Lam | 1369-12-13

Reg Rotterdam en Schieland no 931/Familiearch De Graeff regest no 1

Achternamenindex

schepenen van Leiden: Willem Vlaminck en Gheryt Lam; 1373-06-28: Ghered Lam en Florys heer Jacobsz, oorkonden een verkoop van land te Zoeterwoude

Merlar | 1285-10-28

Bijdr Hist Gen 1901 bl 163, 164/Reg EL 5 fol 34r

Achternamenindex

Amstel: - Jan van Merlar een halve hoeve in de Afterslote in heer Gisebrecht van Ruele's gerecht; - Willem Vlaminck 10 £ geld in de Aftersloot; - Hennekin Spiker 6 morgen in de Afterslote

Goude, van der | 1436-04-23

Ons Voorgeslacht 1979 p 191/Ned Leeuw jg 1921 p 376/Van Doorninck: Inv verzameling Charters

Achternamenindex

leen van Putten: 16 (10?) £ Holl jaarlijks uit de camer (in 1472: 12 £ ): Wouter van Mathenesse zoals zijn overgrootvader Jan Vlaminck van der Goede verkreeg van Aleid vrouwe van Putten [1351-1360], te lossen met het tienvoudige (1355: Jan Vlaming als getuige vermeld)

goudsmit | 1454-1456

Thesauriersrekening Haarlem 204 fol 35, Kerk Rek fol 9v

Achternamenindex

Jan die Vlaminc: - van een groot zegel te steken om daarmee te bezegelen de brieven van der wage, 5 £ 6sc 8d; 1455-1456: (5, vervolg I) Jan de Vlaminck, de goudsmit voor Haarlem naar den Haag, roerende het proces van de stad met Pieter Jansz van Werre; 1456: (kerk rek fol 9v) - hem gegeven van t wyeroecsvat te maken, 1 Wilh scilt

goudsmeden Haarlem

Wateringe, van der | 1369-12-13

Reg Rotterdam en Schieland no 931

Achternamenindex

Jacob Bokel beweerde erfgenaam en leenvolger van de vrouw van heer Willem van der Wateringe te zijn, en droeg op aan het klooster van Heimond de tiende van Bokelsdijk, van Cole, zoals de vrouwe van der Wateringe die van het convent hield, en beloofde nooit meer aanspraak te maken op de tiende te Scoenreloe, waarover een geschil was tussen de abt en de vrouwe van der Wateringe

schepenen in Leiden: Willem Vlaminck en Gheryt Lam

Bruijn, de | 1410~

Leenregister Culemborg fol 27, 35, 78v, 17v, 75v, 79v

Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Peter Hughe Phijlipsz.z een tiende tot Achthoeven in het gerecht Leiden, belend: Danels Brunenland Ansemsz; - Geryt Doijs Gerytsz 1 ½ morgen tot Mauderick, belend boven Hinrick Doys, beneden Arnt die Brune; - Reymbrant Claes van Zweten Petersz.z. een tiende te Achthoeven in het ambacht Leiderdorp, belend: het land van Danyels des Brunen Ansemsz tot de Bovensloot; - heer Sweder van Bloemensteyn 1 hoeve in het land van Haghensteyn, daar Jan Puusche op woont, belend boven: heer Sweder, beneden Jan die Brune; 1423: - Fije van der Woerde Jansdochter van Myddelwijck een camp in der Merschen, geheten die Hogemate, strekkende zuidwaarts op die Ledegrave, belend boven: Geryt die Brune (vervangen door Lambert die Brune), beneden: Evert Freyse (vervangen door Dirc van Dolre Dircsz); - Geryt uten Weerde Gerytsz ontvangen het goed dat Geryt van Culenborg opgedragen heeft, 10 morgen in de Husmalen, van de meente tot aan Nyeslach, belend boven: Jan van Oijduyel (?), beneden Gerefaes v.d. Wade. Dit erf hebben Gerefaes van Hollant en Geryt die Brune als hierna beschreven staat. Geryt van Culemborg behoudt 1 Vrancr schilt uit dit leen. Vervolgens komt de belening van Willem Vlaminck met dit leen, waarbij staat "dit en was niet toe gegaan"

Bentheim, van | 1277-06-05

Van Mieris I p 391/Brom regest no 1871

Achternamenindex

Egbertus graaf de Benthem oorkondt dat zijn vader Otto in het Duitse Huis getreden was en daaraan gegeven heeft: 1. de kerk te Renen; 2. de gruit te Node; 3. de kerk en de tiende te Bemmel; 4. de huizen Meynardinc in Hagelo (bij Ootmarsum), Geesteren (bij Ootmarsum) en het huis Hubboldinc (in Voltheren noordelijk van Oldenzaal), alles vroeger tot hulp van het Heilige land geschonk door wijlen zijn vader Otto. Graaf Egbert bevestigt de gift en de jonge graaf van Oudenborch

testes: Albertus presbyter, Bernardus Sebelinchem, Nicolaus de Turre, Nicolaus zoon van Boydekinus en zijn zoon Ludolphus de Sconewolde, Conradus de Quedendorp, Henricus de Reden, militibus; Rodolphus Haech de Vethe, Weremboldus Flamynck [Vlaminck], famulis