41 resultaten

Weteringe, van der | 1423-07-24

Leenregister Culemborg fol 95v
Achternamenindex

leenregister Culemborg 1410~: - Lambert van der Weteringe ontving 1) een viertel in Culenborgerbroec, belend boven: Henric Henricsz, beneden: Jacob Melisz met leen van Buren, van de Vreedstrose stege tot aan de Blocsweteringe; 2) een tiende op een weert die nu van Herman van Steenre is; 3) 24 morgen in de maelscap van Rijswick, van de Leck tot aan de Broecsteghe, belend boven: de kinderen van Alert van Ravenswade, Johans erfgenamen van Lewen, beneden: St Nicolaes van Ravenswade, Willem Bernts erven en Alert Stevenskinderen; 4) 3½ morgen in Malsenrevelt, belend boven: Herman van den Velde, beneden: heer Hubert van Broeckhusen, te komen op zijn bastaardzoon Diric van Potte of diens wettige kinderen, bij kinderloos overlijden van Dirk op de wettige leenvolgers van Lambert

Schaep | 1558-05-31

Leenregister Huis Bergh no 91 p 84
Achternamenindex

de hofstat Avedijcke, - de Havermayt, - de Tisschert, - de Alsenneert, - de Vonderacker, - Averdijckeracker, - 1 acker, schiit uppen Hogen Wech, - ene gerde achter Compelwiic, - 3 stuck up Dremptercolck, - 2 stuck an Henne Liirmens hofstat, - een meteken in de Dornslage, - Averdijcker Nyemait, - Scaepshovel, - Kernemelxmait, 1 £: na dode van Ailbert van Steenre is hulder Ailbert Schaep, broer van heer Johan; 1570-04-16: Aelbert Schaep, qualitate qua, vernieuwt de eed; 1574-03-11: na dode van Ailbert Schaep is hulder Bernt tho Bemser; 1577-06-17: na dode van Aelbert Schaep [nl heer Johan Schaep] stelt hij als nieuwe hulder Segewalt then Herenhaven en draagt het leen op tbv Guda, oudste dochter van zijn broer Albertus Schaep, hij behoudt de lijftocht, hulder dezelfde; 1610-04-16: Guda Schaep stelt na dode van Segewalt als hulder Gerardt Schaep; 1613-06-29: heer Hendrick van Essen, raad van Gelre en Zutphen namens zijn vrouw Swane Lose, erfgename van Juda Schaep; hulder is Gerardt Schaep, ambtman in den Bijlandt

Drempt

Weteringe, van der | 1410~

Leenregister Culemborg
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Otte Ottenz 1 viertel in het Vreedstro, strekkende van de Bisschopsgrave tot aan de Vreedstrose stege, belend boven: Gosen van der Weteringe en Henrick die Haen, beneden: de heer van Kulenborg; dit leen droeg Reyner die Heelt op (fol 76); - Lambert van der Weteringe een tiende gelegen op een weert die nu van Herman van Steenre is, die genaamd is de Steenwert, boven Duerstede, bij opdracht van heer Jan van Culemborg, broer van de leenheer (fol 79); - Aernt van der Weteringe, opgedragen door Wolfart van Kulenborch, 5 morgen 2 hont in de maelscap van Mauderic in Wykerstrate, belend boven: Lambert van der Weteringe, beneden: Jan van der Lede, 1423 opnieuw beleend (fol 81v); - Reyner die Heelt verkoopt aan Gosen van der Weteringe een viertel uit 12 morgen in het Vreedstro in Culenborgerbroec, belend boven: de heer van Culemborg met 4 morgen, boven: Reyner die Heelt, van de Bisschopsgrave tot aan de Vreedstrose stege (fol 14)

Schaep | 1417-10

Leenregister Huis Bergh no 91 p 83, 84
Achternamenindex

Jan Scaep: - de hoftstat Avedijcke, - de Havermayt, - de Tisschert, - de Alsenneert, - de Vonderacker, - Averdijckeracker, - 1 acker, schiit uppen Hogen Wech, - ene gerde achter Compelwiic, - 3 stuck up Dremptercolck, - 2 stuck an Henne Liirmens hofstat, - een meteken in de Dornslage, - Averdijcker Nyemait, - Scaepshovel, - Kernemelxmait, 1 £; 1430-06-19: Albert Scaep beleend na dode van zijn vader Jan; 1461-05-18: Adam Scaep na dode van zijn vader Ailbert; 1467-05-21: Adam Scaep beleend ten Zutphense rechte; 1473-09-14: Johan Schaep Daemsz na dode van zijn vader; 1481-12-12: Derick Middelderp tbv de uitlandige broers van Johan Schaep, die geestelijke geworden is; 1484-09-02: Aelbert Schaep Daemsz doet zelf de eed; 1541-03-09: Jutte Schaep, oudste dochter van Daem Aelbertsz Schaep, vrouw van Lubbert van Kunre, na dode van haar grootvader Aelbert; hulder is mr Geerlich Doysz, keizerlijke raad; 1541-05-05: Lubbert van Kunre is hulder; 1541-03-09: ook beleend heer Johan Schaep oudst overlevende zoon van Ailbert Schaep, hulder is Ailbert van Steenre; 1547-03-21: idem; 1548-04-24: na mangericht wordt het leen aan heer Johan Schaep toegewezen

Drempt

Schonauwen, van | 1412-05-12

Van Mieris IV p 201
Achternamenindex

Jacob heer van Gaasbeek, Abcoude belooft aan de bisschop van Utrecht, getrouw en behulpzaam te zijn met de stad Wijk, de sloten van Abcoude en Duurstede

zij lieve magen en vrienden: Johan van Suylen, Johan van Schonauwen, Melis uten Engh, Johan van Lymbeke, ridders; Herman van Steenre, Johan van Wyck

Arnhem, van~ | 1299-09-29

Van Spaen IV p 28 t/m 31
Achternamenindex

Henric van Ochten, knape, verkoopt aan het kapittel van St Pieter te Utrecht zijn goed in Bunnik en zijn tiend in Pothusen, door hem in leen gehouden van de bisschop, aan wie hij andere goederen daarvoor in de plaats zal opdragen

borgen: Johannes de Lede, Hubertus van Vianen, Theodericus de Steenre, Wilhelmus de Renwic [Riswic?], milites, Henricus de Latem, Johannes de Woldenberch, Goswinus de Lyenden, Everardus de Middachten, famuli, Goswinus en Winandus dictus de Gruythusen, Martinus en Gerardus Man, burgers van Arnhem

Man | 1299-09-29

Van Spaen IV p 28-31
Achternamenindex

Henric van Ochten, knape, verkoopt aan het kapittel van St Pieter te Utrecht zijn goed in Bunnik en zijn tiend in Pothusen, door hem in leen gehouden van de bisschop, aan wie hij andere goederen daarvoor in de plaats zal opdragen

borgen: Johannes de Lede, Hubertus de Vianen, Theodericus de Steenre, Wilhelmus de Renwic [Riswic?], milites; Henricus de Latem, Johannes de Woldenberch, Goswinus de Lyenden, Everardus de Middachten, famuli; Goswinus et Winandus dictus de Gruythusen, Martinus frater Gerardi dicti Man, oppidani in Arnem

Ochten, van | 1299-09-29

Van Spaen IV p 28-31
Achternamenindex

Henric van Ochten, knape, verkoopt aan het kapittel van St Pieter te Utrecht zijn goed in Bunnik en zijn tiend in Pothusen, door hem in leen gehouden van de bisschop, aan wie hij andere goederen daarvoor in de plaats zal opdragen

zegel van Hendrik van Ochten: lion couronné; borgen: Johannes de Lede, Hubertus de Vyanen, Theodericus de Steenre, Wilhelmus de Renwic [Rijswijc], milites; Henricus de Latem, Johannes de Woldenberch, Goswinus de Lyenden, Everardus de Middachten, famuli; Goswinus en Winandus dictus de Gruythusen, Martinus frater Gerardi dicti Man, oppidani in Arnem

Gruijthuijse, van den | 1299-09-29

Van Spaen IV p 28-31
Achternamenindex

Henric van Ochten, knape, verkoopt aan het kapittel van St Pieter te Utrecht zijn goed in Bunnik en zijn tiend in Pothusen, door hem in leen gehouden van de bisschop, aan wie hij andere goederen daarvoor in de plaats zal opdragen

borgen: Johannes de Lede, Hubertus de Vianen, Theodericus de Steenre, Wilhelmus de Renwic [Riswic?], milites; Henricus de Latem, Johannes de Woldenberch (zegel: aigle éployé), Goswinus de Lyenden, Everardus de Middachten, famuli; Goswinus et Winandus dictus de Gruythusen, Martinus frater Gerardi dicti Man, oppidani in Arnem (zegel van Goswinus en Winandus: aigle éployé)

Arnhem

Middachten, van | 1299-09-29

Van Spaen IV p 28-31
Achternamenindex

Henric van Ochten, knape, verkoopt aan het kapittel van St Pieter te Utrecht zijn goed in Bunnik en zijn tiend in Pothusen, door hem in leen gehouden van de bisschop, aan wie hij andere goederen daarvoor in de plaats zal opdragen

borgen: Johannes de Lede, Hubertus de Vianen, Theodericus de Steenre, Wilhelmus de Renwic [Riswic?], milites; Henricus de Latem, Johannes de Woldenberch, Goswinus de Lyenden, Everardus de Middachten (zegel: croix engrelée accompagnée de quatre ciseaux und dans chaque canton), famuli; Goswinus et Winandus dictus de Gruythusen, Martinus frater Gerardi dicti Man, oppidani in Arnem