Drakenburg, van | 1473-04-22

Leenregister St Paulusabdij Utrecht 505 fol 211v

Achternamenindex

de abt oorkondt dat Margriet Vredericsdochter van Drakenborch Frederiks uten Ham hem opdroeg met haar man en haar vader aan Beernt Scaeij Jacobsz "die rechte of grafte" van 2 morgen veen gelegen after Soesenge, belend zuid: Rutger Jacob Tymansz, noord: Roelof van Baern en Henric Goyertsz erfgenamen en Elias van Weede als voogd en van zijn vrouw joffr Dirc

mannen: Jan de Coninc, Peter van Zulen, Alfer Ruysch, Gysbert Henricsz

Arkel, van | 1290-12-01

v.d. Bergh II no 751/ Arch Duitsche Orde no 496 p 590

Achternamenindex

Jan van Arkel oorkondt: "dat wi der heeren lant ende erve van den Duytschen huse van Scalunen, die houdre syn van desen brieve, dat si hadden liggende op die Hare [ te lezen Hare?], op Walfare ende op Sceyderwyck tusschen den Dievenwech ende Sceydicken Wateringhe an (= met) hemhebben gewisselt ane (= voor) Scalunen ende ane Quakermaet in alle dien rechte"

Vianen, van | 1297-01-14

Codex Dipl Neerl 2e Serie dl 4 afd 2 p 29

Achternamenindex

de abt van Oostbroek oorkondt dat heer Hubrecht van Vyanen, ridder, "alle die boeten ende die banne, die groot waeren, die hij gewonnen hadt up ons ende up onse goedt van Hulsdingen onderleghet mit rechte ende mit oirdele der heemraedere" (..) "hevet gheverstende upgeset, alsoe lange als wij onsse guedt te Hulsdingen selver bouwen ende mit huseluden doen bouwen"

Vonck | 1465-03-15

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 307v

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Hubert Vonck draagt op de tijnsweer aan erve en goed geheten Scadijg, Kraijenoord, Goidswilligen en Veenschoten, zoals hij en zijn ouders in tijns hielden; de abt geeft de rechte tijnsweer over aan Bartholomeus van Eck; "dit heeft nu Gysbert Amelsz tot Amersfoort, libro abbatis Wilhelmi de nova ecclesia fol 90"

tijnsgenoten: Jacob Hooft Lumansz, Jan die Wijse, Godert Ban, Jan Aerntsz, Jacob van Gheyn

Man | 1423-07-24

Leenregister Culemborg 96v

Achternamenindex

leenregister Culemborg 1410~: Ave Dirics Maensdochter vrouw van Wolter Henricsz, de helft van 14 morgen land op Parijs, samen met Sweder van Dudenberg, belend boven: de kerk van Lanxmeer en het gasthuis van Culemborg, na haar dood te komen op Diric vrouw van Jan van Aemstel, of de rechte leenvolgers van Ave, behalve de lijftocht van Alit Diric Mansdochter, zuster van Aefken

Merens | 1530-11-14

Schepenrol Hoorn no 4145

Achternamenindex

"alsoe Joost Jan Thaemsz alhier in rechte bekent tantheijken bij hem overgegeven, roerende 700 gulden, hem in huwelicxe voorwaerden mit zijnder tegenwoordige huijsfrouwe belooft soe wijsen scepenen voor recht, indien deselve Joost enige actie wil pretenderen opte ouders van zijn huijs frouwe vors, dat hij tselve t'Amsterdam sal voorstellen, daer deselve ouders woonachtich zijn, en de huwelicxe voorwaerden daer gemaicht zijn"

Ackoy, van | 1524-11-10~

Leenregister Ackoy fol 11

Achternamenindex

Floris van Egmond etc en Aelbert Storm, zijn drossaert te Ackoy, oorkonden dat Jan Jacobsz heeft opgedragen een morgen land in de heerlijkheid Ackoy, belend boven: die gemeen liesdel oft die …, beneden: Jan Aelbertsz erfgenamen. Vervolgens wordt Jan Woutersz ermede beleend ten Zutphenschen rechte, behoudelijk Meynu Jans huysvrouw haar lijftocht hieraen, haar leven lang; zelfde belening: 1527-07-25 (vgl 1513-03-31)

Stees Jansz en Willem Woutersz

Ackoy, van~ | 1534-07-01

Leenregister Ackoy fol 13

Achternamenindex

de heer van Ackoy oorkondt dat Jan Stessen hem opdroeg 2 morgen land in de heerlijkheid van Ackoy, belend boven: Loef van Hoenseler, beneden: Jan van Aelst; vervolgens wordt beleend Jan Albertsz als man en voogd van Metken Staes Jansz dochter tbv Metken, tot een onversterfelijk erfleen, ten Zutphenschen rechte te verheergewaden. Jan Albertsz doet hulde voor haar (vgl 1540-01-09)

mannen: Jan die brouwer, Claes Walichsz

Berendrecht, van | 1496-09-30

Repert Stichtse Leenprotocollen p 3

Achternamenindex

een tiende te Alphen, geheten in de Steect: beleend mr Willem van Berendrecht, na opdracht door Jacob Coppier Jacobsz; 1525-09-08: Brabara Jacob Coppiersdochter, weduwe van mr Willem van Berendrecht, met consent van mr Willem van Oij rechte leenvolger, onder kwijtschelding van verzuim; 1528-02-06: Jacob Coppier Jaocbsz na dode van zijn zuster Barbara, weduwe van Willem van Berendrecht

Bort | 1353-01-03 (1352)

A.R.A. Leenkamer 32 Copie fol 31v/Reg EL 25 fol 21

Achternamenindex

hertog Willem verkoopt aan Willem Bort drie weer land, samen 40 morgen die rechte heeft, en gelegen zijn in den ambacht van Coudekerck in den Leghen Weerde, die van Jan Fijenz waren, en op het ene weer woonde hij zelf, op het andere weer woont Enghe, het derde weer is in huur bij Dirc Heylichdach, per morgen voor 3£ Holl