153 resultaten

Enghuizen, van | 1296

De Raadt III p 172
Achternamenindex

Pelegrinus de Putte, Henricus de Keppel en zijn zuster Kristina de Rede, Henricus de Essen, Albernus, Thidericus, Arnoldus, fratres de Sinderen en hun zuster Rekenze de Enchehusen, font un accord avec frater Arnoldus de Nyenbeke, commendator domus in Arnem, au sujet des biens honorabilis viri domini Thyderici quondam domini de Nyenbeke, qui avaient été en litige

Essen, van | 1296

De Raadt III p 172
Achternamenindex

Pelegrinus de Putte, Henricus de Keppel en zijn zuster Kristina de Rede, Henricus de Essen, Albernus, Thidericus, Arnoldus, fratres de Sinderen en hun zuster Rekenze de Enchehusen, font un accord avec frater Arnoldus de Nyenbeke, commendator domus in Arnhem, au sujet des biens honorabilis viri domini Thyderici quondam domini de Nyenbeke, qui avaient été en litige

Merwede, van der | 1320-08-06

Reg Kapittel St Pieter no 206
Achternamenindex

gerechtsbrief van de officiaal van de bisschop waarbij Theoderic zoon van Daniel van de Merwede erkent van het kapittel van St Pieter te Utrecht in lijfpacht ontvangen te hebben de (vroeger door Ricold van Nordeloes gehouden) helft van de tienden in de parochie van Emekerke, waarvan vrouw Beatrix van Putte en Strenen de andere helft in pacht heeft

Molenaar | 1363-10-04

R.A.H. Coll Aanw 63 fol 238v/Quohier van Handvesten
Achternamenindex

Jan de Moelnaer belooft niet uit de Vorsch van Putte te gaan en te Geervliet te komen binnen 2 dagen nadat hij door de heer van Putten daartoe vermaand wordt en zich te verantwoorden; 1364-11-20 en 1364-11-26: Heynrick en Jan de Molenaer beloven niet te dadingen met mr Tielman Jansz, deken van St Pieter

borgen: zijn broers Florens en Willem

Putten, van | 1296

De Raadt III p 172
Achternamenindex

Pelegrinus de Putte, Henricus de Keppel en zijn zuster Kristina de Rede, Henricus de Essen, Albernus, Thidericus, Arnoldus, fratres de Sinderen en hun zuster Rekenze de Enchehusen, font un accord avec frater Arnoldus de Nyenbeke, commendator domus in Arnhem, au sujet des biens honorabilis viri domini Thyderici quondam domini de Nyenbeke, qui avaient été en litige

Rode, van | 1393-11-07

Reg Rotterdam en Schieland no 1266
Achternamenindex

hertog Albrecht verklaart nu Boudyn van Roden Pietersz en Boudijn Boudynsz van Roden een polder bedijkt hebben in het land van Roden, gelegen tussen Riederwaert en het land van Putte, groot ongeveer 40 morgen, welk ambacht van Roden genoemden met tienden en hoge en lage heerlijkheid van hem in leen houden, hiervan een afzonderlijk dijkgraafschap te maken

Sinderen, van | 1296

De Raadt III p 172, 38
Achternamenindex

Pelegrinus de Putte, Henricus de Keppel en zijn zuster Kristina de Rede, Henricus de Essen, Albernus, Thidericus, Arnoldus, fratres de Sinderen en hun zuster Rekenze de Enchehusen, font un accord avec frater Arnoldus de Nyenbeke, commendator domus in Arnhem, au sujet des biens honorabilis viri domini Thyderici quondam domini de Nyenbeke, qui avaient été en litige (1297-09-04)

Zwijndrecht, van | 1340-12-19

Reg Rotterdam en Schieland no 510/Reg Putte en Strijen met houten borden fol 95
Achternamenindex

Pieter Oudelant Oudelantsz en Hughe Monne heer Jansz [van Zwijndrecht ?] verklaren erbij geweest te zijn toen Boudyn van Roden, grootvader van de nu levende Boudijn van Roden, de beslissing over al de tussen hem en heer Nicolaus heer van Putte bestaande geschillen overliet aan diens uitspraak en dat deze zijn grenspalen stelde, zoals hij ze nu nog heeft

Boekel/Bokel | 1306-04-06

Reg Rotterdam en Schieland no 180
Achternamenindex

Niclais heer van Putte verklaart in erfleen gegeven te hebben aan Diederic Bokel, ridder, die het hem had opgedragen, zijn huis te Wedena en het erf dat gelegen is binnen de uiterste gracht ter hofstede toe; als er geen nakomelingen zijn komt dit goed aan diens zuster Baerte en haar nakomelingen, indien zij kinderloos blijft aan diens neef Ghysbrecht Bokel Hermansz

Horde, de | 1246-09-16

v.d. Bergh I no 431
Achternamenindex

Heinricus de Horde houdt van Nicholaus heer van Putte 3 delen van zeker land genaamd Zuidhord, gelegen tussen Scholvliet en Beeninge, en Hugo de Ghest het 4e deel; van de 3 delen krijgt de vrouw van Heinricus 30 sch als een "dotalicium"; Heinricus houdt ook 2 delen van een land gelegen tussen Scholvliet en Westerlike, waarvan Allardus Johannesz het 3e deel houdt. Na de dood van Heinricus zal zijn bloedverwant Symon de 3 delen van de heer van Putte krijgen; Heinricus houdt ook in leen ¼ deel van de tienden in Drenkwaard, en dit deel zal krijgen Hugho de Gest en Symon, het 6e deel gaat naar Allardus zoon van Johannes, maar na de dood van Heinricus zal zijn bloedverwant Heinricus dat deel van de tienden in Drenkwaard dat Heinricus toekwam, te leen krijgen, met 10 roeden land in Scolvliet