Lent, van | 1247-12-01

De Geer: Arch Duitse Orde I p 278

Achternamenindex

frater Giselbertus de Ruele, miles, erkent schuldig te zijn aan het Duitse huis bij Utrecht 60 £ Utrechts, waarvoor hij in pand geeft: decimam trium mansorum inter viam viridem ad domum domini Giselberti de Sulen et inter bona puerorum sive heredum domini Henrici de Campo (v.d. Velde), quos mansos a domino Ysbrando de Lente, milite, ego et filius meus Loef in feodali jure possidemus

Beest, van | 1331-01-18, 1333 en 1336

Cartul Marienweerd no 386

Achternamenindex

schepenen van Beesd: Gherbrant van Beesde en Hubrecht Meus; ook: 1331-03-10, 1333-02-13, 1336-06-03 (Gerbrand) en 1332-09-22 (of 1342?), 1334-08-11, 1338-01-17, 1338-03-21 en 22, 1338-05-22, 1338-10-23, 1338-11-27, 1339-09-19, 1339-09-26, -1342-08-27, 1342-10-01, 1343-03-01, 1343-05-11

Zeist, van | 1279-05-28

Codex Dipl Neerl 2e serie dl 4 afd 2 p 28

Achternamenindex

"Nos Godefridus de Zeyst, miles, et Johannes, filius meus, universis presentia visuris notum facimus, quod contulimus propter Deum priorisse et conventui sanctimonialium in Oestbruech, cum filia mea Petronilla ibidem in s. recepta, aqueductum meum qui vulgo Ouweteringe dicitur, in quem curtis dictarum sanctimonialium qui Stoetwege dicitur, aquas suas diccit in Renum, jure proprietatis,..."; Godfried van Zeist en zijn zoon Jan schenken aan het nonnenconvent te Oostbroek

bezegeld door de bisschop (leenheer) en Amelis de Werde, miles

Kaerman | 1443-02-27

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 141v

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Johan Kairman draagt op dat goed te Dike, alsoe alst gelegen is ende begraven, en in leen gehouden werd door Deliane Willemsdochter van Langenoirde, belend oost: Gerijt die Wilden nakomelingen, west: de gemene wech, zuid: Henric Jacobsz, noord: Reijer van der Borch; vervolgens wordt Claes Meusz met dit goed beleend tot een goed onversterfelijk erfleen; "nu Alijt, zijn dochter, Meus wijf van Westrenen"

mannen: Goessen van Bosch, Jan Knoep

Haer, van der~ | 1356-1365

Van Zomeren: Gorinchem p 501; Kemp p 85, 89, 92, 95

Achternamenindex

schepenen van Gorinchem: 1356: Meus Aerndz, Sander Rutgertsz, Jan van den Dam, Jan Sebertsz, Claes Cnobbout Henriksz; 1360: Sander Rutgertsz, Dirk de Wolf Gielis van Tiel; 1363: Claas Prot, Jan Last, Jan Rutgersz, Pieter van der Eme, Matheus van der Eyk, Henrik Cnobbout Claasz, Arend Meeusz; 1365: Matheus van der Eycke, Marcelis Aarndsz Vos, Sander Rutgersz, Jan Last, Sander Hendriksz, Claas Pros, Gielis van Tiel; 1371: van der Haer

Haerlem, van | 1252-12-19

v.d. Bergh I no 578/J.C. Kort: Lenen van de heren van Haerlem Inv no 3

Achternamenindex

Symon van Haerlem beleent Willem van de Poel ("dilectus meus") en zijn vrouw Machteld van Zanden (de Arena) met 11 acker land in de ban van Haerlem; 1390-01-17: die nu hofsteden zijn, beleend Hendrik Jansz; 1400-07-14: Machteld bij dode van haar vader Hendrik Jansz, 57 sc 3 penn binnen Haerlem; 1429-04-17: Machteld gehuwd met Dirck Symon Doven, ten eigen (actum apud Harlem)

Herman filius Bucstels, Gode Hugo, Copkijn frater Johannis Vastraeds, Nicholaus filius Baertild, Gheraerd filius Aelbrecht, Ziric Maersman; super duos manent: Aleyt filia Nyclaus, Aleyt Dilins, Allaert Syneric, Aleyt Gaske

Kette | 1334

Rek Hen Huis I p 166, 167, 170, 201, 212

Achternamenindex

corentienden van Rynland verkocht in 1333: - de tiende in die Elfhoeven in de Nuwenbroek kocht Ludolf Barendsz voor 19£, rontsoen 10sc (p 166); - de tiende in Nuwencoep (behalve 2 hoed rogge) kocht Meus die bode voor 50 £; lammertiende en smaltienden van Rijnland verkocht in 1333, in den Nuwenbroeke: - Ludolf Barendsz voor 7£ 15 sc (p 170); landhuur in Berkel: - Gheret Ketthenz 30 sc 3d; hofstedehuur te Sciedam: - Kette 8 d 3 capones, idem Kette 8 d 3 capones

borg met Meus voor 2/8 Jan Ketthenz; borg met Ludolf: Vranke Ketthenz en Wolfaerd

Dorsschen, van | 1465-07-14

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 175

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Hughe van Dorsschen draagt over de tijnsweer van ½ hoeve veen, onderdeylt ende gemengder vore mit Meus Dircsz ende Henric van Rijn, gelegen after Zoesenge op Brandenborger wijc, strekkende van Zoes enge tot aan Heserveen, belend boven: Armgairt Jan Hilhorstdochter erfgenamen, beneden: Willem Scaij Adriaensz van der Eem, hem aangekomen bij dode van zijn nicht jvr Lysbeth van Brandenborch Gerwen Volkenzsdochter; vervolgens ontvangt Willem Adriaensz van der Eem dit tijnsgoed tegen een onversterfelijke erftijns

tijnsgenoten: Geryt van Rijn, Rutger van Broeck

Cuyk, van | 1178-04-09

Oorkbk Sticht Utrecht no 499

Achternamenindex

bisschop Godfried maakt bepalingen over zijn nalatenschap en draagt het kasteel Horst (bij Rhenen) op aan het bisdom, op voorwaarde dat zijn broer Gerlach [van Rhenen] en diens nakomelingen het slot van de bisschop in leen zullen houden: "At si Gerlagus sine legitima prole decesserit, succedat ei Godefridus [oudste zoon van Hendrik van Cuyk en Sophia dochter van Diederik, broer van de bisschop] cognatus meus, vel qui cumgque de fratribus suis, filiis s... Sophiae neptis meae et Heinric de Kuc"

Ryckel, van | 1256

Livre W de Ryckel Abt van St Truyen fol 167, 170, 301, 349, 186

Achternamenindex

decimam de Gendert emit dominus Reynerus, frater meus, pro 27 £ Lov et communicant cum Egidio; item ipsi duo et Petrus emerunt decimam de Doveren pro 11 £ Lov et decimam de Hesbinne pro 10 £ Lov; 1257: Reynerus de Rickle, miles, getuige voor W. De Rickle, abt van St Truyen; 1256: Reynerus et Libertus de Rikle, milites, getuigen voor de abt van St Truyen; 1255: Reynerus de Rikle idem; 1266: idem bij de verdeling van de goederen van wijlen Lambertus de Bleke