Spangen, van | 1413-11-20

De Raadt II p 277

Achternamenindex

Daniel van Cralingen en Dirck van der Spaengen donnent un vidimus de l'acte de 1355, par lequel feu le comte Guillaume de Hollande, a doté sire Daniel van Matenesse de terres près de Schiedam, om syn huys ter Riviere dat hi van ons houdt mede op te doen timmeren

Ketel, uten | 1352-11-12

A.R.A. Leenkamer 32 Copie fol 25v/Reg EL 25 fol 17

Achternamenindex

hertog Willem beveelt op Dierick Jacobsz, "onze baljuw van Scyedam te bewaren ende te bewonen onse huys ter Riviere tot onsen eeren ende orbaer. Ende hi of sel hi jaerlyx hebben van ons te sinen cost te helpen 16 £ Holl", als open huis, met aanvulling op zijn kosten indien het nodig is

per dominum W de Wateringen, mr Th de Thenis, W Heerman

Assendelft, van | 1519-10-08

Navorscher 1895 p 637, 638/ t Zwarte ruige register Cap NH fol 56v

Achternamenindex

koning Karel vergunt Jan van Mathenesse en zijn vrouw Maria van Assendelft, om bij testament over hun lenen te disponeren; 1520-07-13: Jan van Mathenesse maakt al zijn land in den Spaanschen polder, een woning en 9 morgen land in Hillegersberg, het huis te Riviere tot lijftocht voor zijn vrouw Maria

Cralingen, van | 1413-11-20

De Raadt II p 277

Achternamenindex

Daniel van Cralingen en Dirck van der Spaengen donnent un vidimus de l'acte de 1355, par lequel feu le comte Guillaume de Hollande, a doté sire Daniel van Matenesse de terres près de Schiedam etc, om syn huys ter Riviere dat hi van ons houdt mede op te doen timmeren, met zegel van Daniel

Harff, van | 1636-07-02

De Raadt III p 233

Achternamenindex

Henri comte de Riviere et Meers atteste à l'abbesse de Nivelles que damoiselle Marie Therèse de Hoensbrouck, sa cousine, est fille de messire Guillaume de Hoensbrouck, seigneur du pays d'Oostham, Beringen, Beverloo, Heusden, Moll, Balen, Desschell, gentilhomme de la Chambre de l'Electeur de Cologne, prince évêque de Liège, et de Marie Agnes de Harff

Duvenvoorde, van | 1598-11-12

Berigten Hist Gen III p 120

Achternamenindex

testament van Gysbrecht van Matenesse: universele erfgenaam: Johan van Matenesse, enig kind van Adriaen van Matenesse en Odilia van Aeswijn; legateert 18 morgen land hem aangekomen van zijn grootmoeder Anna van Noordwijk aan Johan van Matenesse, Domheer te Utrecht, tweede zoon van zijn broer Johan van Matenesse heer van Riviere. Gedaan op den huize Lokhorst binnen LEiden

executeurs: Antonis van Duvenvoorde heer van den Bosch, Nicolaus van Mathenesse Wybisma heer van Sliedrecht, neven

Mathenesse, van | 1613-08-03

Kroniek Hist Gen jg 1852 p 284/Arch Mathenesse

Achternamenindex

testament van Florentina van Cuilenburg, weduwe van Johan van Matenesse heer van Matenesse, Riviere, Opmeer. Zij vermaakt aan haar oudste zoon Adriaan de heerlijkheid van Opmeer, en stelt voorts tot erfgenamen aan haar vijf kinderen: Adriaan heer van Matenesse en Opmeer, Johan, domdeken te Utrecht, Karel, ruwaard van Putten, Willem, heer van Rascart en Margaretha vrouw van Herman Valkenaar heer van Duikenburg, Portengen

Huyn van Amstenrade | 1597-03-15

De Raadt II p 88; III p 233

Achternamenindex

Wernher de Bongardt seigneur de Wynantsraede legt een verkaring af over de afstamming van Catherine Hoen van Hoensbroek, dochter van Ulric de Hoensbroeck en van Catherine Spiess, dochter van Daniel Spies heer van Schweinhem en Catherine Huyn van Amstenrade; 1636-07-02: Henri comte de Riviere et Heers idem betreffende Marie Thérèse de Hoensbrouck, sa cousine, fille de messire Guillaume de Hoensbrouck

Mathenesse, van | 1588-08-15

Berigten Hist Gen dl 3 p 119/Arch Mathenesse

Achternamenindex

commissie voor Johan van Matenesse heer van Riviere tot Raad van State der Verenigde Nederlanden. Eed gedaan 11 oktober; 1589-03-03: prebende in den Dom te Utrecht voor Johan van Matenesse, zoon van Johan van Matenesse heer van Opmeer; 1591-01-01/03: getuigenissen omtrent een grafzerk vroeger gelegen in de kerk der Minrebroeders te Utrecht en toebehorende aan het geslacht van Matenesse

Mathenesse, van | 1523-02-11 (1522)

Berigt Hist Gen III p 115

Achternamenindex

Adriaan van Matenesse wordt beleend, na dode van zijn vader Jan van Matenesse, gehuwd met Marie van Assendelft, met het huis te Riviere, de goederen te Spangen, de helft van Dirkssate van Hoylede en de landerijen te Reewijk en Hillegersberg; Johan van Wassenaar beleent hem met 12 morgen land in het ambacht van Ketel, 4 ½ morgen in de Schiepolder op de Broek in hetzelfde ambacht en 18 morgen in Spadeland

Jan van Duvenvoorde en Cornelis Bartoutsz Tetrode; Jan van Duvenvoorde, ridder, mr Gerrit van der Mye en Evert de Gras