60 resultaten

Ackoy, van | 1411-04-20

Ned Heraut jg 2 p 223
Achternamenindex

Jan van Zandwijc en Willem Heinriscz oorkonden dat heer Willem van Egmonde, ridder, Kerstant van den Berghe, baljuw van Delftland en Schieland, "aen sprac, want hij ende syn pachtenaren van sinen moer ghelegen aen den ambocht van Zevenhusen hem verwilcoert hadden aen syn hant voir mijns ghenadichs heren Raet van Hollant, die t hoir begheren mede was voir hem te recht te comen ter Ouderscye voir die vierschair op den eersten Sonnendach na Meyedach naist comende van sulc recht als voir hem begonnen ende ghesproken was, roerende van sulke pandingen als die pachtenaren van desen voirs moer van heren Jans weghen van Hodenpijl ende der joncfrouwen van Acoeijen ghepandt wairen, dair die pachtenaren pandtweninge off ghedaen hebben"

Egmond, van | 1290-04-15

v.d. Bergh II no 697
Achternamenindex

graaf Floris beleent Mensen Wouter des Vriesensone en zijn broers Janne en Wouter met het goed van hun vader Wouter die Vriese, te rechten lene uitgenomen de huyshoenre. Graaf Floris geeft voorrechten aan Dordrecht

voor onsen Raet en hogher manne een deel: heren Janne van Arkel, Willeme van Egghenmonde, Diderike van Wassenare, ridders

Wilde, de | 1424~

Rechtspraak Graaf van Holland dl II p 60, 61/Memoriale XVI ingeschoven in fol 142
Achternamenindex

vervolg II: "item een ander clage als dat Aernt voirn. gecomen is met vergadering van mannen ende heeft Jan Jacob, mynen oem, daer hij een scout van Alcmair was, ter doot gequetst over een vrede die binnen 4 uren gemaect was, dair hij van die quetsinge doot gebleven is en mynen lieven genadigen heer van Bourgongien en synen Hogen Raet niet en ontsiet van der groter misdaet die hij daer an misdaen heeft. Ende lieve heer Roelant [van Uytkerke], want dese Aernt die Wilde veel andere feyten gedaen heeft, die men u wel onderwysen sal, soe bid ic u vriendelic om God ende om genade, dat ghij dese saken wilt berechten want ic dez niemant te clagen en weet dan u, want ghij ruwairt van dese lande van myns genad. heren wegen ghesett sijt"

Bentheim, van | 1322-08-27

Van Mieris II p 299
Achternamenindex

graaf Willem geeft tolvrijheid aan Dordrecht

sgraven Raet: Pieter van der Lecke, Symon van Benthem, Daniel van der Merwede, ridders; Mathijs Rengerszone, Jan van Polanen, Willem, onse Camerlinc, knapen

Duvenvoorde, van | 1322-08-27

Van Mieris II p 299
Achternamenindex

graaf Willem geeft tolvrijheid aan Dordrecht

sgraven Raet: Pieter van der Lecke, Symon van Benthem, Daniel van der Merwede, ridders; Mathijs Rengerszone, Jan van Polanen, Willem, onse Camerlinc, knapen

Cats, van | 1322-08-27

Van Mieris II p 299
Achternamenindex

graaf Willem geeft tolvrijheid aan Dordrecht

sgraven Raet: Pieter van der Lecke, Symon van Benthem, Daniel van der Merwede, ridders; Mathijs Rengerszone [van Cats], Jan van Polanen, Willem, onse Camerlinc, knapen

Bies, van der | 1534-12-06

R.A.H. Coll Aanw 118 Caput ZH fol 277, 299, fol 278, 299v
Achternamenindex

leenmannen van Holland oorkonden dat heer Lodewijk van Praet geseyt van Moerkercken, ridder, opdroeg t.b.v. Willem van der Bies Jansz, 22 morgen land gelegen in den houffslagh binnendycs in den Pietershouck [Puttershoeck ?], belend noordoost: Gheen Luyten, oost: Willem van Drenckwaerde, noord: de dyck, zuidwest: de Groene dyck, zuidoost: Staets Govertsz. Met het verzoek willem van der Bies hiermede te belenen. Op 1535-01-27 oorkondt Karel dat hij Willem Jansz van der Bies hiermede beleend heeft, te houden tot een onversterfelijk erfleen. Het einde en de datering ontbreken, deze vindt men op fol 279v

Staetst Govertsz, Willem van Drenckwaerde Bouwensz, Govert Staetsz, leenmannen van Holland; 1535-01-127: mr Reynier Brunt, onse Raet en Proc. Gen, Jan Hendricsz, ontfanger van onse exploicten, Cornelis Barthout Jansz, Willem Pietersz Criep, leenmannen

Heerd, van | 1420-11-30

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 483
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Gheryt van Damassche oorkondt dat "wij om kenlike scout ende noets wille daer wij ende onse goedshuus zwaerlike mede belast sijn overmits oerloge tuijsschen den lande van Ghelre ende Hollant tezamen eendrachtelic teghens den ghestichte van Utrecht ende zonderlinge mede van ons monicker weghen here Willam van Heerd die sonder oirlof ut onsen cloester is op dese tijt. Ende syn brueders mit horen vrienden onse goedshuys ontseit hebben overmits beticht ende veel scaden gedaen hebben mit roef ende ghewelt ende onse monick noch doet. Ende Thyman Willamssoen, onse bouman, ten hove after Amersfoirde ghevanghen is aen handen des hertoghen van Ghelre. Ende hem ghecoft heeft om een zekere summe van ghelde buten onsen scouden of toen doens. Soe willen onse here van Ghelre ende sijnen raet van onsen goedtshuus dat ghelt hebben ende hebben onse goed tot Ermelen [Ermelo ?] daervoer vercoft"; verder verkopen zij nu aan mr Henric Foeken een rente van 12 g.g. Wilh Holl scilt ten lijve van mr Henric en van Wendelmoet Gheret Foeken bastaarddochter, te betalen binnen Utrecht (vgl 1420-12-06)

Haeften, van | 1327-08-05

Cartul Marienweerd no 283
Achternamenindex

voor schepenen in Santbomel verkoopt Alard van Haeften aan de abdij Marienweerd enige renten en land (apud vicum dictum de Vriesensteghe) tussen het dorp land waarop Bertradis weduwe van Arnoldus Dols moratur, waaruit Johannes van de Noordeloos rente heeft (volgen 18 renten): - Volcwigis ex area sua quam ipsa possidet 26 sol; - Paulus Textor uit zijn land waar hij op woont 52 sol; - Theodericus Sluter 26 sol; - Wesselinus 26 sol; - Eccrinus 26 sol; - Ida Knijf 10 sol census; - Greta Dorinc 14 sol; - Lambertus Raet 12 sol; - Reynkinus unam libram census; - Ermegardus 10 sol; - Hermanus de Delwinen 10 sol; - Rutgherus dictus Viirpont 10 sol; - Henricus de Omeren 12 sol; - Israel 12 sol; - rente uit 2 stukken land in Bomel, tussen Goswinus Wonnegardisz en het dorp, waaruit Goswinus Storm 8 sol en de weduwe van Henricus zoon van Jacob Claren 24 sol census opbrengen; - 6 sol en 3 den in qua Oda die Droghe moratur, tussen Hubertus Hellinc en Ghiselbertus Zorghe; - 5 sol census uit land van Henricus Taetsken in Bomel, extra munitionem opidi quasi ab opposito molendini dicti Alardi, tussen Godefridus ex Insula en het dorp; - verkoop van de Calvercamp

borgen: Wolterus Wautart, Herbernus Ghiselbertusz van Deyl, Alardus de Reno, Alardus zoon van Ynwanus de Vauderic [van Varik]; schepenen van Santbomel: Michael Moliart, Philippus de Horwinen en Wolterus Scaep

Does, van der | 1569-05-07

R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Kennemerland fol 53/Coll Aanw 520 K fol 33/Egmond (Brederode)
Achternamenindex

koning Philips beleent jhr Adriaen van der Does, schiltknape, baljuw van Schieland, na dode van zijn oom Warnart van der Does, schiltknape, hem aangekomen van zijn vrouw jvr Elisabeth Dever van Minden, met: 1) 14 geersen land in de ban van Heemskerk, genaamd "Cuypersven", belend oost: het gemeen land, zuid: Jan Raet, west: Frans Velserman, noord: Joost Vuytten Hage kind; 2) een sate lands gelegen tot Heemskerk, met huijsinge, belend west: Barthoud van der Dussen [lees = Huessen], zuid: Halmerbeecke langes [Hekmeerbeek]; 3) 2 ackers te Heemskerk, strekkende aan de Kijserenwech [Beijferdenweg], tot aan de Burghsloot, belend noord: Dirc Haeskens en Willem Claesz, west: Claes Heijnricsz; 4) den cingel en de groote boomgaert mit zijnen graften gelegen tot Eemskerck [= Reewijk], zoals Geije voors [! = Gheye die Vriese] die te gebruiken plach, van ouds belend noord: heer Wouter van Heemskerck mit den lande dat hier voortijts Jan van Pruyssen heer Gerytsz van Eemskerck van heer Wouter voirs. te leen hield, en voorts alom belend mit lande van Jan van Pruysen; 5) een camp lands in den Poel, geheten "Oolandts camp", vanouds belend zuid: die here van Bredae [Brederode of Breda?], noord: die Poel. Welcke 3 percelen gelegen zijn tot Eemskerk, alles te houden tot een onversterfelijk erfleen; 6) 2 ackeren lands te Heemskerk, oost: een boomgaard gecomen van wijlen Joost van Minnen, zuid: die Veerwech, west: wijlen Joost van Minnen, noord: die Beeck, leen van Brederode, tot een onversterfelijk erfleen

Heemskerk