Diddeboy | 1353-07-01~

A.R.A. Leenkamer 32 copieen fol 63v, 88/Reg EL 23 fol40v

Achternamenindex

hertog Willem oorkondt dat hij aan Jan Didebooijs Florens, bastaard, bij Beatrisen Jan Ghisenz dochter, geeft voor 5 £ per jaar die Diddeboy Janne zijn bastaard gemaakt had op de Calvercamp, die de graaf verkocht heeft aan Vrancke Jansz te Leiden, om onser moeyen van Bints mee te betalen, 3 morgen 4 hont land in het ambacht van Monster, en Didebijes placht te wezen, die hij kocht van Yewijn die Muus, en nu ter tijd Anssum Jansz in huur heeft, om 5 £ Holl

Muys, de | 1392-07-09

Inv H Geest te 's Hage dl II regest 81 en Oorspr Inv 603

Achternamenindex

schepenen in den Haghe oorkonden dat Griete Dircsdochter verklaarde schuldig te zijn aan Claes die Muus een jaarlijkse rente van 15 sch Holl op haar huis en erf waarin zij nu woont in de Hoghestraat aan de westzijde van de straat, belend zuid: Willem Havickier, noord: Katerijn Jacob Hamersweduwe; 1557: habet Jan Clementsz hontwercker in de Roscam, 1586: Jan Seppen, lakenkoeper (vgl 1507-11-23). oorspronkelijke Inv 603 in dorso: Jan Symonsz Roskam; Meijer; Dirck Potter bastaard; up Zegher Lambrechtsz huys in de Roskam in de Hoochstraat, 15sc

Claes de Muijs: ook 1400-05-24, 1424-02-01, 1376-05-20

Visscher, de | 1326-06-10

Reg Rotterdam en Schieland no 345, 353

Achternamenindex

graaf Willem verkoopt aan Willem van Duvenvoorde, zijn kamerling, 6 ½ morgen land in de hoefslagen in Mattenesse, Dieric Bokelsambacht, belend zuid: Arnt die Barch, noord: Pieter Dune, strekkende tot aan de Inlage en west tot aan de Schie, hem aanbestorven van Margriete Jan Viskersdochter, die gehuwd was met Hughe Niclaysz, als lijftocht van haar eerste man; 1327-07-26: Willem van Duvenvoorde geeft dit land (land in Mazeland en 7 morgen bij Schiedamme in het ambacht van Dieric van Mattenesse die Dieric Bokelsz was) in leen aan Arnoud den Muus, zoon van wijlen zijn oom Dieric van den Wale

Wale, van den | 1327-07-26

Reg Rotterdam en Schieland no 353

Achternamenindex

Willem van Duvenvoorde, kamerling van de graaf, geeft in leen aan Arnoud den Muus, zoon van wijlen zijn oom Dieric van den Wale, enig land in Mazeland en 7 morgen land bij Sciedamme in het ambacht van Dieric van Matenesse, die Dieric Bokelsz was, door hem van de graaf gekocht en aangekomen van de vrouw van Hughe Niclaysz, die het van de graaf tot lijftocht van haar eerste man in leen hield, bepaalt verder dat Arnoud bij zijn overlijden het goed zal houden van zijn broer Jan van Polanen, waar tegenover Arnoud afstand heeft gedaan van alle rechten die hij had op de tienden vroeger toebehorende aan heer Vrank van Hoylede