15 resultaten

Egmond, van | 1527-1543

Grote Raad van Mechelen Beroepen Holland dl I dossier 58
Achternamenindex

Anna van Egmond, gravin weduwe van Hoornes voor zichzelf en voor haar minderjarige zoon Philips van Montmorency graaf van Hornes en heer van Altena contra de Staten van Holland als heffers van de 10e penning [groot aantal akten]

Hornes, van | 1503-05-19

Grote Raad Mechelen Geëxtendeerde Sententiën p 383
Achternamenindex

Ernoul de Hornes gedaagd door Jehan de Montmorency: (eerste aanleg) eiser was vroeger reeds door de Grote Raad veroodeeld de douarie die door eisers vader aan diens vrouw, thans vrouw van gedaagde, beloofd was uit te keren (Gaasbeek). Eiser in het gelijk gesteld

Hornes, van | 1501-12-23

Grote Raad Mechelen Geëxtendeerde Sententiën p 364
Achternamenindex

uitvoerders van het testament van Godevaert Vilain en Ernoul de Hornes contra graaf Engelbert van Nassouw, Jehan de Montmorency en Jan van Cruninghen: (eerste aanleg) weigering van verweerders om renten op de heerlijkheid Breda aan Ernoul de Hornes af te staan, zoals in een akkord over de verdeling van de nalatenschap van Godevart Vilain was overeengekomen. Verweerders veroordeeld om de renten aan eisters af te staan (zie 1503-08-18)

Hornes, van | 1498-12-07

Grote Raad Mechelen Geëxtendeerde Sententiën p 334-336
Achternamenindex

Franchois de Hoornes contra Arnoul, Jehan en Anthoine de Hoornes: (eerste aanleg) na de dood van Philippe de Hoornes is er onenigheid ontstaan tussen zijn zoons over de verdeling van de nalatenschap (Gaasbeek); de reeds begonnen ten uitvoerlegging van een indertijd gegeven arbtrale uitspraak moet worden voltooid; 1498-12-24: Jehan de Montmorency contra Ernoul de Hornes: (eerste aanleg) verzet tegen de ten uitvoerlegging van een door de Grote Raad gegeven vonnis (Gaasbeek), verzet ongegrond verklaard

Hornes, van | 1501-06-25

Grote Raad Mechelen Geëxtendeerde Sententiën p 357, 358
Achternamenindex

Ernoul de Hornes heer van Gaasbeek gedaagd door Jehan de Montmorency: (eerste aanleg) eisers vrouw, weduwe van de vader van verweerder eist haar huwelijksgoed; verweerder stelt dat zijn vader slechts vruchtgebruiker en hij verweerder eigenaar van het goed in kwestie is. Partijen dienen binnen een maand de arbitrale uitspraak waarover in het geding steeds wordt gesproken, over te leggen (zie: 1501-12-23, 1502-04-08, 1502-04-22, 1502-05-06, 1502-05-13, 1502-06-17 en 1502-06-30)