19 resultaten

Egmond, van | 1439-05-16

Mem Rosa dl IV t/m VI p 407
Achternamenindex

citatie van Pieter Pietersz, Huge Bruijn en Louwe Jansz om op 29 mei verweer te voeren tegen een clacht van de weduwe van Jan van Egmond

Torenburch, van | 1443-05-01

Mem Rosa dl VII- X p 84, 6, 9, 11 (?)/Jansma: Raad p 130 noot 3 (of p 9, fol 11)
Achternamenindex

citatie van Pieter Dirc Heldricsz om verweer te voeren tegen Clais van Thorenburch; 1442-01-17: citatie van Albrecht van Raephorst Adriaensz en Claes van Thorenburch om op 22 januari 's avonds naar de herberg in den Haag te komen ten einde op 23 januari verweer te voeren tegen Jan Grull [Grol] en Pieter Sculle inzake een partij wijn die op Texel in beslag genomen is en aan Jan Grull toebehoorde

Renesse, van | 1440-04-10

Mem Rosa dl IV-VI p 485
Achternamenindex

citatie van de broers Jan, Henric en Costyn van Renesse en van der Burch om op 23 april verweer te voeren tegen Dirck van Oostrum en Jan die Witte uit Weerenstein

Renesse, van | 1439-03-17 (1438)

Mem Rosa IV-VI p 127
Achternamenindex

citatie van Jan van Renesse om op 24 maart verweer te voeren tegen de procureur-generaal van de Raad over wederrrechtelijk houden van het slot en de goederen te Ulven, die de graaf geerfd had

Raaphorst, van | 1441-12-21

Mem Rosa IV fol 100; Memoriaal Rosa VII fol 7
Achternamenindex

Aelbrecht van Raephorst Adriaensz, Gysbrecht van Vianen, Otto van Egmond, Claes van Thorenburch en poorters van Leiden geciteerd om op 3 januari voor het Hof verweer te voeren tegen Pieter Scul en Jan Grol uit Sluis, hun schip was in 1438 in het Marsdiep bij Texel in beslag genomen, met de wijn en goederen; 1442-01-17: opnieuw gedagvaard; 1442-01-28: uitstel tot 3 februari; 1442-04-20: citatie van Albrecht van Raaphorst en Claes van Thorenburch om op 23 april 's avonds in de herberg in den Hage verweer te voeren

Hodenpijl, van | 1478-11-17

Grote Raad Mechelen Geëxtendeerde Sententiën p 145, 149, 254
Achternamenindex

Jan van Hodenpijl gedaagd door Lodewijk heer van Gruuthuuse; eiser is in mei 1474 door verweerder uit het slot en heerlijkheid van Haemstede gestoten; verweerder stelt dat alleen leenmannen van Zeeland bevoegd zijn; verweer verworpen, herstel vorige toestand gelast; 1492-05-04: Lodewijc van Gruuthuse contra Jan van Houdenpijl, betreft de heerlijkheid van Westerschouwen en Haemstede, uit het bezit waarvan de eiser in juni 1484 vóór de opstand in Vlaanderen door verweerder met geweld was gestoten. Verweerder stelt dat de heerlijkheid bij de opstand verbeurd verklaard was; de heerlijkheid wordt aan eiser toegewezen, de verbeurdverklaring ongedaan gemaakt

Boshuizen, van | 1468-09-07

Coll Aanw 240 fol 1149v, fol 1379
Achternamenindex

Bruyninck van Boschuysen "meester van den register van Holland op dese tijt utlandich ende niet bij huis en is" (fol 1149v); 1468-11-03: (240 fol 1379) contra de gemene ingelanden en inwoners van Putten, voor wie hij veel kosten heeft gemaakt en geld voorgeschoten ten bedrage van 60 cronen; verweer: dat zij aan Bruninck's vader Floris van Boschuysen gevraagd hadden om te zorgen voor bedevrijheid gedurende 3 jaren en dat zij hem hiervoor van 12000 gemeten van elk gemet ½ gr hadden gegeven, en nog 1 gr van elke 3 gemeten om hen te bevrijden van des keizers "achte" (ban), doch dat dit alles niet verkregen was

Haerlem, van | 1443-05-25

Memoriale Rosa dl VII-X no 14 p 214, 228, 259
Achternamenindex

citatie van de baljuw van Kennemerland om op 29 mei verweer te voeren tegen de heemraden van Rijnland over hun dienaar Jan van Haerlem; 1443-05-28: belofte van Jan van Hairlem om niet uit den Haag te verstrekken alvorens hij zijn onschuld jegens de baljuw van Kennemerland heeft bewezen; 1443-07-16: uitstel voor Jan van Haarlem tot hij zal zijn genezen van de verwondingen aan zijn been; 1444 (43)-01-04: toestemming aan Jan van Haerlem uit Spaarndam om naar huis terug te keren op voorwaarde dat hij binnen acht dagen na citatie in den Haag zal terugkeren in zijn zaak tegen de baljuw van Kennemerland

Groesbeek, van | 1445-03-10

Mem Rosa VII-X p 208 no 269, 270, 270a (Brill Uni pers Leiden 1985)
Achternamenindex

belofte van Jacob van Groesbeek om "tusschen dit en den heiligen Pinxterdag" [16 mei] op aanmaning van de Raad verweer te voeren tegen de beschuldiging van medeplichtigheid aan de poging van zijn dienstbode Heylkijn om zijn vrouw met rattekruid om het leven te brengen. Zijn vader Henrick van Groesbeek heeft zich voor deze belofte borg gesteld. Op 9 maart had Heylkin hem in tegenwoordigheid van mr Lodewijc van der Eecke, Jan van der Mye, Gerrit Potter van der Loo, Pieter Engelsz, baljuw van den Haag en Dirck Boudynsz van Zwieten, nadat men haar had "doen besoecken an haer lyff mitter pleije en koirde" in een uitvoerige verklaring over het gebeurde, beschuldigd van medeplichtigheid. Op 10 maart heeft zij voor de Raad deze beschuldiging ingetrokken met het argument dat zij dat "wat sij geseijt hadde tot zijnre belastinge dat zij dat gedaen hadde uit ontsich van pijne ende was sij daarin gedaen hadde dat sij dat uut haerselven gedaen hadde sonder gemants wete ende consent" ; 1445-05: uitgesteld tot 24 juni; 1445-06-22: uitgesteld tot 3 oktober