Bilwyc, van | 1343

Rek Hen Huis II p 31, 32

Achternamenindex

Gheret Heynensz rentmeester van Noordholland renten uit het land van Woerden in 1343: - lijfrenten Jonghe Gheret van Bilwijc 4 £; - idem 20 d; - idem van 2 hofsteden voir 24 hoen 6 sc; van landhuur in Woerdener kerspel: - Jacob Ruysch en Gheret van Bilwyc van Enghebrecht Wandelaire land van 50 morgen 20 £

Zijl, van | 1466-10-20

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 91v

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Johan Clawert oorkondt dat Willem van Zijl opdroeg 7 oude Vrancr schilde per jaar erfelijke rente die hij had uit een tiende gelegen te Bunscoten in die Veenstraet, belend zeewaarts: de Haersche weg, noord: Jan die Rode Jansz of zijn nakomelingen, oost: die Lake, west: die Eme; vervolgens wordt Alfer Rusch [= Ruysch] ermee beleend

mannen: Henric van Duven, Jan Paeds

Moudwijk, van | 1584-10-05

Ms Opstraeten III fol 1516

Achternamenindex

jhr Jan Ruysch na dode van zijn moeder Maria van Randwijck, de helft van 3 houven veen in Elsterveen, de andere helft is van jvr Bartha Ruijsch; Bartha Ruijsch na dode van haar moeder Maria van Moudwijck, de andere helft van 3 houven in Elsterven en nog een helft van een stuk veen in Elsterveen, breed 36 roeden, hulde doet haar broer Jan Ruijsch

present: Gerrit van Merenborch en Jan Spruijt

Gaasbeek

Culemborg, van | 1473-05-05

Arch Kloosters Delfland p 255/Klooster Magdalena in Bethanië regest no 184

Achternamenindex

Gheryt van Culenborch, bastaard, maakt zijn testament: o.a. de Heilige Geestmeesters binnen Utrecht krijgen de helft van 120 gemeten land in Grijsvorde, de andere helft gaat naar zijn dochter Fredrijn van Amerongen bij haar huwelijk met Willem van Nyelant; 1501: in dorso van het handschrift staat dat in 1501 de conservator der Regulieren, Jacobus Ruysch heeft uitgemaakt, dat als het land niets opbracht, de Predikheren niets zouden ontvangen

Oostrum, van | 1474-02-01

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 446

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Dirc van Oostrum maakt tot lijftocht voor Jutte Geryt de Boelendochter [de Bole] 10 gouden cronen zolang zij leeft, uit alle goederen die hij in Eemlandt van de abdij in leen houdt; zijn vrouw jvr Hadewich doet afstand van haar lijftocht op dit goed, onder voorwaarde dat deze 10 cronen anders waer belegd zullen worden "waar Zweer van Deenmark en Alfer Ruysch dat zullen wijzen"

mannen: Alfer Ruysch, Tyman Mouwer van Heersell

Huessen, van | 1422-09-09

Rechtspraak Graaf van Holland III p 164

Achternamenindex

zoen over de doodslag op wijlen Jan van Huessen met de stad Naarden: - Herman Wege wordt veroordeeld om "cloesterwynninge ende zielmissen te doen en voetval in de kerke tot Amstelredamme; - de stad Naarden moet aan de familie van Huessen 450 gouden Vrankr cronen geven, waarvan Herman Weghe 100 moet betalen; dit geld komt aan Bertout van Huessen Jansz, die het "an goeden erve beleggen sall" bij raad en goeddunken van zijn oom Clais van Huessen en zijn neef Ruysch Jacob Coppenzsz

Darthuizen, van | 1547-12-07

Ons Voorgeslacht 07-1988 p 320, 326

Achternamenindex

leen van Vianen: no 708) 2 morgen in Outena, Lubbert van Groenewoud te komen op zijn dochter Anna, met lijftocht van zijn vrouw Sybilla van Darthuysen; 1558-03-17: Karel van Cassiopijn voor zijn vrouw Anna van Groenewoud, na dode van haar vader Lubbert, met lijftocht voor zijn weduwe Sybilla van Darthuyzen, belend boven: Gysbert de Vlieger Jacobsz, beneden: mr Claes Ruysch. Leen Vianen: no 715) huis te Vianen aan de oostzijde: Lubbert van Groenewoud met lijftocht voor Sybille, te komen op hun dochter Anna. Volgende beleningen zijn gelijk voor no 708 en 715

Schagen, van | 1476-07-05

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 385, 322v

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Johan Clauwardi oorkondt dat heer Aelbrecht heer tot Scagen, ridder, hem opdroeg het ¼ deel van de tienden en lastgeld in Noordholland in het ambacht van Zevenhuizen, hem aangekomen van "vrouwe Johanna van Hodenpijl vrou tot Scagen, zyn vrou ende moeder", en het ¼ deel van de 3 doijts en tienden in hetzelfde ambacht, hem aangekomen bij dode van joffr. Volken van Zevenbergen; vervolgens wordt heer Albrecht er mee beleend; "quaere supra eodem libro op heren Jan van Hodenpyl ende joffr. Johan Jans wyf van Herler en van Merwijck fol 339"; "item bij joffr. Joest zijn dochter anno 1484 ende heeft ontfangen die dochter mynre vrouwen van Scagen huisvrou van Egmond. Nae joffr Jozyna heeft dat ontfangen bij transport Frans van Nyenrode"; in margine: van joffr. Joest; 1484-08-04: beleend jvr Joost heer Aelbrechtsdochter van Scagen, vrouw van Wouter van Egmond, bij dode van haar vader; "nunc Frans van Nyenrode, apud dom abb. W de novo ecclesia fol 119"

leenmannen: Geryt van Ryn, schout tot Utrecht, Alfert Ruysch; 1484: Alfer Ruysch, Johan van der Anxter

Clarenburg, van | 1472-11-06

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 95v

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Johan Claeuwert oorkondt dat jvr Lijsbeth van der Meer, weduwe van Henric Gijsbertsz, na dode van haar nicht jvr Janna Jansdochter van Clarenborch, die vrouw van Herman van Wije was, door hem beleend is met een tiende, grof en smal, gelegen tot Bunschoten in die Veenstrate, belend zuid: de Hairsche weg, oost: die Lake, noord: Jan de Roede Jansz of zijn erfgenamen, zuid: die Eme, tot een goed onversterfelijk erfleen, belast met een rente van 7 oude Vrancr scilde per jaar, die Alfer Ruysch hieruit afzonderlijk in leen houdt; Willem van der Meer doet hulde en manschap

mannen: Geryt van Rijn, Jan van Zulen van Amerongen

Maarssen, van | 1390-01-16

Ons Voorgeslacht 09-1988 p 385; Libro III fol 124

Achternamenindex

leen van Amstel: no 63) 3 morgen land bij de wildernis van Bylmerbroec aan de Bancmeer, gemeen met Ruysch Arnoutsz, belend noord: de leenheer, zuid: de papenprove van Ouderkerk, west: de Bankmeer, zuidwest: het Abcoudermeer, 1390-01-16: Claes van Maersen voor Willem van Maersen met ledige hand; 1392-05-01: Claes van Maersen bij dode van zijn vader oude Willem van Maersen; 1415-02-17: Willem van Maersen na dode van zijn vader Claes; 1440-10-17: Jan Willem Claesz van Maersen alias Jan van der Haer na dode van zijn vader; 1428: (no 203) Claes Coedinc Jan Broec Willemsz.z. bij dode van zijn broer Willem Jansz