65 resultaten

Hemerten, van | 1436-05-22

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 67v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Willam van Hemerten maakt tot lijftocht voor zijn moeder jvr Alijde van Hemerten 14 morgen land gelegen in der Marsche (in margine: in den kerspel van Renen), nu gebruikt door Geryt die Kemp, Gerefis Gillisz en Rijqwijn Robbert; vervolgens draagt hij dit tijnsgoed over aan zijn broer Johan van Hemerten tot een erftijns, behalve de lijftocht van hun moeder; onder staat: heer Loedewijc van Leefdael

tijnsgenoten: Soude van Rijn, Jan Lambertsz

Bentheim, van | 1277-06-05

Van Mieris I p 391/Brom regest no 1871
Achternamenindex

Egbertus graaf de Benthem oorkondt dat zijn vader Otto in het Duitse Huis getreden was en daaraan gegeven heeft: 1. de kerk te Renen; 2. de gruit te Node; 3. de kerk en de tiende te Bemmel; 4. de huizen Meynardinc in Hagelo (bij Ootmarsum), Geesteren (bij Ootmarsum) en het huis Hubboldinc (in Voltheren noordelijk van Oldenzaal), alles vroeger tot hulp van het Heilige land geschonk door wijlen zijn vader Otto. Graaf Egbert bevestigt de gift en de jonge graaf van Oudenborch

testes: Albertus presbyter, Bernardus Sebelinchem, Nicolaus de Turre, Nicolaus zoon van Boydekinus en zijn zoon Ludolphus de Sconewolde, Conradus de Quedendorp, Henricus de Reden, militibus; Rodolphus Haech de Vethe, Weremboldus Flamynck [Vlaminck], famulis

Oldenburg, van | 1277-06-05

Van Mieris I p 391; Brom regest no 1871
Achternamenindex

Egbertus graaf de Benthem oorkondt dat zijn vader Otto in het Duitse Huis getreden was en daaraan gegeven heeft: 1. de kerk te Renen; 2. de gruit te Node; 3. de kerk en de tiende te Bemmel; 4. de huizen Meynardinc in Hagelo (bij Ootmarsum), Geesteren (bij Ootmarsum) en het huis Hubboldinc (in Voltheren noordelijk van Oldenzaal), alles vroeger tot hulp van het Heilige land geschonk door wijlen zijn vader Otto. Graaf Egbert bevestigt de gift en de jonge graaf van Oudenborch

testes: Albertus presbyter, Bernardus Sebelinchem, Nicolaus de Turre, Nicolaus zoon van Boydekini et Ludolphus zijn zoon dicto de Sconewolde, Conradus de Quedendorp, Henricus de Reden, militibus; Rodolphus Haech de Vethe, Weremboldus Flamynck, famulis

Arkel, van | 1382~

Reg Rek Bisdom Utrecht II bl 676
Achternamenindex

lijst van leenmannen van het Sticht Utrecht: - heer Jan van Rynensteyne, ridder houdt die tienden en daghelix gherechten int Wout [Renswoude], die hij kocht van Jan van Culenborch in het kerspel van Renen, en de tienden te Imminchusen [Emminkhuizen]; - het huijs ten Gripensteyne met 7 morgen, gelegen in het kerspel van Tu(o)el, en de tiende glegen in de Cu(o)yrsen, en daartoe alsulke tiend zoals heer Gerrit van Asperen hield. Kantekening van later hand: item adhuc plus in sequentibus en Etiam in fine quere huius reggistri super Ottonem et Didericum Asperen (zie ook op 1391-04-11)

Arkel, van | 1345-11-26

R.A.U. Bissch Arch register 3 II fol 13/ Reg bisschoppen van Utrecht I no 771
Achternamenindex

Johan bisschop van Utrecht oorkondt overeengekomen te zijn "met onsen lieven oem heren Zweder heer van Abcoude ende Gijsbert van Abcoude, zijnen zoen, onsen lieven neve", de vrije beschikking te zullen hebben over alle gerechten in het kerspel Renen voor de tijd van zijn episcopaat met alle reedtienden en dat Zweder en Gysbert geen hooggercht binnen het Sticht zullen hebben noch de officiaal zullen lastig vallen over gerechten of heerlijkheid en dat zij en hun nakomelingen s bisschops rechten of heerlijkheid binnen het kerspel Wijk zullen bezitten van bisschops wege voor de tijd van zijn episcopaat, en het dagelijks gerecht van Leersem en de reedtienden in het kerspel van Amerongen

mede bezegeld door: heer Robbrecht van Arkel heer van den Berge, "onsen lieven broeder", ridder

Heeswijk, van | 1311-09-07

Reg Bisschoppen Utrecht no 231
Achternamenindex

de bisschop doet als scheidsrechter uitspraak tussen het Duitse huis en Dideric van Aelste en bepaalt dat Dideric aan het Duitse huis betalen moet 150 £ zw Torn, voor de koop die het Duitse huis met hem had aan gegaan. Totdat het geld betaald is, zal het Duitse huis de 4 ½ morgen land die Walraven van Benthem in leen had en die in eigendom van het Duitse huis zijn, behouden; wil Dideric die hebben vóórdat het geld betaald is, dan moet hij borgen stellen en het bedrag moet betaald zijn vóór 1313-04-02, bij wanbetaling moeten Diederic en zijn borgen in leisting komen binnen Renen

Goswiin van Ecke, de oude Jan van Maertim, de jonge Jan van Maerim, Dideriic Heeswijc, de oude Amelriic, Willem Gerard Monemansz en Gervaes Sculenborchsz

Drakenburg, van | 1440-04-11

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 77v, 79, fol 150
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Willem van Huekellem beleent Vrederick van Drakenburgh, binnen het jaar na dode van zijn vader Vrederick met een tiende gelegen op Emenesse, opstrekkende van de dorpswech tot aan Goijerlant toe, zuid: het veen van Baern, noord: Jhan Hombout's tyende, zoals de oude Vrederic van Drakenburgh van de abdij in leen hield, tot een onversterfelijk erfleen; 1440-04-15: Vrederick van Drakenborch maakt dit leen tot lijftocht voor zijn vrouw jvr Cornelis; 1451-04-10: beleend Eernst van Drakenborch, na dode van zijn vader Vrederic; 1452-08-28: Ernst van Drakenborch, zoals zijn vader Vrederick; voorts verzocht Ernst na dode van zijn moeder juffr Cornelis en na dode van zijn oudevader Dirc van Oudaen, de smaltiende op Emenesse, die zijn oudevader in leen hield

mannen: Aernt van Amerongen, Eerst van Amerongen; 1451: Wouter die Beer, Jan van Renen; 1452: Zow van Ryn, Aerst van Amerongen

Culemborg, van | 1460-03-13 (1460-02-13~)

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 16v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Johan Clauwert oorkondt dat heer Johan heer tot Ghimnich en tot Visschell, ridder, hem opdroeg het leengoed dat hij van de abdij in leen hield, die hij om zijn schulden te betalen had moeten verkopen: 1) den oldenweert mitten gherichte, hoghe ende leghe min sinen thyenden, gelegen bi der Nyerlede, belend oost: den Amstelschen boomgaert, west: den Scullenborchsen weert, noord: die Meersschen, zuid: de oude Rijn; 2) den Schulenborchschen weert in het kerspel van Lienden, belend an die oversijde: heer Johan heer tot Ghymnich, nederzijde: de bisschop van Utrecht; 3) al hetgeen hij van de abdij hield; vervolgens wordt heer Gherart van Culenborch met deze goederen beleend tot een onversterfelijk erfleen

leenmannen: Gherijt van Lochorst van der Merwen, Ffolpert van Amerongen, Johan van Amerongen, Zoude van Rijn, Dirck Bor van Amerongen van Renen

Epe, van | 1176

Oorkbk Sticht Utrecht no 488
Achternamenindex

Boudewijn, proost van St Marie te Utrecht, schenkt aan het kapittel de grove en smalle tienden van Otterlo, hem door Gerard van Ape, die ze in leen had, opgedragen

testes laici: Gerlagus de Renen, Wilhelmus comes, Otto de Malberge; ministeriales: Elias scultetus en zijn broer Wernerus, Gozwinus en zijn broer Segehardus, Ludbertus de Odeke, Albero Pavo, Giselbertus de Amestelle, Otto capellarius

Odijk, van | 1176

Oorkbk Sticht Utrecht no 488
Achternamenindex

Boudewijn, proost van St Marie te Utrecht, schenkt aan het kapittel de grove en smalle tienden van Otterlo, hem door Gerard van Ape, die ze in leen had, opgedragen

testes laici: Gerlagus de Renen, Wilhelmus comes, Otto de Malberge; ministeriales: Elias scultetus en zijn broer Wernerus, Gozwinus en zijn broer Segehardus, Ludbertus de Odeke, Albero Pavo, Giselbertus de Amestelle, Otto capellarius