103 resultaten

Putten, van | 1235-06-23

v.d. Bergh I no 356; Leenregister Putten: Ons Voorgeslacht 1979 p 192
Achternamenindex

Nicolaas heer van Putten geeft in leen aan Willem Hughenz, consanguineus meus [zijn neef, zoon van zijn broer Hugo ?], 8 £ Holl per jaar uit zijn bede te Putten (Pittis); indien de bede niet toereikend is dan uit zijn visserij aldaar. Bij kinderloos overlijden te versterven op zijn "proximi heredes"

getuigen: Landricus, Theodericus, Petrus de Spykenisse, Nicolaes en Everocker filii Farelt, Hessel filius Theoderici, Hugo frater domini Nicolai, Henricus de Orde, Arnoldus de Drencwerde, medebezegeld door dominus Henricus de Vorne

Visscher, de | 1329-02-09

Reg Rotterdam en Schieland no 378, 427
Achternamenindex

Meus Yenz van des Lopers Capelle houdt van de heer van Voorne in leen 7 gemeten land in Ellikerzee, waarvan Dirk de Visscer de helft in leen heeft ontvangen, en de andere helft van Meus heeft gekocht en ook in leen ontvangen; ongedateerde aantekening: Dieric de Visscer houdt de 7 gemeten in leen van de heer van Voorne, en die heeft verlof gegeven om de helft te verkopen, maar dat Dieric het geld niet besteed heeft voor goed van gelijke waarde; 1332-11-25: gerard van Voorne doet afstand van zijn recht op de helft van 7 gemeten land, die Dieric de Visscher in leen houdt, na ze van Mees Yenz van des Loepers Capelle te hebben gekocht

Beusichem, van | 1273-06-03

Sloet no 947
Achternamenindex

Hubertus de Bosichem, zoon van wijlen Hubertus de Bosinchem, ridder, oorkondt dat het kapittel van St Jan te Utrecht hem al zijn goederen in Bosichem, behalve de goederen die Stephanus de Buren, ridder, in leen heeft voor 15 jaar heeft verpacht. Genoemd: Theodericus Splinter, frater meus, succedet in eisdem bonis

Stephannus de Zulen, Swederus de Apekewolde, Swederus de Bosinchem, Arnoldus de Amestelle, Henricus de Loenreslote, Ghiselbertus de Ruele, Walterus de Solen, Wilhelmus de Ryswijc, ridders

Buren, van | 1273-06-03

Sloet no 947
Achternamenindex

Hubertus de Bosichem, zoon van wijlen Hubertus de Bosinchem, ridder, oorkondt dat het kapittel van St Jan te Utrecht hem al zijn goederen in Bosichem, behalve de goederen die Stephanus de Buren, ridder, in leen heeft voor 15 jaar heeft verpacht. Genoemd: Theodericus Splinter, frater meus, succedet in eisdem bonis

Stephannus de Zulen, Swederus de Apekewolde, Swederus de Bosinchem, Arnoldus de Amestelle, Henricus de Loenreslote, Ghiselbertus de Ruele, Walterus de Solen, Wilhelmus de Ryswijc, ridders

Ridder, de | 1334

Rek Rentmeester Noordholland p 167, 168
Achternamenindex

korentienden in Rijnland verkocht in 1333: de tiende te Nuwencoep (behalve 2 hoed rogge) kocht Meus de bode voor 50 £, borg met hem voor ⅛ deel: wouter Blankaert en Dirc Riddersz; de tiende in Oudencoep (niet geheel) kocht Wille Donker voor 8 £, borg met hem: Snelle, Copkyn, die marseman, die Ridder

Rossen, van | 1706-02-13

Arch. Gecomm Raden Noorderquartier Inv 51
Achternamenindex

lijfrenten kantoor Hoorn: Claas Poorter 300 gld ten lijve van Neeltje Jans van Rossen, oud 1 jaar, vader is Jan van Rossen en moeder Neeltje Mues, fl 27; 1707-06-11: Dirck de Geus 200 gld ten lijve van Jacob van Rossen, oud 4 jaar, ouders: Jan van Rossen en Neeultje Meus, fl 18

Woester | 1334

Rek Rentmeester Noordholland
Achternamenindex

corentienden in Rijnland in 1333 verkocht: de tiende in Nuwencoep, kocht Meus die bode voor 50 £, borg voor ⅛: Claes die Woester en Nanne Ludeldesone (p 167); van erfhuur in Nootdorp: Jutte Woesters 2 morgen 12sc (p 190); van landhuur in Sciedam: Dirc die Woester 4 morgen 2½ hont, 4£ 2½sc praeter ord. (p 213)

Cuylen, van | 1480-05-23

Ons Voorgeslacht jg 1979 p 230
Achternamenindex

leenregister van Putten: no 296) de tienden van hofsteden en hagen tussen beide weteringen aan de polderdijk in Putten belast met 2 £ Holl herengeld, Arnout van Cuylen, na opdracht door Meus Pieter Rengersz voor zijn vrouw Agatha Willemsdochter; 1493-08-23: Catharina, dochter van Arnout van Cuylen, bij dode van haar vader. Haar man Gerard Adriaensz doet de eed

Weteringe, van der | 1459-03-22

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 157
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Meus van der Weteringe verzocht zijn goed na dode van zijn moeder en maakt voor zijn zuster Eese 6 Joh Beyers gld erfrenten uit zijn leengoederen, die zij in leen ontvangt; "daerna ontfeng Eese dat heele goet, doe was die verlidinge doet; nu Eese zyn zuster, Jan Brantz wijf"

mannen: Goessen Bosch, Jacob Meusz

Brandenburch, van | 1421-06-06

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 463
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Lysbeth van Brandenburch Gherwijn Volkensdochter maakt haar vader Gherwijn Volkensz ½ hoeve veen onderdeeld met Meeus Dircsz en Henric van Rijn, borgher tot Amersfoert, gelegen in Zoes Veen in Kriex hove en in de groten slage, strekkende van Zoes enge an Hezer veen, belend boven: Ermghert Jan Hilhorst dochter, beneden: Meus Dircsz en Henric van Rijn; 1465-07-14: Hugo van Dorschen draagtover de tynswere van ½ hoeve veen onderdeylt met Meus Dirksz en Henric van Ryn opstreckende, gelegen achter Zoes enghe op Brandenburgerwijc, streckende van Soesenge an Hesereng toe, hem aangekomen bij dode van zijn nichte jvr Lysbeth van Brandenburch Gerwen Volkensdochter, belend boven: Armgard Jan Hilhorstdochter, beneden: Willem Scaij Adriaensz van der Eem. Vervolgens wordt Willem Adriaensz van der Eem ermee beleend ten erftyns

getuigen: Wouter van den Laen, Aelbert van Baern, onze tijnsgenoten