28 resultaten

Capelle, van de | 1477

Quellen Stift Xanten
Achternamenindex

Heberegister der Pension Bislick, Bergen: Evert van der Capellen, Ellis te Cobberaei, Jan van Hiel, 3 schepel tritici, 3 schepel gerst, 3 schepel haver; Wyssel: Evert van der Capellen en Peter ter Louwen, 3 vat tritici, 3 vat gerst, 6den, 3 vat gerst, die ick nyet en boer (p 493); Merwick: Jan van der Capellen 1½ mod tritici, 1½ gerst, 1½ haver, van den Loetsche land (p 495); Veldwick: Jan van der Capellen, 4½ vat tritici, 4½ vat gerst, 4½ vat haver, daer he my nyet mey to pas en wil helpn, als die heren wael weten (p 496)

Gaasbeek, van | 1394-04

Rek Rentmeester Noordholland gedrukt p 86 noot 72, Rek 56 fol 25, 26, 42, 42v, 43, fol 49, p 89
Achternamenindex

Uitermeer, huis ten Bosch: de krijgshandelingen voor het huis Utermeer hebben tot talrijke activiteiten geleid. Eind april 1394 worden in Dordrecht aankopen gedaan voor de kanonnen en worden de krijgswerktuigen vervoerd. Ook victualiën en allerhande materialen worden aangekocht en vervoerd. Het beleg lijkt kort na 14 mei te zijn geslagen, omdat op die dag door het gehele land boden werden gezonden om o.a. de heren van Gaasbeek en van Zevenbergen mededeling te doen "van den ghestande van den huse tot Utermeer"; (fol 49) wordt duidelijk dat hertog Albrecht zelf op 12 mei naar Haarlem vertrok, om naar Utermeer door te reizen, waarna hij pas op 28 mei terugkeerd

Nobelaer | 1532-1552

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl V dossier 486
Achternamenindex

Cornelis Cornelisz Nobelaer, inwoner van Sommelsdijk, contra gildemeesters van het H Kruisgilde te Nieuw Hellevoet: Cornelis was pas 13 jaar oud toen zijn vader Cornelis Jacobsz Nobelaer in januari 1523 stierf; gildemeesters namen 6 gemeten land in bezit. Toen Cornelis meerderjarig werd, procedeerde hij hierover. De leenkamer van Voorne wees op 1532-06-11 zijn eis af. Het Hof gaf hem op 1549-03-11 gelijk en beval restitutie aan hem van de 6 gemeten. Hij eiste de vruchten van het land sedert de dood van zijn vader en het Hof willigde deze eis 1551-06-30 in. Toen gildemeesters onwillig bleven, werden zij gegijzeld

Cuyk, van | 1343-11-11

Van Mieris II p 680
Achternamenindex

"Ic oorconde ende tughe ver Hasetiaen vrouwe van Raephorst, als dat die Borchgrave Dirc ende ver Justine Haren Hughen des Gouwersdochter rechte eerste lid waren als in maechschap, bij deser redenen als hierna beschreven staet: want heren Dirc die Borchgrave van Leyden een broeder was te Kuucq, die [nl heer Dirk] des Borchgraven Dircx die leste was sijn oudevader was [dwz deze 1e heer Dirk was grootvader van heer Dirk die nu pas overleden was]. Ende heren Hughe van Heenvliet, dat hi deser ver Justinen oudevader was. Ende dat die Borchgrave Dirc die broeder was te Kuucq ende Haren Hughe van Heenvliet waren suster kynder ende broeder" [dwz kinderen van een zuster en een broer, dus volle neven]

schipper | 1519-1521

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl III dossier 299
Achternamenindex

Wouter Claesz, schipper, zijn broer Henric Claesz en zijn zuster Fye Claesdochter erfden van hun vader Claes Heynricsz elk ⅓ deel in ½ van één huis en erf in de Peperstraat te Gouda; Claes had deze helft geerfd van zijn zuster Meyns Heynricsdochter, die gehuwd was met Claes Meynertsz, poorter van Gouda; Wouter was als schipper buitenslands bij de boedelscheiding en keerde pas ± 1501 terug en bevond toen dat zijn vader ⅓ deel verkocht zou hebben aan Voppe Ysbrants; pogingen om Voppe eruit te krijgen (hij had er 17 jaar gewoond) faalden; 1496-06-04: akte van schout en schepenen van Gouda dat de helft van het huis van Claes Meynaertsz door Dammas Daems was "ingewonnen" voor schuld, en verkoopt deze helft aan Voppe Ysbrantsz, en belooft hem vrijwaring

Herlaer, van | 1606-11-03

R.A. Arnhem Arch Heerlijkheid Ammerzoden no 9
Achternamenindex

Anthonis Woutersz goet Fredrick van Heerlaer als volmachtig van Matys Kraijen 39 gld; Dierck Woutersz als volmacht van Fredrick Cornelisz en Geerit Handricksz Dooey koppije bedinckt van de drost volgens brief; vonnis tussen de heer van Ammerzoden tegen Fredrick Cornelisz van Heelar, verweerder: "Fredrick aen den heere gebrueckt zal hebben een onrecht voor pantkeeringe die hij t onrecht gedaen ende niet gefondeert ende dat naer cont ende waerheijt op dat pas [te weten] 3 heeren ponden naer landrecht"; 1606-10-12 (fol 9, doorgehaald) Fredrick Cornelisz van Herlaer heeft aangevangen joffrou Johanna van Herlaer haar goed; 1607-06-01: weer over pantkeeringen; 1607-08-10: schepenen wijzen Fredrick van Herlaer cope op de goederen van joffrou Lauwick met een brief van 1200 gld, dd 1596-06-24, idem 1606-12-12

Ammerzoden

Stockum, van | 1526

Arch Cannenburg Inv 137, 138
Achternamenindex

de heerlijkheid Stockum: Hendrik van Ruysschenberg gaf het aan zijn dochter Margaretha die trouwde met Steven van Stommel; Hendrick en zijn vrouw Sophia van Rorick behielden het vruchtgebruik. Sophia van Stommel, wier moeder in 1528 enige dagen na haar geboorte overleed, ontving in 1545 Stockum ingevolge de huwelijksvoorwaarden met Johan van Groesbeek, gemaakt met haar oom Hendrik van Ruysschenberg. Johan van Groesbeeck richtte naast een ros-, wind- en watermolen in 1550 een nieuw panhuis op dat zeer "costelick" was; hij overleed in 1553 en liet zijn weduwe en kinderen grote schulden na, die door Hendrik van Isendoorn, in 1555 getrouwd met Sophia van Stommel, werden overgenomen. Na de dood van Sophia van Stommel (of pas na de dood van Hendrik) kwam Stockum aan de kinderen uit het eerste huwelijk van Sophia met Johan van Groesbeek, terwijl de nakomelingen van Hendrik van Isendoorn zich gedurende de gehele 17e eeuw heer van Stockum bleven noemen, geheel ten onrechte

Schagen, van | 1492-1493

Grote Raad Mechelen Geëxtendeerde Sententiën 1966 p 268; E.A. Dossiers dl I dossier 102
Achternamenindex

Jan van Scaghe contra Claes Coerf, schout van Hoorn. Geschil over het schoutambt te Hoorn sedert 1492. Verweerder had dit in 1489 gepacht in 1492 met 3 jaar verlengd. Pas in 1498 ging eiser die een schenkingsbrief van de Vorst had verkregen, in appel bij de Grote Raad. In zijn proces bracht eiser naar voren dat verweerder rees 5 ambten bekleedde, terwijl dit volgens Hollands recht er mar 2 mochten zijn. Verweerder stelt dat deze regel in onbruik is geraakt, en stelt bovendien dat de appellatie reeds in 1489 gedaan had moeten zijn. 1493-08-20: eerste aanleg (no 102, schrifturen en onderzoek); 1493-08-30: vonnis. Claes Corf had dit ambacht in 1489 gepacht en deze pacht was in 1492 met 3 jaar verlengd.In ditzelfde jaar zou het ambt aan Jan van Schagen verleend zijn. Partijen verwijten elkaar onloyaal gedrag jegens de vorst: Jan zou deelgenomen hebben aan de rebellie in 1491 (eiser was toen schout van Haarlem). De Grote Raad stelt eiser in het ongelijk, wijst het ambt aan verweerder toe. Met tal van bijgevoegde processtukken o.a. moeten de Westfriese dorpen 2000£ betalen voor de schade aan persoon, huis en goederen te Alkmaar van Claes Corf toegebracht (102/2)