15 resultaten

Rijck | 1566-09-25

Bruinvis: Aanv Inv Arch p 84 no 15
Achternamenindex

Wyve Ariaensdochter weduwe van Claes Gerritsz Ryck verkoopt met Marytgen Gerritsdochter aan de stad Alkmaar een huis en erf op de hoek van het verdronken oord en de Mient (afgebroken voor de Vismarkt)

Lockhorst, van | 1595-08-03

R.A.H. Recht Arch 2866 fol 187/Transportregister Weesp
Achternamenindex

Weyn Boudtsdochter weduwe van Willem Jansz en Marie Willemsdochter weduwe van Hans van Boeren, geassisteerd met hun zwager en voogd Jan Gherytsz Cuyp, transporteren aan Ryck Woutersz Molenaar een molenwerf buiten de Muiderpoort, de eerste molenwerf naast de stad

Hekeren, van | 1430-12-08

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 13
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Geryt van Damassche beleent Johan van Hekeren na dode van zijn moeder Jutte van Hekeren met de tiende van den goede the regelgoer [?], groff en smal, zoals die van de abdij in leen gehouden worden in het kerspel van Weel

mannen: Gerijt die Ryck, Johan Buyck

Lockhorst, van | 1591-08-20

R.A.H. Recht Arch no 2865 fol 76/Transportregister Weesp
Achternamenindex

Ryck Woutersz molenaer, heeft gekocht van Jacob Claes Boutsz tot Naarden als man en voogd van Lena Claesdochter en Cunera Claesdochter geassisteerd met haar broer Vranck Claesz, in erfpacht een tuyntje ofte erve gelegen buiten de Muyderpoort aan de noordzijde van de Raemen, belend west: Coemen Odt Jansz en oost: de molenwerf, tegen 4 gld per jaar te betalen aan Jacob Boutsz en Cunera; 1597-11-13: afgelost in handen van Doede Thymansz gehuwd met Cunera Claesdochter

Rijc, de | 1451-03-02

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 274, 273
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Jacob van Poelgeest oorkondt dat Willem de Ryck Willemsz vroeger opgedragen heeft tbv Reynaer Goeswynsz, al zijn recht op 3 acker land gelegen in der Duijst, tussen der Laecke en de nederwech, met hofstede en getimmerte, belend noord: Peter Lambertsz met een acker die hij kocht van Ghiesbert Semme Willemsz.z. "Des van den 4 ackeren voirs. naest gelegen is an die z.z: Thoenys Willem Meynsen, n.z.: Gerbrant uter Duyst. Also als dese selve 4 ackeren behoren in onsen hoeve tot Emmynclaer en ons voorvaders deze in voirtiden gegeven hadden in erfpacht aan Willem Gerbrantsz elk jaar om 1 g.g. Vrancr vrank, zoals Willem die metter dood geruymt heeft ende Semme voirs den voirs Ghiesbert Semmenzoene voirt geerft heeft"; vervolgens ontvangt Reyner Goeswynsz dit goed in pacht zoals Willem Gerbransz dat gehouden heeft; Gerijt Tymansz draagt hetzelfde op tbv Reinaer Goeswynsz, "ende hieraf heeft vertegen"; "Dit behielde joffr. Margriet van Drakenborch Jacob Nennincxdochter dochter Vrederix wijf uten Ham"

tijnsgenoten: Berth. van Lienlaer Jacobsz, Johan die Wiese Evertsz; Jacob Lumensz en Peter Kater; Zoude van den Rijn en Gerbrant uter Duyst