18 resultaten

Heukelom, van | 1475

Navorscher jg 1923 p 194/Orig Kasteel Surenburg Westfalen
Achternamenindex

huwelijkscontract tussen Johan van Waardenburg [deze Johan had een broer Diderick en een zuster Belije gehuwd met Jan van Asperen en Vueren] en Aleyda Adamsdochter van Heukelum, die als bruidschat de heerlijkheden rumpt en Gellicum meebracht

Giessen, van | 1588-09-26

Ons Voorgeslacht 07-1988 p 294
Achternamenindex

leen van Vianen: no 659) ½ hoeve op Cortenover in Lexmond binnen en buitendijks, Pieter van Asperen voor Johanna van Gellicum, weduwe van Jan van Giessen, bij dode van zijn nicht Wendelmoet van Rumpt; 1619-06-10: Gillis de Ridder van Lunenburg etc

Asperen, van | 1346-12-17

Cartul Marienweerd no 544
Achternamenindex

voor Willem van Ceps en Aernt van Hellu, schepenen in Deyl, verkoopt Jan van Beest Oliviersz voor 300 £ aan abt heer Gysbrecht van Wadenoye van de abdij Marienweerd 7 morgen land in het gerecht van Roemde [Rumpt] in de Parrichoeve, (in 1341) tussen Willem de Koc, ridder en Sander de Wolf

borg: Peter van Asperen Eefzenz

Herlaer van Meerwijk, van | 1441-10-21

Ned Leeuw jg 1918 p 179/Ned Adelsboek gen van Balveren
Achternamenindex

Jan van Balveren beleend na opdracht door jvr Wilhem van Ackoy weduwe van Gysbert Pieck, dezelfde dag lijftocht hij zijn vrouw Johanna van Heerlaer van Merwick; Jan van Balveren, gestorven 1450, werd 1436 beleend met het huis te Delwijnen en 1441-10-21 met een deel van de tiende van Rumpt, leen van het kapittel van Oudmunster te Utrecht. Daags daarna lijftocht hij zijn vrouw Johanna van Herlaer van Meerwijk Jansdochter, vermeld 1441

Lippe, van der | 1700, 1707, 1711

V.R.O.A. 1909 p 177 no 419-423/Arch Detmold Brederode
Achternamenindex

staten van de inkomsten en lasten in Nederland van de regerende graaf van der Lippe (no 418); 1689, 1690: rekening van de domeinen van Vianen, Ameide, Meerkerk en Noordeloos (no 419); (no 420, 421) opbrengst in 1695 en aanmerkingen op de rekening van de domeinen; (no 422) lijst van de in 1669 onverpacht gebleven goederen te Vianen, Ameide en Meerkerk; 1717, 1723: staten van de inkomsten en lasten van die domeinen; (no 423) opgaven van de ontvangsten en uitgaven van de domeinen van Haaften, Herwijne, Hellouw, Tuil, Weerdenburg, Est en Rumpt, en afschriften van afrekeningen van de rentmeesterde meeste met Maanmeesters [!] 1660-1689

Cuyk, van | 1260-04-12< (1259-07)

Cartul Marienweerd no 75, 89, 90; Brom: Bull Traject I no 285; Sloet no 825
Achternamenindex

Otto graaf van Gelre geeft aan Marienweerd het patronaatrecht van de kerk te Beesd, dat hij na het overlijden van Godefridus de Cuyk canonicus Xantensis, verkregen had; Johannes de Cuyk oorkondt dat wijlen zijn vader Henricus de Cuyk het patronaatrecht van Beesd gemeen had met St Marie te Utrecht en de graaf van Gelre. Johannes bevestigt de gift door zijn vader van zijn deel in het patronaatrecht en de daartoe behorende kapellen te Rumpt en Gellinchem aan Marienweerd;1261-09-16: Paus Urbanus IV bekrachtigt deze gift; 1267-05-13: idem; 1268-11-30: paus Clemens IV bekrachtigt zijn deel in de overdracht

Arkel, van | 1646-04-02

Rechterlijk Arch Asperen F V-1 fol 38-39
Achternamenindex

compareren voor schepenen van Asperen Grietien Hemelrijcken, weduwe van Jacop Janssen van Arckel geassisteerd met haar gekoren voogd Cornelis Jacopsen van Rumpt ter ener, en Merten Janssen van Arckel als oom en bloedvoogd van de zeven nagelaten weeskinderen van Jacop Jansen van Arckel, bij de voornoemde Grietien: Hemelrijcken, Cornelis, Willem, Geerit ende Leendert Jacopsoone, Barber ende Maeycke Jacopsdochter ter andere zijde en gaan een scheiding en deling aan. Zij belooft aan elk van haar vijf zonen 33 gld uit te reiken in 2 termijnen, nu in mei en volgend jaar in mei, aan Hemelrijck en aan Cornelis, terwijl Willem, Gerrit en Leendert hun 33 gld bij hun meerderjarigheid ontvangen zullen met belofte van onderhoud der kinderen

Heukelom, van | 1463

Reg Geld Leenaktenboeken 11e stuk p 604
Achternamenindex

huis en hofstad te Roemde: 1342 beleend Ricart van Hezewijck, proost van St Pieter te Utrecht; 1463: Adam van Hoekelom Ottenz vernieuwd de eed van de heerlijkheid Roemde en Gellinchem, ⅓ van de Hogelandse tiende te Gellinchem, ⅓ van de smalle tienden te Gellinchem, de molen en het gemaal te Roemde en Gellinchem, alle goederen die Otto van Hoekelom bezat en hield van de heren van Hoekelom, te vererven op zijn dochter Alijt, als zij kinderloos overlijdt te vererven op zijn jongste broer Otto [zij kreeg de genoemde lenen als huwelijksgift, behoudens de lijftocht voor haar vader en moeder jvr Ulent aan de tienden; in de akten wordt het huis te Rumpt niet genoemd, een gedeelte van de genoemde lenen komt in 1736 als boedelscheiding voor als leenroerig aan het huis Heukelum]