58 resultaten

Beer, de | 1471-09-20

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 202
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Jan de Beer Jacobsz wordt na dode van zijn broer Gijsbert Beer beleend met ½ van ⅓ deel van 5 morgen veen in Hezerveen, strekkende van de meer ter graft waarts, onderdeylt met Gysbert Henricsz, belend oost en west: Peter Lambertsz van Hamersfelt, of zijn erven, waarvan Jan de andere helft al bezit

mannen: Geryt Scaeij, Tyman Mouwer van Heersel

Benschop, van | 1467-06-25

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 180
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Evert van Benschop draagt over: 1) dat engelant mit eenre Brinxsche halve hoeve, belend oost: Jan Lijbert, west: Tyman Evertsz van Heze, 2) een stucke geheten die Brede, belend oost en west: Jan Lybert, 3) de Hoofacker, belend oost: Jan Lijbert, west: Schouten halve hoeve, 4) die Middelbrede, belend zuid: Tyman Evertsz, noord: Jan Lybert, 5) de Steenacker, belend zuid: Jan Lybert, noord: Tyman Evertsz, 6) de Hoeijacker, belend oost: de abdij, west: Jan Lybert, 7) de Kolc acker, belend zuid en noord: Tyman Evertsz, 8) de Zijpell, belend oost: Jan Lybert, west: Tyman Evertsz, 9) de Moracker, belend zuid: Tyman Evertsz, noord: Jan Lijbert; vervolgens wordt Peter Ricoutsz heermee beleend tot een goed onversterfelijk erfleen

mannen: mr Floerens van Jutfaes, Tyman Mouwer

Oostrum, van | 1468-06-01

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 183v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Dirc van Oestrum draagt op: 1) 4 morgen veen onderdeylt gelegen in de Zoesscher Venen, waarvan Willam van Doem vroeger de helft aan Dirc overgedragen had, en de andere helft door de broers Claes Meusz en Geryt Meusz overgedragen zijn, belend zonnewaarts: Lambert Pijl, zeewaarts: Dirc van Oestrum, 2) een viertel veen in het kerspel van Zoes, zeewaarts: Henric Noten erfgenamen, landwaarts: Jacob van Doem, zoals Dircs vader Claes van Oostrum in leen hield; vervolgens wordt Dirc van Oestrum met deze 8 morgen land beleend, na zijn dood te komen op zijn zoons Jan en Willam, die hij heeft bij zijn vrouw jvr Haze Jan de Boelendochter, behalve haar lijftocht, met voorwaarden voor zijn oudste zoon Claes, die zijn broers Jan en Willem 1500 Beyers gld moet betalen waarmee zij de 8 morgen kunnen lossen, of de helft voor 750 gld; na de dood van Dirc van Oestrum en zijn zoon Jan: "Willem van Oestrum, sijn soen, heeft dit ontfangen, vide in libro abb de Stege fol 4"

mannen: Alfer Ruijsch, Tyman Mouwer van Heersell

Oostrum, van | 1474-02-01

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 446
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Dirc van Oostrum maakt tot lijftocht voor Jutte Geryt de Boelendochter [de Bole] 10 gouden cronen zolang zij leeft, uit alle goederen die hij in Eemlandt van de abdij in leen houdt; zijn vrouw jvr Hadewich doet afstand van haar lijftocht op dit goed, onder voorwaarde dat deze 10 cronen anders waer belegd zullen worden "waar Zweer van Deenmark en Alfer Ruysch dat zullen wijzen"

mannen: Alfer Ruysch, Tyman Mouwer van Heersell

Poel, van den | 1460-05-13

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 372v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: de abt beleent mr Bertelmeus Philipsz als gemachtigde van wege jvr Janna Dieric Florensz dochter [het woord dochter is doorgehaald, maar weer puntjes onder gezet], weduwe van den Poele, binnen jaar en dag met de ledige hand, "also als die abdie ledich geworden en verwandel was by heer Jacob van Poelgeest, wilneer abt", met 8 gemeten land in de parochie van Coudenkerke bij de noertmoelen

mannen: Jan Stevensz, Tyman Mouwer van Heersell

Pot | 1471-03-18

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 201v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: na dode van Henric de Wit als sterfman wordt Peter Pot vanwege het Barbara en St Lourens gasthuis binnen Utrecht beleend met 2 campen land geheten "de Lijescamp", gelegen in den Slage; "nunc Jacop Pot ejus filius, ut in libro abbatis Mathei fol 48"

mannen: Alfer Ruysch, Tyman Mouwer van Heersel

Taets van Amerongen | 1474-04-02

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 96
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Johan Claeuwert beleent Jan van Amerongen Eerstsz na dode van zijn vader Eerst Taets van Amerongen met de leengoederen die hij van de abdij houdt

mannen: Alfer Ruysch, Tyman Mouwer van Heersel

Vonck | 1473-10-30

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 465v, 15v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: "Eerbare lieve jonckvrouw! U gelievet te weten dat Hubert Vonck huden op desen dach bij ons geweest heeft, ende heeft opgedragen ende vrij overgegeven in tegenwoordicheyt onser mannen alle alsulke manscap van leenmannen die men van Hubert voers te lene hielt ende voirt van ons als een overheer voirt hielt ende hout. Tot behoef myns liefs jonckeren van Culenborch, mit voorwaerden dat wij mijn lieve jonchere gheen verlydinge hieroff doen en sellen ten sij dat hij de voirs. Hubert eerst utgereet ende betaelt heeft 100 Reynaldus gulden"; Hubert zal van deze som 7 Reyn gld aan de abt betalen; 1474-04-20: akte met dezelfde inhoud: Hubert Vonck draagt op de manscap en leenmannen en jhr Gheraedt heer tot Culenborch wordt hiermee beleend; Hubert zal dit leen echter mogen lossen met 100 gouden Ryns gld; "Item jonchere Jasper van Culenborch hout dese goeden in enen brief mitten ouden weert ende den Sculenborschen weert" (vgl 1453 des Sonnendaches na O.Vr Assumptiodach"

mannen: Jan Helmont, Tyman Mouwer van Heersell

Lodensteyn, van | 1463-07-28

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 171
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: heer Reijer van Lodensteyn, priester, wordt na dode van zijn broer Evert van Lodensteyn beleend met de goederen van zijn broer en zijn vader Gysbert; zijn broer Willem doet de eed voor hem

mannen: Henric van Duven, Tyman Mouwer van Heersell

Maelstede, van der | 1471-05-21

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 392v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Johan Claeuwert beleent Jozijne Symonsdochter van Bruelis heer Symonsz van der Maelstede, ridder, binnen jaar en dag na dode van haar vader Symon van Bruelis, met de helft van 5 gemeten tienden in de parochie van ser Abbenkerke, Jan Oertsz [Eertsz ?] voors. [!] doet hulde voor haar

mannen: Hubert van Pallaes, Tyman Mouwer van Heersell