42 resultaten

Almsvoet, van | 1304

R.G.P. Grote serie dl 171 Rek Dom van Putten dl II p 269, 264
Achternamenindex

leen van Putten die leen houden van de hofstede van Strien: heer Pouwels van Almsvoet heeft ½ hoeve land tot Almsvoet, waar ver Elsbeen op woonde; leen van Putten in Zuid Holland: [Katelyne] Adamsdochter van Almsvoet tien hoeve tiende te Almsvoet van den oostende inwaarts

Oostkerke, van der | 1316-03-09

Van Mieris II p 153
Achternamenindex

Willem de Vriese heer van Oostende, Geerlof van Cats, Jan van der Malstede, Gillis van der Ostkerke, ridders, verdragen zich met graaf Willem over de tienden door hen tevoren gepacht van het kapittel van St Pieter te Utrecht en nu door de graaf gekocht

Vriese, de | 1316-03-09

Van Mieris II p 153
Achternamenindex

Willem de Vriese heer van Oostende, Geerlof van Cats, Jan van der Malstede, Gillis van der Ostkerke, ridders, verdragen zich met graaf Willem over de tienden door hen tevoren gepacht van het kapittel van St Pieter te Utrecht en nu door de graaf gekocht

Ghistelle, van | 1615~

Kroniek Hist Gen 1853 p 168
Achternamenindex

Pedro de Sijstelles, vaandrig van de compagnie van wijlen Robbert de Belly, heeft 31 jaar gediend, en gebruikt in de enterprise van Breda met het turfschip, solliciteert naar een kapiteinschap [zoon van Pieter vrijheer van Ghistelles in 1603 gouverneur van Oostende, hij sneuvelde daar op 1604-03-21]

Hoendorff, van | 1615~

Kroniek Hist Gen jg 1853 p 169
Achternamenindex

Sebastiaen van Hoendorff, vendrig van de garde van graaf Ernst van Nassau, een jaar binnen Oostende en sedert in Moscovien als kapitein, daarna in Brunswijk en sergeant major; laatstelijk in Savoye als luitenant kolonel, met brieven van zijne majesteit van Gr Brittanië en van graaf Ernst, solliciteert naar een kapitienschap

Wijngaarden, van | 1577-1578

Grote Raad Mechelen E.A. Dossiers dl III dossier 845
Achternamenindex

rentmeester generaal van Zeeland Beoosterschelde werpt zich in 1577 op als de rechtmatige bezitter van de ambachtsheerlijkheden op Zuid-Beveland, nagelaten door Anna van Oostende. Zijn zwager Philibert van Serooskerke, rentmeester generaal van Zeeland Bewesterschelde verklaarde dat Bruninck van Wijngaerden alle formaliteiten voor het verheffen van de lenen had voldaan

Baenst, de | 1535-1536

Grote Raad Mechelen Beroepen uit Holland dl IV dossier 392
Achternamenindex

jhr Guido de Baenst, heer van Oostkerke, poorter van Brugge, contra baljuw en dijkgraaf van Oostende, Hoedekenskerke en Vinningen (?); Guido bezat in deze parochies als ambachtsheer 528 gemeten land; Cornelis Willemsz Schoef stoorde hem in het bezit van 81 gemeten, hetgeen hem 200 Kar gld schade deed lijden. Het Hof wees hem in 1536 dit bedrag als schadevergoeding toe

Serooskerke, van | 1557-03-09

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl VI dossier 596/II5 sub G; E.A. Dossiers dl III dossier 797, 845
Achternamenindex

Philibert van Serooskerke, rentmeester bewesterschelde; 1567-1570: betrokken bij een proces; 1577-1578: verklaart dat zijn zwager Bruninck van Wijngaerden alle formaliteiten voor het verheffen der lenen van Anna van Oostende (nl ambachtsheerlijkheden op Zuid Beveland) had voldaan; 1573-07-18: de Grote Raad had deze echter aan Charles Pieters van Cats, wonende te Gent, toegekend

Haemstede, van |

Batavia Illustrata bl 1123, 755, 903, 931, 880, 1018, 1023
Achternamenindex

genoemd: Raas van Haamstede x Agnese van Oostende, dochter Maria x Lodewijk van Treslong; Meyne van Haemstede x Jan van Botland; Adolph van Haemstede, verzette zich 1572 tegen invoering 10e en 20e penning; Adriaan van Haemstede x Alyt van der Does; Adriaan van Haemstede, dochter Digna x Willem van Boschuysen; Jan van Haamstede x MAgdalena van Myerop, dochter Pieternella x Anthonis van Gindertaal tot Brussel; Françoise van Haemstede x Jan van Naaltwijk

Cats, van | 1577-1578

Grote Raad Mechelen E.A. Dossiers dl III dossier 845
Achternamenindex

Charles Pieters van Cats, wonend te Gent, had een geschil met zijn neef Josse de Pleynes over een erfenis van Anna van Oostende, hem werden de ambachtsheerlijkheden op Zuid-Beveland toegewezen; in 1577 wierp Bruninck van Wyngaerden, rentmeester-generaal van Zeeland, zich op als bezitter; zijn zwager Phillibert van Serooskerke, rentmeester-generaal van Zeeland Bewesterschelde, verklaarde dat hij alle formaliteiten voor het verheffen der lenen had voldaan, zodat de ambachtsheerlijkheden aan hem toekwamen; eiser opponeerde hiertegen