Gellicum, van | 1494-03-14

Wapenheraut jg 1915 p 481/G.A.U Catalogus I no 611

Achternamenindex

afgeloste rentebrieven der stad Utrecht: Cornelia Hubert de bastaarddochter van Culenborch, vrouw van Otte van Gellicum, de broers jonge Johan, Vrederyck en Cornelis van Meerten, Ernst zonen van Meerten, oorkonden dat zij geen recht hebben op 21 £ erfelijke renten per jaar en op 6 oude schilden per jaar erfelijke renten op de stad Utrecht, zoals vermeld in de doorgestoken brief, doch dat deze renten alleen toebehoren van Zweer van Esschensteyn en jvr Jutte Arntsdochter van Sulen, die hij heeft bij jvr Zweer Hubert de bastaarddochter van Culemborch; daar oorkonders geen zegels hebben, zegelt Johan van Zijl voor hen

Heye | 1439-01-08

Cartul Bagijnhof Breda no 107 p 73

Achternamenindex

schepenen in de palen van der Hoeven tot Etten oorkonden dat Lambrecht Henric Vosz erkent ontvangen te hebben van Noijte Aert Heijsdochter met Meerten Heij, haar voogd: "die rechte helftsceydinghe van enen huse ende hoeve" groot ± 1 ghemet gelegen op Atteleec, door haar vroeger gekocht van" ...

Brederode, van | 1606-02-12

Ned Leeuw jg 1925 p 113

Achternamenindex

gehuwd te Tiel Jan van Brederode, zoon van Erasmus en Mayken Joppe, luitenant van Johan Meerten met Catharina van Riemsdijck, weduwe van Johan van Soelen en van Johan van Berckhusen, dochter van Michiel en Gerarda Singendonk. (zij was onmondig in 1586 en 1596, weduwe 1633-11-11 en dood 1636-04-09)

Berkenrode, van | 1589-09-27

G.A. Haarlem Not Protoc no 8 fol 188, 6v

Achternamenindex

jvr Geertruyd van Abcoude genoemd van Meerten, vrouw van Geraerd van Berckenrode, baljuw van Kennemerland, herroeping van hun huwelijksvoorwaarden, gemaakt door notaris Jan Wolff (geen protocol aanwezig); 1589-01-09: (fol 6v) Berkenrode x Stalpert van der Wiele, Catharina van Berkenrode x mr Philips van de Mat.. (?), Agatha van Berkenrode x Johan van Alkemade

Heukelom, van | 1421-03-13

Arch Culemborg regest 719/Navorscher 1903 p 572/Tijnsboek Stift Elten uitgave Kist Leiden 1853

Achternamenindex

de abdis van Elten beleent Johan heer van Heukelom en Millingen met de halve heerlijkheid van Huekellem en Millingen, de halve heerlijkheid Lieden, de tienden te Lienden, Aelst en Meerten en de oude hof te Lienden, een dienstmansleengoed, zoals zoals zijn moeder Elisabeth van Lienden daarmee beleend is geweest (zie ook 1408-12-22); 1421: idem

mannen: Willem die Roede van Hieken, S Tengnagel, man van de hertog van Gelre

Vonck | 1453-08-19

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 15

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Rutger Vonck en zijn vrouw jvr Heijlwijch dragen de abt op alle goederen die zij en hun voorvaderen in leen hielden: 1) zijn hofstede, 2 morgen land in de maelscap van Meerten [Lienden Gld], 2) 6 morgen geheten die Hofecke, 3) 11 hont geheten op den smalen wech, 4) 4 hont geheten Ver Hillenhoff, 5) 8½ morgen geheten die Maet, 6) 3 morgen 2 hont geheten die Viertienmorgen, 7) 20 morgen geheten die Geren, alles in de maelscap van Meerten, 8) 6 morgen 4 hont geheten die Maet, 9) 5 morgen in de Veertienmorgen, 10) 3½ morgen aldaar, 11) morgen 4 hont geheten die Hofecke, 12) 6 morgen geheten den Blissencamp; vervolgens wordt hun zoon Hubert Vonck ermee beleend, en lijftocht voor Rutger en Heijlwich

mannen: Claes van Triest, Otto van Slingelant

Heukelom, van | 1408-12-22

Arch Culemborg regest 502/Navorscher jg 1908 p 413 (Tynsboek Elten)

Achternamenindex

de abdis van Elten beleent Elisabeth van Lienden [dochter van Johan van Lienden x Otto van Arkel heer van Heukelom] met de halve heerlijkheid van Huekellem en Millingen, de halve heerlijkheid Lieden, de tienden te Lienden, Aelst en Meerten en de oude hof te Lienden, een dienstmansleengoed, zoals haar vader wijlen heer Johan heer van Lienden daarmee beleend is geweest (zie ook 1421)

mannen: Reynolt van Aeswyn, Vrancke van Lengel, Johan van Ceps

Arkel, van | 1566-07-09

R.A. Arnhem Recht Arch Hoge Heerl. Ammerzoden 242

Achternamenindex

schepenen verklaren dat de broers Otto en Kaerl van Arkell, "gelovende voor haar broeders en susters, maken machtich Jan b. van Arkell. Dirck van Meerten, drost belooft an handen des richters in te halden altijt tot begeren des heren van Huecelum ende Werdenborch, recht vonnisse te verwachten. Dirck Vermeerten lijst en begeert ende protesteert te blijven in synder possessie offte commissie als hij van mijn vrouw van Hueculum mombaersse horen soens Joris geseten was"

Aelst, van | 1460-12-20

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 38

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Dirc Foijert, hof- en tijnsmeester van de abdij oorkondt dat Jan Vonck Hillensz hem opdroeg tbv Geryt van Aelst, een camp land van 3 morgen in het kerpsel van Lienden, in de maalschap van Aelst, geheten "die Moutcamp", belend oost: Aernt van Zoemeren met zijn kinderen, zuid: de lantweteringe, west: Aernt Walravensz, noord: de gemene straat, en hij ontvangt dit goed tot een goede onversterfelijke erftijns, ¼ deel van 7 mouwer mouts, dat twedeel haver, 3e deel wintergerst

tijnsgenoten: Jan van Meerten, Geryt van Grotenvelt

Kemp, de | 1472-05-02

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 42v

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Dirc Foeijert als een hof- en tijnsmeester oorkondt dat Willam de Kemp en zijn vrouw Angniese hem opdroegen tbv Jan Dircsz, 1 morgen land in de heerlijkheid van Lienden, belend oost: Mergriet Willam Vonckendochter, zuid: de gemeen straet, west: Henric Jan Harberensz, noord: Steven van Grotenvelt; vervolgens ontvangt Jan Dircsz dit goed in erftijns

tijnsgenoten: Jan van Meerten, Lambert van Zoemeren