18 resultaten

Pynssen | 1543-02-12

Arch Duvenvoorde Inv no 444 Regest 227/R.A.H. Coll Aanw 517 fol 134v/Egmond D
Achternamenindex

graaf Lamoraal van Egmond beleent Jan de Heuyter Jacobsz met 17 geersen veenland, gelegen in de ban van Nieuwe Niedorp, na dode van zijn moeder Geertruid Pynssen, belend noord: de erfgenamen van Geertruijt Pynssen, zuidwest: Pieter Pietersz te Oude Nierop, oost: Adriaen Aelbrechtsz, te Haerlem, zuid: Jan Groed en Jan Willemsz. Daar Jan onmondig is, doet mr Willem Pynssen, Raad van het Hof van Holland de eed voor hem; 1583-11-04: eed doet Willem van Duyn voor Jan de Heuijter

Heuyter, de | 1537-12-30

R.A.H. Coll Aanw 517 fol 86v/Leenboek Egmond D
Achternamenindex

mr Jan de Heuyter wordt in de naam van zijn vrouw Geertuid Pynssen beleend met 17 geersen veenland, zoals haar moeder (Gerrit Claes Corfsdochter gehuwd met mr Jacob Pynssen) in leen gehouden had, gelegen in de ban van Meeuwen, belend noord: mr Jan die Heuyter, zuidwest: Pieter Pietersz te Oude Nierop, oost: Aelbert Adriaensz te Haerlem, zuid: Jan Grol en Jan Willems; Jan de Heuyter doet de leeneed. Volgt een extract uit het testament van haar ouders en het octrooi tot testeren, verleend door keizer Maximiliaen op 1512-02-04

opschrift: Meeuwen, juffr Geertruyt Pynssensdogter weduwe mr Jan Heuyter; Egmond

Duvenvoorde, van | 1545-08-28

V.R.O.A. dl I p 379/Arch Kasteel Duivenvoorde Inv no 532 regest 237
Achternamenindex

Jacob graaf van Ligne, als vader en voogd van Philips van Ligne heer van Wassenaere, burggraaf van Leyden etc beleent Aernt van Duvenvoorde met de goederen deze aangekomen van zijn vader heer Jan van Duvenvoorde, ridder, te weten: 1) het huis Duvenvoorde met 100 morgen land, 2) verschillende tienden te Voorscoeten, Eyckenduinen, Screvelinge, Wateringe en Rijswijk, 3) opbrengsten uit het schot van de Ketel en de tol te Vlaerdingen, 4) het veer ter Wadding over de Rijn aan de Doedinxlaan, 5) een bosch in Scakelbosch, dat vroeger door heer Arent van Duvenvoerde, ridder, gekocht was van Pieter Wiggers, 6) een veenland in Hillegom

Heuyter, de | 1504-12-10

Arch Duvenvoorde Inv no 444 regest 173, 227
Achternamenindex

Joost van Veen, baljuw en stadhouder der lenen van de grafelijkheid van Egmond, beleent Jan de Heuyter Jacobsz met 17 geersen veenland, gelegen in de ban van Nieuwe Niedorp, hem aangekomen van zijn oom Johan de Heuyter. In dorso: 1603-05-17: Johan de Heuyter heeft de eed afgelegd, ondertekend door de griffier Boudewijn van Rietwijck; 1543-02-12: Jan de Heuyter Jansz door de graaf van Egmond beleend, na dode van zijn moeder Geertruid Pynssen; 1583-11-04: Willem van Duyn Joostsz legt als procureur van Johan de Heuyter de eed af, ondertekend door Adriaen van Veen

Baarn, van | 1470-01-13

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 197
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Volken van Baern wordt als voogd van zijn neef Roelof van Baern beleend met een vierdel van een hoeve veenland in Heserveen, strekkende van den Sande ter Buerse waart, belend oost: Pieter Willemsz, west: Jut Geryt Kriecs met haar kinderen; Volken geeft q.q. over aan Peter Willemsz en Reyer Snijer en zijn vrouw Nelle, die recht ofgrifte [afgraving] van dit leengoed; ⅓ deel heeft: - Jacop Splintersz na dode van Reijer Snijer (fol 206), - Airt Alertsz na dode van Nelle, vrouw van Reijer Snijer (fol 209), - Willem van Dam als zoon en leenvolger van Peter Willemsz (fol 238)

mannen: Dirc van Oestrum, Alfer Ruysch

Scael | 1451-10-11

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 79v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Wilhem Stael [Scael] Wilhemsz wordt na dode van zijn vader Wilhem beleend met de helft van drie vierendeel veenland, onderdeijlt, gelegen in Hezerveen, belend oost: Bertout Peter Reynersz.z, met veen dat hij van de abdij in leen houdt, west: Dirc van Oudane; Wilhelm Staell verzoekt eveneens belening met 1½ vierendeel veen gelegen achter Zoesenge, gesclaghen uyt hoijck ende Hijnckenhoeve, belend zuid: erfgenamen van Evert van Krachwijck, west: Wilhem Staell, zoals wijlen zijn broer Johan Stael Wilhemsz van de abdij in leen hield; "item Wilhem is doet ende dit heeft ontfangen mr Conraet Staell zyn broeder voirs"

mannen: Zoude van Rijn, Jan van den Anxter, Goessen van Scadyck

[lees Scael iplv Stael]

Camerlinc, de | 1351-05-04

A.R.A. Leenkamer 32 Copie fol 6/Reg EL 25 fol 3v
Achternamenindex

hertog Willem oorkondt "want ons kenlick is dat Frederick onse Camerlinck 1 £ Holl sjaers staende hadde voir desen oirloge opdat huus en erve dat Jan van Burch te besitten plach in den Hage, hetwelk belegen heeft op die N.Z: Bertelmeijs Meijnsenz, op die Z.Z.: Jacob Lisen. Soe maken wi cont, dat wi dat anderdeel van den huse ende erve voirs Frederick onsen Camerlinc, voirs omme menigen dienst dien hij ons gedaen heeft, ende noch doen sal, gegeven hebben ende geven in allen manieren alst Jan van Binsch [!] voirs dat jegens ons verboirt heeft, te hebben ende te bezitten plach. Voirt soe hebben wi Fredrick voirs gegeven ende geven dat veenland leggende an die z.z. van onsen bosch van der Hage alsoe groot ende alsoe cleine ende in allen manieren alst Jan voirscr te bruken ende te oirbaren plach. In oirconde. Datum in onser tente voir Rosenborch, des woensdages na des H.Cruysdach inventio anno (13)51"

Egmond, van | 1543-02-12

R.A.H. Coll Aanw 517 fol 134v/Leenboek Egmond D; V.R.O.A. 1920 dl I p 376 regest 227, 301/Arch Duivenvoorde Inv no 444
Achternamenindex

Lamoraal, graaf van Egmond heer van Baer, beleent Jan de Heuytter Jansz met 17 geerssen veenland in de ban van Nieuwe Niedorp, hem aangekomen van zijn moeder Geertruydt Pynssen, belend noord: die gemene erfgenamen van juffr. Geertruyt, zuidwest: Pieter Pietersz tot Oude Nierop, oost: Adriaen Aelbregtsz tot Haerlem, zuidoost: Jan Groed en Jan Willemsz. Onversterfelijk erfleen. Daar Jan de Heuyter onmondig is, doet mr Willem Pynsz, Raad ordinaris in den Hove van Holland als zijn voogd, de eed. In dorso: een brief dd 1569-03-10 waarin verklaard wordt dat Jan de Heuyter zelf de leeneed heeft afgelegd. In margine: op 1583-11-04 heeft Willem van Duyn als speciale procuratie hebbende van Johan die Heuyter, van dato 31 oktober l.l, gedaen en vernieuwd den behoorlycken eed aan de graaf van Egmond, zowel van het vorenstaande leen als van het leen daervan de brief is geregistreerd (opte rugge gequoteert met de letter f [?] fol 45) en dat in handen van Joost van Veen, baljuw en stadhouder van de lenen van Egmond

in presentie van Cornelis van Veen, Adriaen van Veen, leenmannen van Egmond, bij mij als clercq ondertekend S. de Veen