Haersolte, van | 1415, 1425, 1465-1486

Bijdr Gesch Overijssel dl 7 p 165, 166

Achternamenindex

Volkier Holleken van Haerste wordt schepen van Zwolle, in de Sassenstraat; 1425: Folkier Holleken van Haersolte Mensenz wordt schepen van Zwolle [hij was erfgenaam in Haerstermark, komt voor als gehuwd met Gesina ten Oever, overleden op 1462-10-01]; tussen 1465-1486: Volkier van Haersolte als schepen van Zwolle vermeld [volgens een genealogie gehuwd met Lubbe Sobben, overleden n 1492]

Walre, van | 1727-08-19

DTB Heusden

Achternamenindex

ondertrouw te Heusden (gehuwd 09-26): Andries Diel, weduwnaar van Gerrebieser, in garnisoen te Swolle, met Jacomijntje van Walre, jongedochter, wonende alhier; 1730-12-15: Robberth Niesbeth, van 's Hertogenbosch, soldaat in garnizoen, x Neeltje Walre, van Heusden; 1733-12-11: Robbert Henderson x Emmerus Walree; 1733-01-16: Joannes van den Oever x Anna Katerina Walrée, zij hertrouwd met Jan van Aardrijk

Haer, van der | 1531-12-14

R.A.H. Coll Aanw no 118 Caput Arkel fol 67v

Achternamenindex

Jan Jansz van der Haer heeft opgedragen tbv Jacob Adriaensz van der Wiele alias Stalpert, een hofstede met 5 ½ morgen land gelegen te Kedichem, in onsen lande van Arckel, van de halve Tiendweg tot de Maelvloet toe, belend boven: Brijen van Weyburch, beneden: Gerrit van den Oever; Jacob wordt er vervolgens mee beleend als leen van Arkel; vooraf gaat de opdracht aan leenmannen dd 11-09

Brouwer, de | 1440-11-17

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 70v, 71

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Willem de brouwer Gijsbertsz draagt over 8 morgen land gelegen op Seister oever in het gerichte van Zoes, belend boven, beneden: Vasteraet Andriesz, strekkende uit de Rijn tot aan de Oulantsche weteringe; zijn vrouw Heylwich scheldt haar lijftocht hieraan kwijt; Vasteraet Andriesz draagt op 2 morgen in het gerecht van Zoes, belend boven: Aelbert Willemsz, beneden: Willem de brouwer, en nog 2 morgen land, boven: Willem de brouwer, beneden: joffer Mechtelt van der Zevender; vervolgens wordt Willem de Brouwer met dit alles beleend, behalve de 4 Vr scilde die Steven Boen uit 8 morgen heeft; 1440 St Lucasdach de Evangelist: Willem de brouwer maakt zijn vrouw Heylwich tot lijftocht 12 morgen land op Seyster oever, behalve de 4 Vr scilde van Steven Boen en Ott Jacobsz en zijn vrouw Alijt 4 Vr scilde per jaar voor hun leven

mannen: Gysbert de Wolf, Evert Jacobsz

Arkel, van | 1598

Ned Heraut jg 7 p 120

Achternamenindex

stierf jhr Jan van Arckel, drost van Heukelom, gehuwd met Willemina van den Oever, dochter van … en …. Steenhuis [bij Gouthoeven en Ferwerda wordt zij genaamd Tuyl, doch dit is in strijd met de stamdelen waarmede zijn zoon Roelof begraven werd. Dit wordt overigens verduidelijkt, als men het volgende aanmerkt: jhr Jans eerste vrouw Willemina, denkelijk dochter an Roelof van den oever Gerritsz, schepen van Tuijl 1539. In de ridderschap van Nymegen 1555 uit Tiel en Bommelerewaard, waardoor wsch zijn kleinzoon van Arkel Roelof genaamd werd. Jhr Johan moet een tweede vrouw gehad hebben. Althans kwam mij in het archief op het Stadhuis te Utrecht alsmede bij jhr Fabricius van Heukelom een aantekening in handen dat te Heukelom een wapenbord gehangen heeft van jhr Jans huisvrouw Maria van Hoochwoude (voerende Beyeren gevierd Holland met hartschild Poelgeest). In aanmerking nemende dat Albrecht van Hoochwoude, 1555-1586 heer van Tuyl was, kan dit 2e huwelijk aanleiding gegeven hebben dat Goudhoeven haar Tuyl noemde]

Holle | 1415

Bijdr Gesch Overijssel dl 7 p 165, 166, 168

Achternamenindex

Volkier Holleken van Haerste wordt schepen van Zwolle in de Sassenstraat (komt ook voor als Folkier van Haersolte genaamd Hollekijn en als Volkier Holken); Folkier Holleken van Haersolte bezit land buiten de Luttikerpoort te Zwolle; 1400: Hendrik van Haersolte verkoopt een gaarde buiten die poort; 1425: Folkier Holleken van Haersolte Mensenz wordt schepen van Zwolle; hij was erfgenaam in Haerstermakre, komt voor als gehuwd met Gesina ten Oever, overleden 1462-10-01

brouwer | 1474-12-11

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 216v

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Herman Peter brouwersz wordt na dode van zijn vader Peter brouwer beleend met: 1) 8 morgen land gelegen op Zeyster oever in het gerecht van Zoes, belend boven, beneden: Vasteraet Andriesz, strekkende uit de Rijn tot aan de Oulantsche wetering, 2) 2 morgen in hetzelfde gerecht, boven: Aelbert Willemsz, beneden: erfgenamen van Willem de brouwer, 3) 2 morgen, boven: Willem de brouwers erfgenamen, beneden: jvr van der Zevender; hulde doet voor hem tot zijn mondige jaren: Jan Heinrick

mannen: Jan de Coninck, Jan van Helmont

Borre | 1423-03-15

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 124

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt, monniken en capittelaers van St Paulus zetten, met consent van de bisschop, alle hofgoed en tijnsgoed gelegen in den kerspel van Loesden, Zoes, de buerscap van Heze en op Zeyster Oever, om in onversterfelijke erflenen; Jan Borre Claes Bannenz draagt op een hoeve land gelegen in de maelscap van Weede en van Emminglaer in het kerspel van Loesden, geheten Lienlaer, met alle toebehoren, tijnsgoed, en vervolgens ontvangt Jan het in onversterfelijk erfleen. "Dese hoeve heeft Margriet Jan Bannenwijf half ontfangen Pelgrimsdochter. Ende des brief staet over dat 3e blat"

tijnsgenoten: Jan van Amerongen, Johan Lambertsz; voor leenmannen: Geryt Zoes, Gijsbert Godscalc, Gerrit Petersz; Gheryt van Damassche, abt, Jan Binmaert, prior, Florens van Zevenhuysen, Geryt van Amersoyen, Willam uijten Hage en Jan Taers, monniken en capittelaers van St Paulus

Zuylen, van | 1436-02-13

Leenregister Abdij St Paulus te Utrecht 505 fol 65

Achternamenindex

St Paulusabdij Utrecht zet de hof- en tijnsgoederen in de kerspels Loesden, Zoes, Heze en Zeyster Oever, om in onversterfelijke lenen; compareert Geertruydt Jan Blocsdochter met haar man Jan van Zulen Gerytsz en draagt op de helft van 2 kampen land geheten Grote Broeck, gelegen over de Eme achter Hamelenberg, na dode van haar moeder Beatrijs Bloc, belend landwaarts: Willem Dirck Willemsz.z. met de Nyencamp en Rutger Jacobsz met de Cleynebroeck, zeewaarts: de heer van Abcoude met Dorenoert en Gheryt Loef met Lijescamp; de andere helft behoort aan Evert Heynenzs erfgenamen te Amersfoort, en zij ontvangt alles weer tot een onversterfelijk erfleen

tijnsgenoten: mr Aelbert Baers, Jan Lambertsz, mannen: Aelbert Willemsz en Matheus Gysbertsz

Waal, de | 1399-12-16

Rechtspraak Graaf van Holland II p 90

Achternamenindex

"quam voer mijns heren rade Claes Tsem Naue van Monikedam ende claechde dat jonge Jan Oetaert, scout tot Aemstelredam luttike Jan die Wale sinen broeder, ende in der vangenisse, daer sy en hilden, worden him gedaen twee wonden after in die lenden ende wort geworcht mit enen getouwe, daer een stok aen was ende wort in enen zack over oever geworpen, onbescult van brueken ende onverwijst mit mannen of miet scepenvonnesse. Ende bi deser clage geloeft Claes Tsem Naue te bliven ende goet te maken up siin liif ende up siin goet in tiegenwoerdicheit mijns liefs heren Rade" [jonge Jan de Wale door de schout van Amsterdam gevangen en onberecht geworgd, nu klacht door zijn broer Claes Tsemmenz, van Monnikendam]