendael voirs, in een eeuwige erfpacht voor 1 g.g. oude Ludovicus Vlaemse groot; 1490: "item dit heeft Geryt Knijff in anno 1490 Vide int tynsbouck in die profesto St Martini"

Groesbeek, van | 1695-05-20

R.A.H. O.R.A. 3194 fol 148
Achternamenindex

compareerde voor schout en schepenen van Huizen heer Cornelis Brouwer, burgemeester van Naerden als gemachtigd van de Hoog Edele Heer Grave Jacob van Groesbeeck heer van Wemeldinge en vrouw Jacoba Tedinc van Berckhout, procuratie voor notaris Cornelis Lopse te Goes dd 1694-11-26. En de andere procuratie bij de heer mr Nicolaes van Naarden en Cristina van Naarden, gepasseerd voor notaris Bosch te Naarden dd 1695-01-01. Hij transporteert aan Jan Reyersz Tullingh, oud burgemeester van Naarden, zeker een zwat maet land (? niet leesbaar) gelegen in Jan Swarten Camp, gemeen met de coper en de weduwe van GErrit Tymensz, voor 285 gld

Wijck, van | 1479-05-26

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 304-305v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Otto van Wyck wordt na dode van zijn moeder Mergriet, vrouw van Otto van Wyck, beleend met: - ¼ deel van dat heel slach lants onderdeylt, in den Slage, belend landwaarts: jvr Belije vrouw van Vrederic van de Voirde en Lubbert Symonsz, zeewaarts: Hinricks erfgenmaen van Endhoven; 1479 des anderen dages na St Urbanusdach: draagt Otto van Wick dit leen over tbv Wouter van der Mait, die er vervolgens mee beleend wordt; 1479 des Manendages na St Odulphusdach: draagt Wouter van der Maet dit leen over tbv broeder Otto Zwedersz, pater van de Cellebroeders te Utrecht van de Augustijnenorde; - de tiende van het goed ter Weringhe, dat Margriet van de abdij in leen hield

mannen: Gerijt van Rijn, Steven Willemsz

Camphuysen, van | 1417-10

Leenregister Huis Bergh no 18 p 22
Achternamenindex

"Jutke oir guet, gelegen in den kirspel van Diedem, dat Franken van Camphusen oirs vaders to wesen plach, myt siiare tobehoir, ende heeft to deser tiit Wolter snoick in bouwingen, genompt Uppen Hogen in Greflichemmer buerscap, et modicum in Kircwiker buerscap, tsamen 16 maldersaets to guder maten. Item Sidesland in Greflichemmer brucke 1 slach van 22 maldersaets ailder maten. Ende 1 mateken in derselver buerscap bi Baerlo, helt 5 malder saets ailder maten. Ende in Tesmar buerscap to denselven guede 1 mateken, helt 10 maldersaets ailder maten. Ende 20 roden in Ailde maet. Ende 6 voderdeel in Loilreholt, 6 steden ende enen beer. Ende 6 voderdeel in Milsterholt en twe voderdeel in Waverloholte ende een twytzwiin, to 1 pond"; ± 1340: Dideric van Enghusen; 1417-10: Jutke Deric Momme van Kelle, hulder haar man Deric van Kelle; 1447-06-22: Johan van Kell, na dode van zijn moeder Jutke

Heukelom, van | 1439

Reg Leenakten 5e stuk Uitheemse lenen p 62
Achternamenindex

8 morgen te Tricht in het land van Buren, belend tussen Johan van der Donck en Willem Rolofsz erfgenamen, geerfd van Herman van Hoekelum op Jut Wannen, weduwe Rolof Gadertsz; met haar zoon Gadert transporteert zij dit goed op Otto van Vueren; 1468: Ot van Asperen van Vueren ontvangt 8 morgen gelegen in de Maet, de Arkelse hoeve geheten, naast Jan van der Donck; 1473-10-05: vernieuwt eed, te vererven op Alyt van Heukelom Adamsdochter; 1475-09-24: Alijt van Heukelom vrouw van Jan van Weerdenborch; 1481-10-15: Dirck van Weerdenborch, onmondig, erve van zijn moeder Aleyt, behalve lijftocht voor zijn vader Johan; 1487-01-02: zijn broer Johan vernieuwt eed; 1495: Catrin van Vueren weduwe van Gysbert van Giessen en vrouw van Johan van Bomel met lijftocht voor haar man; 1495: Johan van Weerdenborch, Dircks broeder kent dit leen voor sijn nyet ende begeerde het nyet te verheffen

Crachwijc, van | 1453-11-30

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 155v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: de abt beleent Heinric Bosch Gosensz, na dode van zijn moeder Beatrijs van Crachwijck, met: 1) een stuk land met hofstede, belend landwaarts: Lambert Tuer, zeewaarts: Geryt van Hilhorst, 2) 5 vierendeel hoijland, landwaarts: Gysbert Woutersz, zeewaarts: Aernt Gysbert Hilhorstz en Heijn Heijlant, 3) 6 vierendeel hooijland in den Heren mate, landwaarts: de jhr van Gaesbeec, zeewaarts: de bisschop, 4) 5 scepel engelants, geheten den Hage doer, landwaarts: de heren van Oudmunster, zeewaarts: Willam van Doem, 5) 6 scepel roggeland geheten de Hulle, belend boven: het godshuis van Soes, beneden: Alyt Lubberts, 6) 2 morgen veen, zeewaarts: Henric Henricsdochter van Crachwijck, landwaarts: Gysbert Dircsz, 7) 8 scepel roggeland geheten "die Leemkuul", belend boven: Ricout Willemsz, beneden: Rutger Jacobsz kinderen, 8) 8 scepel roggeland geheten "die Heetacker", belend boven en beneden: Jacob Goedenz, 9) 2 dach maet hoylants, strekkende van de Hoywech tot in die Eme toe, landwaarts: Gosen Bosch Willamsz, zeewaarts: Dirc Aelbertsz

mannen: Gysbert die Gruter, Otto van Slingelant

Oostrum, van | 1459-11-03

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 435v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Dirc van Oestrum maakt tot lijftocht voor zijn vrouw jvr Hadewich Jan de Boelendochter: 1) 4 dachmaet land in den kerspel van Zoes, lantwaarts: Gerijt Lambertz, Ghijsbert Hermansz en Jacob Willemsz onderdeylt, zeewaarts: Gherijt Rutgersz en zijn broer Dirck, onderdeylt, 2) een camp land streckende van den Brinck an Wouter Willemsz maet toe, dat van Steven was, lantwaarts: Rose Lambert Wouter Mutschenzdochter, zeewaarts: Henric Lambert Vierlinxz kinderen, 3) een hofstede met engeland, van de Brinck streckende an den Overwech, lantwaarts: Jacob van den Doem, zeewaarts: Ghysbert Scael, 4) de Gheer, zeewaarts: Jacob Heijn Zwagersz, lantwaarts: Ghysbert van Hagenouwen, 5) dat waterstuck, zeewaarts: Ghysbert Hermansz, lantwaarts: Wouter Mattenz, 6) den Bramert, zeewaarts: Ghysbert Hermansz, landwaarts: Jacob van den Doem, 7) ½ mud land, zeewaarts: Ghysbert Scael, landwaarts: de heren van Oudmunster, 8) een schepel land, zeewaarts: Ghijsbert Hilhorst, landwaarts: Jacob van den Doem, 9) een vierdeel veen, zeewaarts: Henric Noten erfgenamen, landwaarts: Jacob van den Doem

mannen: Gysbert Heinricsz, Rutger de Beer Jacobsz

Zijl, van den | 1422-12-12

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 459
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Geryt van Damassche oorkondt dat Dirc Meeusz en zijn zuster Yde hun moeder Feynse van den Zijl Hubertsdochter de naehant maakten aen sulke goeden als hierna beschreven staan: 1) ¼ deel van een hoeve land in het kerspel van Zoes met een hofstede en 2 mud rogge, van den Brenck tot aan Jacop van Nievelt, en tot aan Dirc Stevensz, belend zonnewert: Lambert Tuer, zeewert: Dirc Stevensz, 2) 3 scepel land strekkende aan de Groene wech, belend zonnewert: de heren van Oudmunster, zeewert: Gysbert Woutersz, 3) 2 scepel land strekkende tot aan de Barenschen wech, zonnewert: Willem Jacopsz, zeewert: de heren van Oudmunster, 4) 1 scepel land over den Barenschen weg, tot aan Willaem Jacobsz van den Doem en Gysbert van Hagenouwen, zonnewert: Isaac Evertsz, zeewert: Gysbert Woutersz, 5) "dat nederlant", van den Brenck aen des heren maet, belend zonnewert: Willem Woutersz, zeewaert: Wouter Muschenz

mannen: Bertelmeus Dircsz, vader van Dirc en Yde, Tyman de Lange