43 resultaten

Broeck, van den | 1458-07-24

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 152, 472
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Gheryt van Broeck heeft opgedragen een tienden geheten Wolfswijnckel gelegen te Scherpenzeel, en Henrick Quint Jansz heeft dit ontvangen tot een Zutfenschen rechte, op 2 mud rogge en 1 mud garst per jaar; "dit heeft zijn zoon Willem Quint"; 1481-09-03: Willem Quint Henricsz bepaalt dat wanneer hij kinderloos overlijdt, de tiende geheten Wolfswinckel, Roij van winckel, Berchorst en Heijngenscamp, zal komen op zijn zuster Thonis of haar erfgenamen, behalve 2 mud rogge en 1 mud garste, Amersfoorter maten, alle jaren te betalen aan de abdij

mannen: Claes van Triest, Hubert Vonck; 1481: Johan de Coninck, Henrick van Rynghenberghe

Eck, van | 1445

Leenregister Abdij St Paulus te Utrecht 505 fol 290
Achternamenindex

leenregister abdij van St Paulus Utrecht: de abt oorkondt dat voor hem en tijnsgenoten, Deuken van Eck en zijn vrouw Alijt hem opdroegen "dat oude erff tot Scherpenzeel en dat getimmerde dat daer op staet, alsoe alset Willem Lambertsz te bruken plach, ende Deuken ende zijn voorvaders dat van ons en van ons abdien voirs te tijns gehouden hebben", belend oost: Jan Ottenz nakomelingen met Berckhorst en Rodenwinckel, west: Ot van Scerpenzeel met de derp van Scherpenzel en met Rynesse, noord: Ot en zijn bos, zuid: jonge Egbert die Beer met Winniclaer. Vervolgens wordt hiermee beleend Wouter die Beer tbv zijn vrouw Margriete van Huekelem; 1457-04-01?: dragen Wouter de Beer en zijn vrouw Margriet dit tijnsgoed over aan Dyerck van Oestrum. (Dit heeft nu: Egbert de Beer)

tijnsgenoten: heer Lambert van Spuel, commelduer te Calenbroec, Goessen Mom, Jacob van de Weteringe

Broekhuizen, van | 1380

Leenregister Gelre Uitheemse lenen no 92 p 116
Achternamenindex

leenregister Gelre: - het goed te Broickhuysen, gelegen in den kerspel van Weel, in het land van Cleve ontving: 1380 - Steven van Broickhusen, 1418: Steven van Brouckhusen Palickenz;1419: Rabot van Reedbruec; 1424: Johan van Reetbroick;1424: Steven van Broickhusen, Palick van Broichusen, erve van zijn vader Steven, daar hij onmondig is doet zijn oom Rycwyn Cloeck de eed; 1533-10-17: Gerdinck van Brouchusen erft op zijn zoon Gysbert, die het tot lijftocht maakt voor zijn vrouw Sophia van Overhagen, 1535-02-14: Sophia, weduwe, laat Henrick van Scherpenzeel hulde doen voor haar lijftocht, 1544-06-11: Sophia laat eed vernieuwen door Reiner van Brouchusen, bastaard; 1535-03-04: Gysbert van Ulft geheten Matelanck, erve van zijn oom Gysbert, 1538-09-23, 1544-06-27, 1556-06-19: vernieuwd eed; 1564-08-31: Gysberta van Ulft, onmondig, erve van haar vader Gysbert. Zij huwde eerst Evert van Broekhuizen van Barlham, waaruit Gijsberta Lutgarda van Broekhuizen, in tweede huwelijk had zij Johan Gruters; 1596-07-20: eed vernieuwd