20 resultaten

Scerpsweert | 1380-02-02 - 1381-02-02

Codex Dipl Neerl serie 2 dl 2 p 79
Achternamenindex

oudste kameraarsrekening van de stad Utrecht: "opgheboert van der stat recht ende koermeysters: meyster Jan van den Doem, Elias Scerpsweert"

Arkel, van | 1357-04-24

Nyhoff: Gedenkw II no 81
Achternamenindex

Walraven van Valkenburch belooft de voorwaarden te onderhouden waarop hij door de hertog van Gelre tot overste meyster en berichter van de Veluwe aangesteld was

s Hertogen Raad: de heer van Bronchorst, de heer van Voerst, heer Arnout van Erkel en Dyderic van Lienden

Jonge, de | 1365-07-21

Reg Rotterdam en Schieland no 883
Achternamenindex

hertog Albrecht verklaart in leen gegeven te hebben aan Dirc de Vriese Jan Maddynz, van Dordrecht, 24 morgen land, hem aanbestorven van zijn oom Wouter de Wisselaer, die "de lienwaer" ervan gekocht had van Claes de Meyster, gelegen in Riederambacht, belend oost: het land van Melys Henrix Jongenz en west: Jan Dolenz

Jonge, de | 1353-01-20

Reg Rotterdam en Schieland no 666
Achternamenindex

hertog Willem verklaart dat Jan die Meyster, Clais Meystersz met zijn toestemming aan zijn vrouw Lizebette, dochter van Willem Hollander, tot haar lijftocht gemaakt heeft de kleinste helft van 24 morgen land, die hij van hem in leen houdt, gelegen in Riederambacht, belend oost: het land van Melys Heynrix Jonghenz, west: de kinderen van Jan Dolen, met belofte haar daarin te zullen handhaven

Dorcout | 1380-1390

Codex Dipl Neerl serie 2 dl 2 p 206
Achternamenindex

klachten van de heer van Vianen tegen de heer van Arkel: "item soe is ghecomen meyster Aernt Dorcout, reyntmeister des heren van Arkel, ende dat siin brodighe ghesinne is, ende anders een deel ondersaten des heren van Arkel, die die kerke in Heicoep ende een deel der huse afscieten, ende sloeghen daer doot 2 man ende ene man al lam, ende namen daer Peter Martiinssoen ende een deel miinre ondersaten laken ende ander goet, eer sij ontseyde vyant waren"

Wissenkerke, van | 1470-10-03

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 391v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: (doorgehaald) abt Johan Clauwert beleent heer Jorden Claesz, canonicus tot St Peter te Middelburch als gemachtigde van Mertin Claesz van Wissenkerck als voogd van zijn vrouw jvr Geijle Henrick Crabelsdochter, met ⅛ deel van de tienden groot en klein, gelegen in den Hoghenlande, zoals haar broer Henric Crabel die tevoren in leen had, jaarlijkse pacht 19 penn groot; "item bij overgift van Martyn Claesz heeft meyster Jan Wysskerke, licentiaet, dit ontfangen"

mannen: Henrick van Duven, Symon Jansz

Teylingen, van | 1568-11-09

Bruinvis: Alkmaar p 6
Achternamenindex

Agustijn van Teylingen door de Rekenkamer aangesteld als schout van Alkmaar, na de dood van zijn neef Bartholomeus van Teylingen; zijn vader Dirk en mr Heynrick Meyster zijn borg; 1569-01-15: voor drie jaar; 1572-02-10: pacht met ingang van 1571-11-21 voor 6 jaar, met Pieter van Bronkhorst als borg; 1569-08-11: hij komt overeen met de stad dat hij 18 gld en de stad 36 gld per jaar zal uitkeren aan een substituut-schout, Augustijn is vermoedelijk schout gebleven tot 1573

Cock, de | 1321-04-23

Van Mieris II p 254
Achternamenindex

de Coc van Rubroek: graaf Willem oorkondt dat Jan van Rubroec en zijn vrouw Adelise "ons langhe tijd gevolgd hebben omme scout, die die grave Florens schuldig soude wesen Wisse Gillissone van Coudekerke" (eerste man van Adelise) met hun kinderen Jan, Simon en Lisebet van Coudekerke, van gekochte ambachten te Coudekerke en Vlissingen, daar Meyster Willem Loef en Simon van der Hoghen een segghen van gezegd zouden hebben, en van deze scout zou Adelise Jansdochter de helft toebehoren. De graaf heeft gratie gedaan en haar de helft van de scout gegeven, 50 £ Tornoys

Molenaar, de | 1353-04-27

A.R.A. Leenkamer 32 Copie fol 58v/Reg EL 25 fol 36
Achternamenindex

hertog Willem maakt Willem de Moilnaer tot "den meyster van den mollen voir den huse tot Rosenburch ende tot Poelgeest, omme dienst die hi ons daer gedaen heeft", 10 £ Holl per jaar uit de pacht in het ambacht van Coudekerke, verbeurd door Gherid van Poelgeest en zijn broer Janne van Poelgeest, te weten: - 6 morgen in den Hogen Wairde, belend oost: Heynric die Brune met 3 akker land, west: de jvr van Poelgeest met 6 morgen; - 2 morgen in de Hoernecamp en een hont, belend oost: de jvr van Poelgeest met 7 hont land, west: de watering; - 14 morgen in de Lagen Weerde, belend oost: Willem van Foreist en west: het land dat van Gheryt van Poelgeest was en zijn broer Willem die Scout op zit

Brederode, van | 1311-01-12

Van Mieris II p 91
Achternamenindex

graaf Willem geeft een handvest aan Westvriesland

de Raad: de heer van Arkele, de heer van Brederode, Philips van Santhorst, Gheraert van Raephorst, Willem Baertenz, zijn rentmeester, meyster Jan van Florensen, zijn klerk, Rengher Moenkynsz