Kyfhoek, van | 1404

R.A.H. Coll Aanw 96 fol 72

Achternamenindex

Florijs van Kyfhoeck: 1) 1/6 deel tijns te Zwijndrecht, Schildmanskinderenambacht, 173 morgen; 2) de helft van 7 morgen t Molenland te Meerkerk op Hoge Bloemendael; Lenen van Arkel: 3) 1/8 deel van Zwindrecht, Henrick Ydenambacht; 4) hofstad in Zwyndrecht; 5) 2 morgen den Oert; 6) 9 morgen in Zwindrecht die Steenplaetse, belend Roelof Dukincksambacht en het kerckhof; 7) hofstede in Zwijndrecht Wittenstein, buitendijks; 8) het goed Bornisse etc. ; 9) 8 morgen op Sceijdewijck in het land van Arkel, belend die vrouw van Roden, Vastraet van Ghiessen, Vastraet ver Gheijlen kinderen

Arkel

Rode | 1408

Rek Rentmeester Kennemerland

Achternamenindex

Pieter Rode: afterstal van 1406 van de wage en veer te Wermer, 5 £ 6sc 8d (839 fol 3v); (fol 13) van der Langherlaen op ten Langhendijc mit sinen toebehoren 29 £ 10 sc; 1405: (836 fol 6) 7 geersen 25 roeden te Vronen, 5 £; 1407: (838 fol 11) van het veer tot Wermer, 24 sc; (fol 11) van de wage tot Wormer 40 sc; 1412: (842 fol 26) afterstal van 1411 Pieter Claesz van Pieter Roden mandel 20 sc; 1411: (841 fol 25) afterstal van 1410: 4 £ 11 sc 4d

Schrevel | 1355-10-14

fol 76v resp 118

Achternamenindex

"hertog Willem vergeeft Jan Screvel onsen evelen moet etc alsoe vere als hij niet geweest en heeft mid Henric Scoutaten binnen onser stede van Dordrecht of an Claes doot van Swieten, of in Brabant daer die van Dordrecht doot bleven of opt huys te Vredeland of an enich ander ondaet"; hiervoor geeft hij 20 oude schilden "bi Janne van Buren onsen knape"; "item heeft Huge Roden Arntsz enen brief van synre soene in deser manieren als voors is ende heeft gegeven 25 oude schilden bi Janne van Bueren"

Souburg, van | 1280-09-24

v.d. Bergh II no 407; Reg Rotterdam en Schieland 383

Achternamenindex

Dirk van Teylingen verkoopt aan Nicolaas van Subburg het ambacht van Alblas "sonder allene 12 morgen lands die ic verlient hebbe Daniele van Alblaes ende Janne ver Bartensone", hem aangekomen bij dode van Ghisebrecht zoon van wijlen heer Hendrik van Alblas, voor 800 £ Holl en een vat wijn; "Ende van desen ambochte en goede hevet hi mi enen man ghegheven Hughen Boyste van Zwijndrecht [1329: vermeld Hugo Beust ute Roden], na Hughen Boyst dode zal hi mi enen edelen man gheven, dien hi mi met heren gheven mach van desen goede"

Schaep | 1499

Reg Leenaktenboeken Kwartier Zutphen no 93 p 257, 258

Achternamenindex

"s Roden Slach, gelegen in den Hummelschen Broecke, in den lande van Zutphen, tot Zutphensche rechte: Albert Schaeps huysfrou solde beleninge hebben van den roden slach to Hummel, maer en is nyet angebracht noch te boeck gesten, anno 1499; -- 1492 vernieuwde Arnt Yseren den eed vanwege dit goed"; 1538-09-23: de vrouw van Albert Schaep vernieuwd de eed; 1541-09-02: Guda Huerninx erft dit op haar zoon Johan Schaep, en transporteert dit op zijn zuster Mechtelt Schaep, hulder: Henrick Noyen; 1544-06-26: eed vernieuwd door Jan van Arssen; 1556-06-09: idem door Henrick van Poelwick; 1561-05-07: idem door Johan ter Kust; 1562-08-06: Albert Schaep bij transport door zijn zuster Mechteld, voorbehouden haar lijftocht; 1572-05-19: Albert Schaep confirmeert huwelijksvoorwaarden; 1574-01-08: Albert Schaeps kinderen krijgen uitstel op verzoek van hun oom Johan Schaep; 1574-03-11: Goyken [= Guda] Schaep erve van haar vader Albert beleend, hulder is Segewalt Ten Herenhave; 1581-10-15: eed vernieuwd; 1595-03-25: Goyken Schaep vrouw van Arnt van Heuclom vernieuwd eed door volmacht van zijn broer Willem van Heuclom; 1598-05-16: zij laat haar man eed vernieuwen na dode van zijn broer; 1609-09-08: idem door Jacob Voeth, burgemeester te Harderwijk; 1613-04-22: Swane Lose vrouw van Henrick van Essen erve van haar moye Guda Schaep, maakt lijftocht voor haar man; met bepaling dat als zij kinderloos sterft het leen komt op haar broer Johan Lose

Hummelo

Zuylen, van | 1242-08-08

Sloet no 633

Achternamenindex

Dirk zoon van de graaf van Cleve oorkondt een overeenkomst van zijn vader met Otto graaf van Gelre over de tol te Orsoy

Johannes de Hoesden, Stephanus de Zulen, Bernardus de Meinhoole, Rutgherus de Horst; inquisitores vero comitis Gelrie sic vocantur: Wilhelmus de Hautenay [Altena], Theodericus de Morze, Fredericus de Roden, Gerardus de Barsdunck

Camphuysen, van | 1417-10

Leenregister Huis Bergh no 18 p 22

Achternamenindex

"Jutke oir guet, gelegen in den kirspel van Diedem, dat Franken van Camphusen oirs vaders to wesen plach, myt siiare tobehoir, ende heeft to deser tiit Wolter snoick in bouwingen, genompt Uppen Hogen in Greflichemmer buerscap, et modicum in Kircwiker buerscap, tsamen 16 maldersaets to guder maten. Item Sidesland in Greflichemmer brucke 1 slach van 22 maldersaets ailder maten. Ende 1 mateken in derselver buerscap bi Baerlo, helt 5 malder saets ailder maten. Ende in Tesmar buerscap to denselven guede 1 mateken, helt 10 maldersaets ailder maten. Ende 20 roden in Ailde maet. Ende 6 voderdeel in Loilreholt, 6 steden ende enen beer. Ende 6 voderdeel in Milsterholt en twe voderdeel in Waverloholte ende een twytzwiin, to 1 pond"; ± 1340: Dideric van Enghusen; 1417-10: Jutke Deric Momme van Kelle, hulder haar man Deric van Kelle; 1447-06-22: Johan van Kell, na dode van zijn moeder Jutke

Altena, van | 1263-01 (1263-10-13)

Sloet p 840, no 859, no 867 p 847/Noordbrabantse Charters p 35, 292

Achternamenindex

heer Willem [Hornes] van Altena ontvangt van Otto graaf van Gelre de tiende van Rodengoije in leen, groot 27 mansi, de lage jurisdictie over het land Rodengoy en het "bedrijf van de dijken" met verlof om dit gehele leen over te dragen aan het klooster St Villers in het bisdom Luik, om die van hem en zijn erfgenamen in leen te houden; de graaf behoudt alleen de hoge jurisdictie van Rodengooi aan zich (geen getuigen genoemd bij Sloet); 1263-10-13: staan Willem van Altena en zijn vrouw Helewidis, met consent van zijn oudste zoon Willem, deze tiende af aan het klooster van Villers, en ook de tienden van het land van Schalkwijk, met dijkbedrijf en lage jurisdictie, om dat erfelijk in leen te houden tegen een census van 1 gouden of 3 Leuvense solidi, te betalen te Woudrichem; de graaf van Gelre behoudt de hoge jurisdictie van Roden Goye en Willem van Altena de hoge jurisdictie van Schalkwijk

Arnoldus de Gisene, Eustatius [de Brakel], Wilhelmus de Goye, Egidius de Anle [Andel], Theodericus Borchmanno, Thillemannus de Campo, Ludovicus castellanus de Altena, Budinus de Riswic, Servatius de Breda, mr Godefridus dictus Phras phisicus comitis Gelrensis

Herlaer, van | 1644-10-07

O.R.A. 580 fol 6v/Transportregister Heemstede

Achternamenindex

schepenen in Heemstede oorkonden dat Hendrik van Loon, poorter van Haarlem, transporteert aan Jasper [Jacob ?] Denijs Metres getrouwd met Johanna van Herlaer, Gosewijn van Herlaer, Magdalena Elisabeth van Herlaer, tesamen erfgenamen van wijlen Johan van Herlaer, in zijn leven koopman te Amsterdam, zekere drie percelen van landen met 2 huizingen of opstallen, de houtgewassen eropstaande, gelegen te Heemstede, omtrent in het dorp, bewesten de Voorweg, genaamd Keyckenrode, tesamen groot 3 morgen 432 roeden, belend 3 percelen: - het stuk getekend A, groot 650 roeden, ten noordoosten: Vrancken en Cornelis Reyersz v.d. Thoorn, zuidoost: de Voorwech, zuidwest: zeker buerpad, getekend B en C en over de 500 roeden van juffr Petronella van Dorp, noordwest: de erfgenamen Verhooch; - het stuk getekend B, groot 84 roden, noordoost: het land A, zuidoost: de Voorweg, zuidwest: Leendert Gerritsz, noordwest: de erfgenamen van Petronella van Dorp; - het stuk getekend C, groot 740 roeden, noordoost: het land A, zuidoost: erfgenamen Petronella van Dorp, zuidwest: Leendert Gerritsz, noordoost (west?): de schouwwatering of de erfgenamen van Jacob Philipsz en van wijlen Arent van der Hooch; koopsom fl 9600

Hendrik de Goyer, schout, Michiel Joostsz en Dirck Florisz Backer,schepenen in Heemstede

Heemstede

Barendrecht, van | 1376-05-19

Reg Rotterdam en Schieland no 995

Achternamenindex

hertog Albrecht verklaart op verzoek van de lieden "geambocht" in Riederwaert, die door de slechte toestand der dijken en door de watervloeden veel schade geleden hebben, met hen overeengekomen te zijn dat de ambachtsheren hun ambachten zullen bedijken met vloeddijken, dat hij zelf zal bedijken op nader omschreven wijze het ambacht van Peindrecht, waartoe zij hem met 200 mannen te hulp zullen komen, dat zij hem voor het maken van de "inlaghe" zullen geven 12 plakken van iedere gaarde land en later voor het maken van de dijk jaarlijks van elke gaarde 5 sch Holl, het oude schild voor 30 schell Holl gerekend, te betalen door het ambacht van Riederwaert voor 1404 morgen, door des burggravenambacht voor 388 morgen, door die van Zwindrecht voor het ambacht van Jan van Barendrecht met het ambacht van Carnisse voor 388 morgen, ambacht van Roden 328 morgen, 's Gravenambacht 226 morgen, het Cortambacht 64 morgen, Cathendrecht 555 1/2 morgen, Jacob Bokelsambacht 389 morgen, Outziersambacht 520 morgen, bij wantbetaling te innen door panding van het dubbele