Zijl, van | 1473-11-24

mr van Overvoorde: Arch Kloosters regest 1527, 1526

Achternamenindex

Willem van Zijl verkoopt aan Lysbet Dirxdochter weduwe van Enghebrecht Claisz, en aan de voogden over haar weeskinderen, de Calvercamp, groot 2 morgen, en de Petten, groot 2 ½ morgen, gelegen bij Willemshofstede ten Zijle, tussen 's Gravenmade en de Zeverijnswerf in Leiderdorp, met het recht van gebruik van de Zijlken; dit land werd door Willem en zijn voorouders in leen gehouden van de heer van Wassenaer en was 23 november 1473 uit het leenverband ontslagen; jvr Katrijn Uten Ham gehuwd met Willem van den Zijl erkent voor leenmannen van de heer van Wassenaer afstand gedaan te hebben van de lijftocht op deze goederen

leenmannen: Florys van Alcmade en Jan Heynrix, zegels van: Willem van den Zijl, Huge van Zwieten en Adriaen van Zwieten

Blokland, van | 1633-08-08

Geneal Herald Bladen III p 239, 164, 247, 175

Achternamenindex

huwelijksvoorwaarden van Jacob van Blocklandt (wonende O.Z. Vorrburgwal Amsterdam) met zijn getuigen: zijn broer Marten van Blocklandt, doctor Medicinae te Amsterdam, en zijn neven Cornelis van Davelaer heer van Petten, Anthony van Davelaer en mr Anthony van Blocklandt, advocaat van het Hof van Utrecht, met Geertruyt Aarts van Wyckersloot, wonende tot Utrecht, met haar getuigen: haar vader Aert Cornelis van Wyckersloot, Johan Cornelisz van Wyckerslooth als ookmen en mr Anthoni de Ridder van Groenesteyn, advocaat, als neven; 1633-08-31: 3e huwelijksafkondiging te Utrecht; huwelijksintekening Amsterdam: 1633-08-20. Jacob overleed 1667-09-13 en Geertruijd te Utrecht 1688-02-28, begraven in de Geertekerk

Herlaer, van | 1560~

Geneal Herald Bladen jg II p 144

Achternamenindex

Joost van Veen schonk ten huize van Cornelis Eijnout, schout van Petten, een glas met zijn wapen, dat van Egmond gedeeld met een blauwe leeuw graaf Lamoraal met zijn baljuw Loef van Herlaer en zijn rentmeester Jacques la Cambe, daar aan huis komende en het ziende was zeer verstoord, aan van Herlaer vragende, waarom hij toeliet dat van Veen zijn wapen voerde. Deze antwoordde dat een officier bezwaarlijk tegen een ambtgenoot kon optreden. Joost, het gebeurde vernemend, zond een glasschrijver, die de kepers van Egmond dekte met een lambel van lazuur, en toen de graaf dat bij een later bezoek zag, uitte hij geen bedenking

Heemstede, van | 1443-09-06

Limburg Brouwer p 73/Mem Rosa dl VII-X no 209 p 181

Achternamenindex

bevel aan Jan van Heemstede, baljuw van Kennemerland en Westfriesland, om aan alle waarschappen uit de dorpen van West Friesland die krachtens bevel van de Raad moeten bijdragen in de aanleg van de Rijndijk in de duinen te Petten, mee te delen dat zij zulks vóór 16 september moeten doen. Indien één of meer dorpen de bijdrage weigert, dan moet de baljuw het geld fourneren en zal de Raad zorgen dat hij dit terugkrijgt "van den onwilligen tweescat an gelde of vierscat an pande". Ongeveer een jaar geleden was bevolen dat behalve de dorpen ook Haarlem, Beverwijk, de abt van Egmond en de onderdanen van de heer van Egmond aan de aanleg van de dijk zouden moeten bijdragen

Egmond, van | 1465-1466

Rek Rentmeester Kennemerland 896-907

Achternamenindex

Aelbrecht van Egmont Ottenz: (896 fol 47) hem aanbestorven van zijn vader [Otto van Egmond]: van zijn leen 40 sc uit de herfstbede van Akersloot en 40 sc uit de herfstbede van Uitgeest, door Otto verkregen van Gheryt Jansz van Petten; brief 1438-10-30, 4 £ te houden tot een recht leen. 1466-1467 (897 fol 46): van zijn leen 4 £ (uit de brief van 1438 blijkt dat Otto ook beleend is met zijn woonstadt en hofstede, houdende 2½ geersen land tot Heemskerk). Van zijn leen 4 £ (herfstbede Uitgeest en woenstadt ende hofstadt houdende 2½ gersse lands liggende tot Heemskerk), gedurende de jaren 1467-1468 (898 fol 45), 1468-1469 (899 fol 46), 1469-1470 (901 fol 28), 1470-1471 (902 fol 26v), 1471-1472 (903 fol 29v), 1472-1473 (904 fol 31v), 1473-1474 (905 fol 29v), 1474-1475 (906 fol 35), 1475-1476 (907 fol 32v)