9 resultaten

Tam | 1636-10-30

Arch. Gecomm Raden Noorderquartier Inv 51
Achternamenindex

losrenten kantoor Medemblik: verschijndag 01-02, Pieter Pietersz Tam, fl 600 - fl 24, afgelost 1777-10-30; 1642-05-08/05-19: Pieter Pietersz Tan, fl 1200 - fl 48; 1643-09-04/09-20: Pieter Pietersz Tan, fl 1400 - fl 56

Lede, van der | 1204

Oppermann: Fontes Egmundenses p 205/uit: Annales
Achternamenindex

evoluto autem non longo tempore Wilhelmus comes Aspern munitionem Folperti et Florentii adversariorum suorum exercitu tam Selandensum quam Hollandensum expagnatam dejecit

Hagedoorn | 1273-1297

Recepta census Curtis Honnepel p 446
Achternamenindex

Arnoldus Hagedoorn en Theodericus Lewe 5 sol leves 3 obelis nun mod avene et ge--tam, pull--- et panem de bonis dictus in Wenkendunc

Broeck, van den | 1424-06-06

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 12v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Geryt van Damassche beleent Hughe van den Broeck met de tienden tot Wolfswinkel, grof en smal, wild en tam, gelegen in het kerspel van Scherpenzeel, hij of zijn nakomelingen zullen aan de abdij 2 mud rogge en een mud gerst leveren

getuigen: Gysbert Godschalc, onse man, Floris van Loichorst, des gestichtsman van Utrecht

Ryneghem, van | 1162-08-28

v.d. Bergh I no 143
Achternamenindex

graaf Floris III geeft, op verzoek van abt Wicboldus, aan de abdij Egmond de kerk van Vlaardingen terug, "cum universa decimatione inter fluvium Madlinge et rivulum Thurlede qui vocatur Harga, cum omnibus attinentiis suis, tam in predibus quam in mancipiis, quam a comite Arnoldo tradita est sancto Adalberto et a Theoderico comite confirmata"

onder de getuigen: Adallard, Stephanus, Vastrad de Rinnighem

Zuilen, van | 1421-04-28

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 56
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Gheryt van Damassche beleent Jacob van Zulen Petersz met dat alinge goet tot Haghenouwen, erve ende lant, bossch ende heijde, water ende weijde, wilt ende tam, gelegen in den kerspel van Loesden, zoals wijlen zijn vader Peter van Zulen dit hield; voor Jacob heeft gehuld als een ledich man Vrederic Bor van Amerongen; onder staat: Jacob van Zulen is doet

mannen: Vrederic van Voerd, Tyman de Langhe

Herlaer, van | 1281

het refugiehuis der abij Postel te 's Hertogenbosch p 77
Achternamenindex

maandag voor Pinksteren, oorkonden schepenen van 's Hertogenbosch, Gerlacus Arnoldus dictus Rover, Johannes Dicker en Godescalcus de Bladel: Noveritis quod cum Wilhelmus filius quondam Godefridi de Herlaer, militis, totale jus proprietatis, quod idem habuit in dimidietate tercie partis decime de Zonderwijc tam majoris quam minute, quam Woltherus dictus Coman ab ipso Wilhelmos in feodum tenuit"; Wolterus staat deze tienden met het begevingsrecht van de kerk te Zonderwijc af tbv de abdij Postel

Schade | 1422-09-23

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 57
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Geryt van Damassche oorkondt dat jvr Johanna Otto Schadendochter, vrouw van wijlen Peter van Zulen, hem opdroeg dat alinge goed tot Hagenouwen, erve ende lant, bosch ende heyde, water en weyde, wilt ende tam, gelegen in den kerspel van Loesden; vervolgens beleent de abt jvr Foeyse, vrouw van Wouter van Coelenberch met de helft van dit goed; met de andere helft wordt beleend jvr Kerstijne Petersdochter van Zulen, eronder staat: dese joncfrou is doot

leenmannen: Thyman de Lange, Vrederic van den Voirde

Coninck | 1454-09-03

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 83v, 99v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Jacob van Poelgeest beleent na dode van Godevaert die Coninck, diens zoon Jan de Coninck met het goed tot Emingelaer en Langevoirde, gericht, tins en tiende, hoghe ende lege, wildt ende tam; daar Jan de Coninck onmondig is, doet zijn oudevader Jan over die Vecht hulde en eed; zijn moeder Beatrijs Coninck heeft haar lijftocht hieraan; "item dit goet heeft Goert die Coninck, sijn soen"; 1484-06-05: Godert de Coning heeft zijn leen verzocht na dode van zijn vader Jan de Coning; 1496: dit heeft Godert in een andere brief ontfangen

mannen: Roelof van Baern, Peter van Sconenburch