120 resultaten

Ruwiel, van | 1346-06-01

Ons Voorgeslacht 09-1988 p 400/Bijdr Hist Gen jg 1901 p 252/Reg EL 5 fol 75v
Achternamenindex

leen van Amstel: no 108) 20 morgen te Loenen ten Wiel, belend noord: Arnoud van de Anster, zuid: Jan Volkenz, beleend Loef van Ruwiel; 1388-04-09: Loef van Ruwiel bij dode van zijn vader Loef, "zijnde een hoeve", belend boven: Jan Albertsz, beneden: Reinier Arnoutsz; 1390-01-16: Loef van Ruwiel te Breukelen met ledige hand, 18 morgen te Loenen aan de Vecht; 1407-12-06: Pieter Ruysch, burger van Utrecht bij overdracht door heer Loef van Ruwiel, gelegen bij de nieuwe sluis, beneden: Arnoud van de Anster; 1346-06-01: Loef van Ruwiel 1 gerecht en 1 tiende op de Lage Haar in de Zidewinde

Lodensteyn, van | 1468-03-16

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 182
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: heer Reyer van Lodensteijn, priester, draagt zijn leengoed op: 1) die Woirte, west: Gerijt Petersz, oost: het gasthuis te Amersfoort, 2) "Block", oost: Evert Petersz, west: Peter Tymansz, 3) Boschacker, zuid: Tyman Ricoutsz, noord: die sumpel op weijnden, 4) de Vieracker, noord: Evert Petersz, zuid: het gasthuis te Amersfoort, 5) "die Gheer", zuid: het gasthuis, noord: Reyer Aelbertsz, 6) de Heide acker, west: het gasthuis, oost: Geryt Petersz, 7) de Heedacker, oost: de Regulieren in die Birckt, west: Geryt Petersz, 8) de Scheelberch, west: Peter Tymansz, oost: Geryt Petersz en Pouwels van der Horst, 9) de Middelweijnde, west: weynden die Steenacker, oost: Geryt Petersz en Pouwels van der Horst, 10) "die Stupic acker", oost: de abdij, west: Peter Tymansz, 11) de Heedacker, oost: de abdij, west: Dirc Ricoutsz, 12) de Sumpel, oost: het gasthuis met Bertout Reijersz, west: Gysbert Evertsz, 13) de Boschacker, oost en west: de Regulieren, 14) de Kuijlacker, oost: Reijer Aelbertsz, west: opweyndende de Regulieren, 15) Scarlaken, oost: de abdij, west: Peter Tymansz, 16) de Hul acker, oost: Geryt Petersz, west: Peter tymansz, 17) hofstede waar Henric Bul op woonde, eyndende [?] op Heedacker, 18) 4½ vierdel veen, tussen: Peter Lambertsz erfgenamen en het gasthuis, strekkende van de Veengraft an die Vuerse, 19) 4½ vierdel veen en velt tussen Heezen en de meer, en huis en hofstede met alre wairscap als mr Wouter van der Hoeve en Aernt voors. in leen hielden, 20) land, van de Torfwech tot aan de Oude Graft, te Zoes, oost: Willem Zassse, west: de heerlijkheid van Abcoude, 21) stuk land idem, belend west: Gysbert Henricsz, 22) land idem, oost: Meyns Geryt Jansz en Ricout Cuper onderdeylt, west: de heerlijkheid van Abcoude, 23) een acker land, van de Brinck tot aan de Torfwech, oost: Nelle Lubberts, west: Evert Rutgersz; vervolgens wordt het clerckhuis en convent van St Jan te Amersfoort hiermee beleend, hulde doet Aelbert Dier Petersz

mannen: Peter Dier, Alfert Ruysch

Baarn, van | 1470-01-13

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 197
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Volken van Baern wordt als voogd van zijn neef Roelof van Baern beleend met een vierdel van een hoeve veenland in Heserveen, strekkende van den Sande ter Buerse waart, belend oost: Pieter Willemsz, west: Jut Geryt Kriecs met haar kinderen; Volken geeft q.q. over aan Peter Willemsz en Reyer Snijer en zijn vrouw Nelle, die recht ofgrifte [afgraving] van dit leengoed; ⅓ deel heeft: - Jacop Splintersz na dode van Reijer Snijer (fol 206), - Airt Alertsz na dode van Nelle, vrouw van Reijer Snijer (fol 209), - Willem van Dam als zoon en leenvolger van Peter Willemsz (fol 238)

mannen: Dirc van Oestrum, Alfer Ruysch

Zuilen van Nyevelt, van | 1474-10-11

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 216
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: de abt beleent Steven van Zulen van Nievelt, na dode van zijn vader Jacop van Zulen van Nievelt, met al het goed dat deze van de abdij in leen hield in het kerspel van Zoes, en Jacop vroeger aangekomen was bij dode van zijn vader Steven; vervolgens draagt Steven dit goed over tbv zijn broer Geryt van Zulen van Nievelt, die ermee beleend wordt tot een onversterfelijk erfleen; "nu: Jacob van Nyevelt zyn zoon"

mannen: Alphar Ruysch, Jan van Helmont

Voorde, van | 1474-01-26

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 215v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Henric van Tessel, prior van het Reg. klooster in de Birckt, verklaart dat Jacob van Voirde die leenman was vanwege het klooster, en nu priester geworden is en dus geen dienst meer kan doen; zo verzoekt hij nu dat namens het convent Gheryt Vercoppel beleend mag worden, hetgeen geschiedt

mannen: Geryt van Ryn, Alfaer Ruysch

Cassiopyn, van | 1558-03-17

Ons Voorgeslacht 07-1988 p 320
Achternamenindex

leen van Vianen: no 708) 2 morgen in Outena, Karel van Cassiopyn voor zijn vrouw Anna van Groenewoud, na dode van haar vader Lubbert, met lijftocht voor zijn weduwe Sybilla van Darthuysen, belend boven: Gysbert de Vieger Jacobsz, beneden: Claas Ruysch; 1569: Anna van Groenewoud gehuwd met Charles van Cassiopyn, drost van Ysselstein; was door haar vader belast met 3 £ voor de kerk van Vianen en 4 £ voor H. Geest aldaar en wordt belast voor Bernard Florisz te Vianen met 12 Kar gld 10 st te lossen met 200 Kar gld door haar broer Leendert van Groenewoud; 1570-11-26: Gozewyn Laurensz, wyncoper te Utrecht, na overdracht door Karel van Cassiopijn, gehuwd met Anna van Groenewoud

Beresteyn, van~ | 1438-09-15

G.A. Amsterdam Arch Gasthuizen no 396
Achternamenindex

voor schepenen van Amsterdam compareerden Duve Ghijsbert Jacobsz vrouw met Ghijsbert Jacobsz, haar man en voogd, en Jacob Jacobsz, zoon van Duve met zijn voogd Jan Scoirt Jansz die screenmaker, dat zij verkocht hebben aan Jan Symonsz 1/6 deel van 1/8 deel van het erf dat Jacob Jansz met Tyman Heynricsz placht toe te behoren en te bewonen, gelegen in de Calverstrate tussen de steeg geheten Ruysch Claessoensstege aan de zuidzijde en Gerrit Heynricxz erf op de noordzijde, strekkende van de halve strate tot aan de Aemstel toe. "In allen schijn alst dair gelegen is ende zijt mitten convents kinderen ter Lely [=oude nonnenconvent] binnen der voorn stede gemeen hadden "

Nyenrode, van | 1433-04-28

Ons Voorgeslacht 09-1988 p 374, 375
Achternamenindex

leen van Amstel: no 38) 11 morgen in Ouderkerk bij de kerk, strekkende van de Amstel tot Duivendrecht, belend noord: de leenheer met 15 morgen, die Noort Willemsz in pacht heeft, zuid: de papenprove, Hendrik van Heussen voor een deel van 7 £ jaarlijks in leen voor zijn leven, zoals Hendrik bastaard van Nyenrode die in pacht had; 1434-11-02: Hase Alsten Claesdochter na overdracht door Splinter van Nyenrode; 1449-02-28: Hase Alsten Claesdochter na overdracht door Splinter van Nyenrode; 1473-02-15: Willem Volkertsz na dode van zijn moeder Hase; 1493-07-09: Alsten Volkertsz na overdracht door zijn broer Willem Volkertsz; 1501-12-17: Ruysch Jansz na overdracht door Alsten Volkertsz

Spronc | 1505-10-22

R.A.H. Coll Aanw 112 Arkel fol 144v
Achternamenindex

wijlen Elsebeel Jansdochter weduwe van Jan Spronck had in leen 2 percelen, 21 morgen, in het land van Arkel in Lederbrouck in Reijnercoep, de ene helft voor haar leven verkregen door koop van Pieter Hermansz, de andere helft van Godevert Vranckenz, onder conditie dat dit leen na haar dood zou vererven op de zoon van haar dochter Beatrijs Voscuijl, Mattheus Willemsz, die broeder van St Franciscusorde werd, en geen leen of eigendom mocht ontvangen; Beatrijs Voscuijl wordt daarom met dit leen beleend, belend: Gerrit Smoutriem en Gerijt Ruysch; voorwaarde: de helft te versterven op een leenvolger bij Willem Gerijtsz en voor de andere helft op de leenvolger bij haar huidige man Chrispiaen Ariaensz, als lijftocht

Bruelis, van | 1475-07-07

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 383v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Johannes Clawardi beleent Jan Oertsz namens jvr Heilwie Henricxdochter van Brueles en van der Maelstede binnen jaar na dode van Henric van Bruelis met de helft van 5 gemeten tienden gelegen in de parochie van Scrabbenkercke in Zuyd Beveland, jaarlijks 5 oude groten Conincx Tourn en een goede maaltijd; onder staat: "h[ic ?] Henrick Bruelis, ejus nepos"

mannen: Alfer Ruysch, Jan van der Anxster