122 resultaten

Hogendorp, van | 1415-02-01

Reg Bisschoppen Utrecht no 1957, 1958
Achternamenindex

bisschop Frederik machtigt zijn officiaal om Johannes Uterwijc, ridder, te ontslaan van zijn eed, waarbij hij zijn volmacht aan Nicolaus de Hogendorp om diens zoon [de bedoelde zoon wordt hier ook Johannes Uterwijc genoemd] bij de eerste vacature te presenteren tot de vicarie van de H Maagden Maria (en Agatha) Martyr in de kerk van Beverwijc, voor onwederroepelijk heeft verklaard, hoewel zulk een volmacht naar rechte niet kon bestaan; Johannes Uterwijc draagt zijn patronaatrecht over deze vicarie over aan Nicolaus van Hogendorp

Lede, van der | 1550-1557

Balen: Dordrecht p 312, 318; Ms Op Straeten v.d. Molen III fol 788
Achternamenindex

schepen van Dordrecht: mr Aert van der Lede heer Staesz, 1555: gasthuismeester; 1557-07-27: met zijn zegel, een beurtelings gekanteelde dwarsbalk geplaatst als schuinbalk; 1538-1547: mr Aert heer Staesz, schepen; 1557-07-27: wij Cornelis Crooswijck Jansz en Aernt van der Leede heren Staessz, schepenen van Dordrecht, oorkonden etc, met hun zegels, Cornelis: thien ruijten aldus, helmteken: een ruit tussen twee vleugelen; Aernt van der LEde: een schuijnse brantlene op de helm een wrong ende twee rechte scrameijen

Arkel, van | 1386-10-10

Van Mieris III p 451
Achternamenindex

Pauwels van Haestrecht heer van Loon en baljuw van Zuid Holland oorkondt dat Jan van Stolwijc een brief heeft overgebracht inhoudende dat Jan van Erkel, heer van Noordeloos aan de heer van Oesterhout 40 goede gouden Roemschen Mattoenen, 50 goed oude gouden Vrancrijcsche schilden en achthalf marke Ludikse scher troys schuldig was. Hij had de brief niet beantwoord en wordt vonnis gedaan: "der mannen vornoemt, wuitteloes, trouweloes, eerloes ende meyneedich, sijn wapen uyt te hangen en te verheeren na den rechte en costume an der vierschare vornoemt."

bezegeld: Jan van Wyeldrecht, Willem die Moelenaer Pauwelsz, Colin Scilemansz, Jacob Gheeraedsz, Louwerens Woutersz, Godevaert Pieter Kintsz

Arkel, van | 1400-07-09

R.A.H. Coll Aanw 47 fol 710v en 711
Achternamenindex

Aernt van Goerl, Claes Reynersz, Willem Everdeysz en Jannes Gelisz doen uitspraak in het geschil tussen de heer van Arkel en de goede luiden van der Sprange over het handvest, "dat die goede luden van der Sprange die rechte erftijns betalen sullen"; "de goede luden van der Sprange hoer erve ende goet behouden ende besitten sullen"; "voert soe is ons seggen, dat sij hoir hoefgruppelen graven sullen in horen dyck ende waterganck maken ende houden"; 1401-02-26: hertog Albrecht confirmeert deze uitspraak (1400)

Swieten, van | 1359-01-28 (1360-01-27)

Van Mieris III p 78, 79
Achternamenindex

leen van de hofstede Oud Teylingen, Zoeterwoude, het goed te Swieten: heer Symon van Teylingen belooft hertog Albrecht het huis te Zwieten te bewaren en niet aan Dirk van Swieten terug te geven, voordat deze het met rechte gewonnen zal hebben, vanwege wanverzoek (hij had geen hulde gedaan) was het huis en goed aan de leenheer Simon van Teylingen vervallen en Simon mag het huis slopen indien Dirc zijn verplichtingen niet nakomt; voorganger van Dirk van Swieten was Claas van Swieten (1360-01-30, 1359-01-31)

Veen, van | 1344-01-23

Codex Dipl Neerl Serie 2 dl 2 p 171
Achternamenindex

schepenen van IJsselstein verklaren dat Arnoud heer van Ysselsteyn voor het gerecht kwam: "ende vervolghede op Hildegonde Brandsdochter van den Vene, mit volre claghe ende mit gheachten daghen hoer liif ende hoer goed, et si erve of ghelt, ende al goed ghenoemt ende onghenoemt, also alse ziit te voren voer richter ende voer scepene verwilcoert hadde, alse hem recht ende oerdeel wisede, van wilken live ende goede voerscreven Hildegont vellich ghewiist is tot siinre behoef mit rechte na alre varnisse ende dinctale, die voer ons ghesciet is"

Woert, van der | 1422-09-06

Leenregister Culemborg
Achternamenindex

leenregister Culemborg 1410~: - Ponsken Ponskensz 10 hont in Molderiker maelstat, belend boven en beneden: Dirick de Rover Ponskensz; Ponsken draagt 4 hont over op Diric de Rover, "item rechte voert op die selve tijt aen Otto van der Woerde 6 hont lants daer boven en beneden naest gealnt is Diric dije Rover Ponskensz"; - Ponsken Jansz 4 hont in de maelscap van Molderik, belend: Dirick die Rover Ponskensz, en draagt ze vervolgens over aan Otte van der Woerde, belend boven en beneden: otto zelf (fol 91)

Drakenburg, van | 1424-12-27

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 61
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Gheryt van Damassche oorkondt dat Frederic van Drakenborch maakte aan zijn zoon Jan die hij heeft bij zijn vrouw jvr Elisabeth, dochter van heer Johan van Herlaer, ridder, de naehant an 26 Reinaldus Arnh gld per jaar uit de tienden op Emensse, die Vrederic na dode Jans vader; Vrederic maakt ook tot lijftocht aan zijn vrouw jvr Elisabeth deze 26 R Arnh gld; sterft Jan voor jvr Elisabeth dan komt de rente aan zijn rechte leenvolger, en zal Elisabeth haar lijftocht behouden

mannen: Vrederic van der Voerde, Tyman de Lange ende meer goede lude als Aernt van Drakenborch Vrederics oudste zoon, Heinric Frenc, Gysbert van den Rijn ende meer goeder lude

Haestrecht, van | 1388-06-11

Catal Arch Heren van Montfoort regest no 153
Achternamenindex

Willem van Haestrecht is met Henric heer van Montfoort overeengekomen, dat deze na de dood van Willems ouders behouden zal 32 van de 40 morgen die aan zijn moeder toebehoorden in Cabbau bij Scoenhoven, en dat deze verder, indien Willems ouders hem de eigendom van hun overige leengoederen niet in rechte afwinnen, Willem daarmee zal belenen en hij daarover zal mogen beschikken tbv van de kinderen die hij heeft met zijn vrouw jvr Lisebet [weduwe van Rover Yenz van Moordrecht, zie 1375-05-04]; ook zal hij als raad van Henric zich vestigen in Montfoort

Knoop | 1482-11-22

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 98
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Johan Claeuwert beleent Gheryt Knop na dode van zijn vader Aernt Knop, met ⅓ deel, onderdeylt, van 4 campen land gelegen tot Zoes, bij den goeden te Hamelenberch, geheten: Stocmaet, Nyecamp, Oude Weyde, en Hoetmaet [Hoeijmaet], waarvan Pouwels van Malsen de andere helft van het rechte ⅓ deel in leen houdt; deze 4 campen zijn gesplitst in 3 lenen: Gereijt Knoep heeft ⅓, zijn broer Dirck Knoep ⅓ (in margine: obiit XXVI, ut infra fol 237), Jan van Malsen het derde ⅓ deel (in libro abbatis Mathei de Goch fol 42)

mannen: Jan van den Anxter, Henric van Ryngenberghe