58 resultaten

Ysselsteyn, van | 1467-03-16

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 93, 93v, copieboek fol 185
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Johan Clauwert oorkondt dat Frank van Yselsteijn verzocht om belening met een sate land in Anckeveen, belend noord: Aernt van Yselsteyn, zuid: Antonis van Yselsteyn, waarvan Fran de vrije eigendom aan de abdij heeft opgedragen; vervolgens wordt Frank beleend tot een goed onversterfelijk erfleen; 1472-02-02: beleend Harberen van Yselsteyn bij dode van zijn vader Vrank van Yselsteijn

mannen: Jan de Coninc, Jan van Amerongen; 1472: Gerijt Zoudenbalch, Jan van der Anxter, Tyman Mouwer

Zuilen van Nyevelt, van | 1465-02-11

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 174, 190
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: de abt beleent Jacob van Zulen van Nyevelt na dode van zijn vader Steven van Zulen van Nyevelt, met het leengoed dat Steven tevoren aangekomen was van zijn broer Gysbert van Zulen, gelegen in de parochie van Zoes; vervolgens droeg Jacob dit leen over tbv zijn broer Geryt van Zulen van Nyevelt die ermee beleend wordt; 1469-05-28: Jacob van Zulen van Nyevelt na dode van zijn broer Geryt beleend met het leengoed in het kerspel van Zoes

mannen: Dirc van Zulen heer van der Zevender, Heinric van Duven; 1469: Tyman Mouwer van Heersell, Symon Sarasaen Jansz

Scadijc, van | 1460-06-06

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 86, 174v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: jvr Jut, vrouw van Goesen van Scadijc draagt over een stuk land van 2 campen, geheten de Lijescamp, gelegen in den Slage, en Goesen doet afstand van zijn lijftocht; vervolgens wordt zijn zoon Evert van Scadijc Goesenz beleend; 1465-04-11: Evert van Scadijc draagt dit leen op, en vervolgens wordt Heinric die Witte beleend tbv "der armen luden die beddevast lagen in Sinte Barbarengasthuus t Utrecht bi der plaetse ende St Louwerens gasthuijs daer t'eynden an"; de beide gasthuizen worden beleend

mannen: Gherijt van Lochorst ende van der Merwe, Henric van Duven; 1465: Jan van der Anxter, Tyman Mouwer van Heersell

Maelstede, van der | 1472-12-06

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 393v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: jvr Lysbet Henrics de bastaard van der Maelstede dochter, met haar man Anthonis van Zabbinge, verkoopt aan mr Claes Claesz van de Zuijtwege, medicus, 250 roeden tienden in de parochie van tser Abbenkerke in Zuytbevelant; 1473-03-23: burgemeesters en schepenen van de stad Goes oorkonden dat jvr Mergriete Wolfairt heer Florisz dochter van der Maelstede, haar man mr Claes Claesz van der Nisse, medicus, heeft gemachtigd om namens haar "te onderwynden van alsulke 250 roeden tyenden liggende in de parochie van tser Abbenkerke in den eylande van Zuytbevelant", te verkopen; 1473-03-29: mr Claes Claesz van de Zuijtwege, medicus, houdt de twee voorgaande brieven en verzoekt belening, alle verzuim wordt hem kwijtgescholden, jaarlijkse pacht 6 oude Conincs Tourn

bezegeld door leenmannen: Jan van Oestende, ridder, Antonis van Bruelis en door Anthonis van Zabbinghe; 1472: Tyman Mouwer van Heersel, Jan van Helmond

Doorninck, van | 1468

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 203v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: mr Dirc Grawert, deken van de kerk van Oudmunster, draagt over al zijn leengoed, hem aanbestorven bij dode van zijn broer Gerijt Grawert, aan Jan van Doornick; 1472-01-08: Jan van Doornick draagt over: 1) ½ van alingen goede en leen ter Ouder Zijlhorst, 2) land geheten Bredersveen, noord: Aernt Zegersz van Emmiclaer, zuid: de gheer met de broeck behorend tot Ouder Zijlhorst, west: Reijer Evertsz, de Gheer belend : Jacob van Lijelaer, 3) Alfertsland, west: de abdij, oost: Egbert de Beer, 4) "de brede acker" en de Geer, oost: Jacob van Lijenlaer, wes: Egbert de Beer, 5) Hoevenacker, oost: Egbert de Beer, west: de abdij, 6) Coepscamp, oost: de abdij, west: Zijlhorst, 7) Huijsstuc, oost: Egbert de Beer, west: de abdij, 8) het Wijnckelstuc, oost: de abdij, west: Egbert de Beer, noord: Reijer Evertsz, 9) land dat Gysbert Gysbert Lambertsz gepangelt heeft tegen Egbert die Beer an die Baeste, belend beide zijden: de Oude Zijlhorst, 10) 3 duijstcampen, onderdeijlt tegen die Nije Zijlhorst, zuid: Deric die Coninc, noord: Goesen van Voirde en Egbert die Beer, 11) een duijstcamp onderdeylt met nijer Zijlhorst, noord: Deric die Coninc, zuid: de abdij, 12) veen geheten Henricscamp, onderdeylt met nijer Zijlhorst, noord: Jan Pouwelsz, zuid: Claes Ban, 13) utslagen en veen die tot ouder en nijer Zijlhorst behoren, 14) ½ van het leen Nyer Zijlhorst, eggen ende eyden, bodem ende voirt veen en velt; vervolgens wordt Willem Claesz then Hove beleend met de helft, onderdeylt met Evert Freijse an Dolre die de andere helft heeft; "dit goed heeft ontfangen Gysbert Willemsz in eodem libro fol 223"

mannen: Eerst van Drakenborch, Willem van Lochorst, Geryt van Ryn, Jan van der Anxter; 1472: Geryt van Rijn, Alfer Ruysch, Tyman Mouwer van Heersel

Monijck, de | 1454-09-30

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 366v, 392v, 380, 398
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: de abt verkoopt aan Claes die Monijck als momber van zijn neef Jan Gerijtsz in Borselen, ½ tiende in Hoegenlande, zoals heer Phillips van Borssele heer van Cortgene van ouds in leen hield, en aan zijn nicht de vrou van Poeck bestorven zijn, en bij wanverzoek van haar man heer Daniel van Boechout, aan de abdij vervallen waren, daarlaatstgenoemde deze halve tiende zonder consent van de abt aan Geryt Jansz des voirs Jan Jansz vader verkocht had, hij wordt beleend tegen een jaarlijkse pacht van 18 groten oude Coninx Tourn; "heeft verzocht Claes Jan Betsz in eodem libro fol 398v"; 1472-07-21: beleend mr Henric Walichsz als momber van zijn neef Claes Jan Betsz, na dode van zijn oom Jan Gerytsz in Borssele; "dit heeft ontvangen Peter Cornelisz in libro abbatis de Stege fol 15"; 1473-03-25: beleend Petronella Goijert Mensendochter met haar man Joest zoene Dircsz, na dode van haar oom Jan Gerijtsz; "dit heeft Claes Beth"; 1478-06-21: beleend Claes Jan Bethsz, nu mondig

mannen: heer Peter van Dam, abt van Middelburg, Peter van Schoenenburch; 1472, 1473: Geryt van Ryn, Tyman Mouwer van Heersell; 1478: Eerst van Meerten, Johan Taets

Vlaanderen, van | 1438-07-17

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 68, 82, 90
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Willem van Huekellem beleent Henric van Vlaenderen met 4 morgen land in Vuijlcoep in het gerecht van Schoenouwen in een weer land van 6 morgen gemengder voere met Henric van Heijligenlande, belend boven: Gheryt kinderen van den Massche, beneden: Johan van Tiel Ottenz, waarvan Henric van Vlaenderen ons voor het gerecht den eigendom had opgedragen, hij wordt nu beleend tot een onverstefelijk erfleen; 1452 des Donres dages na Divisio Apostolorum: "Hendric van Vlaenderen heeft syn leen versocht mitter leger hant van abt Jacob van Poelgeest als hi van recht sculdich was te doen"; 1454-03-14: beleend Johan van Blochoven, na dode van zijn vader Heinric van Vlaenderen; 1463-02-19: Jan van Blochoven draagt dit leen, gemengder vore met de vrouw van Jan van Tyel en belend boven: Geryt Jansz van Velde, beneden: de vrouw van Jan van Tyel met haar kinderen, op; vervolgens doet zijn vrouw Mechtelt afstand van haar lijftocht aan dit goed, en tenslotte wordt Gheryt Herman Egbertsz.z ermee beleend

leenmannen: Johan van Hamelenberge, Goessen van Schaedyck; 1452: Zoude van Rijn, Evert van Benscoep; 1454: Evert van Benscop, Geryt Scaij; 1463: Henric van Duven, Tyman Mouwer van Heersel

Steen, van den | 1428-12-05

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 321, 348v, 358v, 373v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: heer Peter van den Steen, proost van Oudmunster te Utrecht, ontvangt het leen dat hij van de abdij in leen heeft; 1428-12-04: hij wordt beleend met al zijn lenen; 1428-12-05 (op St Nylaus [!] avont des H. Biscops anno 1428) draagt heer Peter de tienden op, gelegen in het kerspel van Biggekerke, vervogens wordt hiermee beleend Johan Danelsz, tbv Wolfert Jansz en Peter Johansz, zijn dochters man. Wolfert en Peter zullen zelf moeten komen en belening verzoeken binnen 3 maanden; 1438-10-20: Peter Jacobs wordt beleend met ¼ deel van de tiende in Biggekerke min 1/32 deel, zoals heer Peter van den Stene in leen hield, pacht 5 scill en een goede maaltijd; 1454-08-19: beleend Wolfert Peter Jansz, na dode van zijn vader; 1460-12-08: Wolfert Peter Jansz met de ledige hand; "de post Jane zijn dochter ut in libro abb Jacobi van der Stege fol 3"

mannen: Herman van Oemeren, Gelis van den Steen; 1438: Aernd van Amerongen, Hughe van Dorssche; 1454: Gosen van Schayck, Geryt Scaij; 1460: Henric van Duven, Tyman Mouwer van Heersel