27 resultaten

Heukelom, van | 1557-10-04

R.A.H. Coll Aanw (128 ?) Caput Asperen fol 8, 13 (fol 3)
Achternamenindex

Philips heeft een request ontvangen van Frederick Torck heer tot Hemert en Nicolaas Vighe, ambtman in Nederbetuwe, als voogden over de onbejaarde kinderen van Walraven van Arkel, in zijn leven heer van Weerdenborch en Amerzoijen, die 1 ½ jaar geleden "bij ongeluk ende quade fortuijne van water onnoselijk is aflijvich geworden", achterlatende zijn kinderen: Otto van Arkel, oudste zoon en leenvolger voor de stad en heerlijkheid Heukelom, 15 jaar, nog onbekwaam om dit leen te ontvangen, mede omdat er een proces hing bij het Hof van Holland tussen de Procureur Generaal en wijlen heer Walraven, en omdat Otto ver van Holland aan de universiteit van Leuven studeert, verzoeken de voogden uistel van belening totdat Otto 20 of 25 jaar is, of tot het einde van het proces; dit verzoek wordt toegestaan; 1558-08-14: Otto wordt, nog onmondig, beleend met slot en heerlijkheid Leijenburg

Heukelom, van | 1479-02-28

R.A.H. Coll Aanw 108 Arkel fol 41, 43, 86 fol 44
Achternamenindex

Maximiliaan oorkondt dat zijn vasal Ott van Arkel en van Huekelum hem te kennen heeft gegeven dat zijn voorouders deze naaste 200 jaren de heerlijkheid van Heukelom bezeten hebben, doch dat het aan zijn vader Johan van Arkel heer van Heukelom ontnomen was, aangezien hij gedagvaard was voor de Raad van hertog Philips "om dies wille dat hij quade munten solde hebben doen slaen in sijnre heerlycheijt", en een vrijgeleide begeerd had, hetgeen hem geweigerd was, waarna de heerlijkheid verbeurd verklaard was. Hertog Karel had zich met kracht van de heerlijkheid meester gemaakt, zodat zij 15 jaren daarvan beroofd waren. Otto krijgt de heerlijkheid terug, uit gratie en omdat zijn vader Johan liggende op zijn sterfbed voor het H Sacrament gezworen had nooit valse munt in zijn heerlijkheid geslagen te hebben; 1486-06-11: brief bevestigd (fol 43); 1487-01-12: Otto maakt aan zijn vrouw jvr Walraven van Wairdenburch 200 R gld per jaar op dit leen tot lijftocht (86 fol 44)

Grebber, de | 1349-08-10

Inv Arch Nassau Domeinraad 1e deel 5 stuk p 90, 91
Achternamenindex

leen Lek en Polanen: no 261) Monnikendam, 11 maden land bij de Quade Leek, eertijds tot leen gemaakt door Willem de Grebber; 1349-08-10: Jan Melys Pauwen en Willem den Grebber, hiervan wordt 2 keer ⅓ afgesplitst (261A en B), Gerbrant Jan Pauwenz na dode van zijn vader Willem Grebber Jan Pauwenz, na opdracht door zijn broer Gerbrant (ca 1395); 1406-08-14: dezelfde krijgt vergunning de helft te verkopen, voor de andere helft van zijn vier maden blijft hij man; 1409-10-23: Claes Jacob Claes Reynersz na opdracht door Willem de Grebber, no 261A: Hugo Uter Weer Melys Grebbersz krijgt toestemming om zijn deel te verkopen op verzoek van heer Philips van Wassenaer; no 261B: 1395-07-22: Jacob Willemsz; 1443-08-22: Claes Jacob Willemsz.zoon, na dode van zijn vader; 1473-11-03: Jacob Grebber Claesz, na dode van zijn vader; 1524-10-11: Jacob Jacob Grebbersz, na dode van zijn vader Jacob Claesz

Waal, de | 1397-10-05

Rechtspraak Graaf van Holland II p 89
Achternamenindex

"gaven over minen here ende sinen rade Claes Jan Claesz.sz en Hannekin Claesz zijn oem van Monikedamme, een cedel jeghen Jan die Wael ende Jan sinen soen, roerende van Jan Claessoens doot, ende geloefden bi der cedel te bliven op hoer lijf ende goed ende die waer te maken welke cedel hier in dit boec gesteken is": "als dat Jacob Avenz quam in Jan Claesz huus, die een poirter was tot Monikedam, met vele quade woirden ende Jacob lode Jan Claesz uut zinen huse op der strate ende aldaer toech Jacob zijn mes ende stac Jan doet over een recht afterzusterkints vreed; ende voirt soe quam Jan die Wael die een onderbaeliu is ende was op die tiit, ende het ghesciede in der jaermercte, daer jonge Jan die Wael op die tiit aldaer tolnaer was, ende dese twije, Jan die Wael ende zinen zoen, quamen met ghewapender hant met horen maghen ende brochten Jacop den quadader in die kercke"

Jan de Wael onderbaljuw van Waterland en zijn zoon jonge Jan die Wael, tollenaar te Monikendam

Aeswijn, van | 1666-12-12

Berigten Hist Gen III p 127/Kroniek Hist Gen jg 1851 p 171/Arch Mathenesse
Achternamenindex

huwelijksvoorwaarden van Gysbert heer van Matenesse ambachtsheer van Oud Matenesse, halsheer van Riviere, Opmeer en Souteveen, heer van Steewijk en het huis ter Does, en Antonetta van Aeswijn, dochter van wijlen Antonis van Aeswijn heer van Brakel, Kemmena en Wesenthorst en Margaretha Turck, dochter tot Hemert

huwelijksvrienden: Hendrik Valkenaar, Willem van Matenesse, Johan van Welderen, Jacob Pieck; Zeger van Rechteren, Cornelis van Bronkhorst, Willem Thomas baron de Quade, Frederik Hendrik van Randwijk

Bronkhorst, van | 1666-12-12

Berigten Historisch Genootschap III p 127
Achternamenindex

huwelijksvoorwaarden van Gysbert heer van Matenesse ambachtsheer van Oud Matenesse, halsheer van Riviere, Opmeer en Souteveen, heer van Steewijk en het huis ter Does, en Antonetta van Aeswijn, dochter van wijlen Antonis van Aeswijn heer van Brakel, Kemmena en Wesenthorst en Margaretha Turck, dochter tot Hemert

Huwelijksvrienden: Hendrik Valkenaar, Willem van Matenesse, Johan van Welderen, Jacob Pieck, Zeger van Rechteren, Cornelis van Bronkhorst, Willem Thomas baron de Quade, Frederik Hendrik van Randwijk

Pieck | 1666-12-12

Berigten Hist Gen III p 127
Achternamenindex

huwelijksvoorwaarden van Gysbert heer van Matenesse en Antonetta van Aeswijn

huwelijksvrienden: Hendrik Valkenaar, Willem van Matenesse, Johan van Welderen, Jacob Pieck, ambtman van Beesd, Marienweerd en Reinooi, lid der Staten Generaal; Zeger van Rechteren, Cornelis van Bronkhorst, Willem Thomas baron de Quade, Frederik Hendrik van Randwijk