Doorninck, van | 1444-12-30

Nibbelink no 164

Achternamenindex

Floris van Kyfhoek, heer tot Goudriaen oorkondt dat: "Helwyck van Doirnick mijn zwa(ge)ar zaliger gedachte mij mit sinne dochter joncvrouw Alyt van Doornick, minen wittachtige wive, in hilux voorwaarde end in rechter medegaven destijts ghegheven ende bewijst heeft zekere goede ende lande, gelegen in Poortvliet ende beyder stede van der Goude, jaarlijks ongeveer 85 Bourg scilden". Dat hij vervolgens deze goederen verkocht heeft voor 1200 Bourg schilden, en dat hij nu ter verzekering van het huwelijksgoed van zijn vrouw, haar een jaarlijkse rente geeft van 100 Philips Bourg schilden uit zijn goederen en renten in het land van Zwijndrecht en Goudriaan, welke rente uit dit goed over zal gaan op hun kinderen, hoewel Floris deze rente kan aflossen met 1200 scilde; 1444-12-31: Hertog Philips bevestigt deze gift

Borssele, van | 1367-02-14

Codex Dipl Neerl serie 2 dl 2 p 189 en 190

Achternamenindex

Boudiin Lauwenz belooft bij ede aan Floris van Borselen, hem met raad en daad te zullen bijstaan, en niets tegen hem te zullen ondernemen; 1367-05-12: eenzelfde belofte van Clais Louwerensz

bezegeld door: Pieter Wolfaerdsz cureit in Cloetingen, Wouter Hughemansz, Gillys Heynrixsz, Willem van Poortvliet mijn neve, Boudijn Jansz; Wouter Hughemansz, Boudijn Lauwerensz minen broeder, Gillis Heynricksz

Halebeke, van | 1298-06-30

Van Mieris I p 595, 353; De Fremery no 323; Reg Hann p 30/Reg EL 13 no 558

Achternamenindex

Aernould van Halebeke, ridder, oorkondt dat hij "der ghemeene weyde ende aen allen den vervalle dat daer toe behoort oft behooren mach niet meer en hebbe, noch schoudich en ben te hebbene met allen rechte, dan een derdendeel van den legscat. Ende schelde quyte ende vertije met desen voorsz derdendeel van den legscat eeuwelijck alle des rechts ende der talinge, die ick hebbe of hadde an die voorsz gemeene weyde" [Meenreweyde lag volgen Van Mieris bij Poortvliet]; over het bedrag der koopsom fo het restant daarvan ontstond later geschil, 1309-06-29: Willem Bolland, pastoor van der Meenreweyde en schepenen aldaar oorkonden dat heer Pieter van Leyden rentmeester van Zeeland toen aldaar aanbood de koop met 750 £ te voldoen maar Jan van Leenhoute vanwege heer Arnoud 800 £ eisende, gaf her Pieter het geld te Meenreweyde in bewaring, ter beslissing van de graaf