96 resultaten

Heukelom, van | 1477-10-01 - 1478-09-30

Rek Rentmeester Arkel, Heukelom no 2213 fol 24
Achternamenindex

"ander ontfang van mijns genad heren renten ende demeijnen in synre stede ende lande van Hueckelem aen mynen genad Here gecomen bij verbuernisse van wylen Jan van Arcle heere tot Hueckelem om zekere excessen wille bij den voirn Jan van Arcle gedaen, om dat hij wylen hertoge Philips m--- te al scaen seyde ? geconterfait hadde, dair voer hij by Sententie van den Hove van Holland gecondempneert was die voirn heerlicheit verbuert te hebben. Welke stede ende slot van Hueckelem in der maent van Januario anno LLXXVI bij Ott van Arcle des voirs joncherens van Hueckelem zoen bij nacht mit craft weder genomen worden, die die noch gebruyct"; in de margine staat aangetekend dat al dit goed door de hertog op 1479-02-28 (1478) bij brief gegeven te Roermond aan Otto teruggegeven was, geregistreerd in het register van de Camere van de rekeningen van Holland, beginnend november 1460, getekend met R fol 160, 162

Egmond, van | 1470-09-20

Bijdr Bisdom Haarlem IV p 258-261
Achternamenindex

Aelbrecht van Egmondt Ottenz van Egmondt geeft aan de parochiekerk van Heemskerk, voor de zielen van hem, zijn vrouw Hase van Lievenburch, zijn ouders: - de helft van een hoeve land in de ban van Heemskerk bij der Duyn tussen cyen voer Baert Jan Michielszoonshuys, noordzijde: Dirc Gherytsz, zuidzijde: Michiel Diertsdochter; - in dezelfde ban de helft van de anderhalve hoeff bij der Duyn bij noerder den ouden dyck, tussen cyen, belend zuid: Dirc Mathysz en noord: Michiel Diertsdochter, in hetzelfde "dat block" met dezelfde belendingen, en "drie gaerden", belend zuid: Maerten Pietersz kinderen en noord: Bartholomeus Govertsz, oost: Symon Jonghe Jansz; - een vierendeel van 1½ Eng nobelen per jaar op "Pouwels Gherytz Camptgen" gelegen in de ban van Heemskerk, met eigen ende mit erff, belend oost: Baert Spierinck mit die Voghelmeer, zuid: die memory tot Haerlem, west: Gheryt Pouwelsz, noord: Claes Henricsz Camptgen. Verder geeft hij voor de memorie aan de pastoor van Heemskerk heer Claes, een rente van 10 R gld etc

Brederode, van | 1667-1673

V.R.O.A. 1909 p 159 no 298, 299, 300, 301, 303, 304/Arch Detmold Brederode
Achternamenindex

calendrier van een rechtsgeding voor het Hof van Holland en daarna voor de Hoge Raad gevoerd tegen de gravin douagière van Brederode en haar zoon, om betaling van turf, aan wijlen de heer van Brederode en haar zelf geleverd; 1668-04-30: overeenkomst tussen haar en Maria Goudt, weduwe van den agent van Noordingen, voer een geschil, of de eerste aan de laatste zeker bedrag voldaan had; 1671-07-01: dagvaarding voor het Hof van Holland van Gecommitteerden van de gravin douagière van Brederode, de grave van Solms en de vicomtesse van Machault tot vernietiging van een vonnis van schepenen van Gorkum; 1655-01-02: lijfrentebrief van de Staten Generaal van fl 600,- voor Floris Albert Belgicus, jonggeboren zoon van Johan Wolfert van Brederode; 1644-03-17: huwelijksvoorwaarden van Christiaen Albrecht graaf en burggraaf te Dohna en Sophia Theodora van Brederode; 1645-02-11~: ontwerp van de huwelijksvoorwaarden tussen Morits graaf te Solms en het Fraulin van Brederode, 2 jaar

Heukelom, van | 1297

R.A.H. Coll Aanw 62 fol 21
Achternamenindex

anno 1297 hadde grave Jan oorloge tegen bisschop Willem so dat die grave dede eyschen Gysebrecht van Yselsteyn Aerntsz dat huys van Yselsteyne also syn op en slot ende aen te leggen den bisschop uijt te oorlogen, twelk Gysbrecht weygerde, Ende hij was op dier tyt maarschalck des bisschops . Doed dede grave Jan dat huijs met groter magt en besitten ende lag daarvoor een jaar en 13 wegen. Bisschop en stad verleende hem geen steun. Zelf werd hij door heer Huybrecht gevangen genomen. Zijn vrouw Baert was nog op het huis en bedong vrije aftocht met de helft van degenen die op het slot waren, 16 personen waren er op het slot. In het meelhuys te Dordrecht werd het lot geworpen, 6 werden er toen onthalsd en 6 vrijgelaten. Ende voer (en) dese met haar tot Hoeckelom. Dus bleef Gysebrecht van Ysselsteyn ontgoet ende onterft van der heerlickhede van Ysselsteyn bij 7 jaren, totdat hij t weder gecreeg met heijlic, of hij hadde daar eweliker of onterft gebleven [zijn zoon Arnoud huwede de dochter van bisschop Guy]

Mekeren, van | 1420-12-03

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 483v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Geheryt van Damassche erkent ontvangen te hebben van Ghysbert van Mekeren, rentmeester van het land van Gelre, de renten "van enen jaer St Martyns misse in den winter laetste verleden, als 12 g.g. oude Vrancr. scilden voer 3 goede vette beren sjaers die ons onse lieve ghenedige here die hertoghe van Ghelre jaerlix sculdich is van onsen ghericht van Lyenden ende van Driel"; 1420-12-06: Ghijsbert van Mekeren, overste rentmeester van het land van Ghelre, oorkondt dat hij kwijt gescholden heeft aan abt en goedshuis St Paulus en Tyman Willamsz "van allen zulken 100 scilden als wij dieselve heren gheloeft hadden int Tyman voirs voor zyn gefenckenisse tot behueff mijns alre liefsten genedichtsen heren s hertogen van Gulick ende van Gelre ende greve van Zutphen. En schelden den voirs. Tyman mede los, ledich en quyt an sijnre gevenckenisse wijtgesacht sijn oirvede die hi noch doen sall" (vgl 1420-11-30) [het geld zal niet werkelijk ontvangen zijn, maar gediend hebben als losprijs voor Tyman]

Arkel, van | 1359-05-29

R.A.H. Coll Aanw no 43 fol 137 t/m 140 en fol 197/Reg EL 4 fol 36/Inv Arch Dordrecht p 35 no 99/Van Mieris III p 94
Achternamenindex

Jan van Arkel heeft zich met hertog Albrecht verzoend; bepalingen: 1) Jan zal op dinsdag na Pinksteren in St Geertruidenberg komen en daar 14 dagen blijven 2) Jan zal de hertog dienen 6 weken lang op eigen kosten, wanneer hij daartoe gemaand wordt, uitgezonderd tegen zijn leenheren van Culemborch, Allard van Buren en de stad Delft; 3) Jan zal de vrije kerk aan die Ghiessen maken en wijden zoals deze tevoren was; 4) ter ere van de grafelijkheid van Holland zal er een kapel gesticht worden op de hofstede waar het eerste huis op stond, dat in deze oorlog verbrand was, en die doen provenden, de gift zal aan de hertog komen; 5) de magen van Jan Colijnsz zal hij zoenen en de kerk waarin deze dood geslagen is opnieuw doen wijden (te Blassekynsgrave); 6) Hannekijn Mieus Hoddemontsz zullen "beteringe doen voer dat him sine voete afgespannen zijn"; 7)hij zal de poorters van Dordrecht hun schepen en haver teruggeven en de gevangenen vrij laten; 8) van de markttollen te Gorinchem zullen wij niet meer nemen dan men vroeger deed; 9) hij zal de schade door Claes Oem, Gosewijn Gienz en Giebe Boem geleden, vergoeden; 10) de stad Dordrecht zal in haar recht blijven "van der mate ende roede van wine ende soute"; 11) de hertog zal Jan opnieuw belenen met de goederen door hem van de grafelijkheid gehouden; 12) het geschil over de goede van der Lecke verblijft hij aan arbiters; 13) heer Ghisebrecht van Nyenrode, Jan van Kerfvenen, Florens die Molnaer en Florens die Visser en anderen die wij binnen Delft gezonden hebben, zullen mede verzoend zijn. Arbiters zullen andere twijfelpunten beslissen. Wil de stad Delft eveneens met de hertog verzoen zijn dan moeten zij zich ook verblijven met de arbiters. Alle vijanden zijn verder verzoend. Bezegeld en gedaan ter Goude. De arbiters geven op St Martynsdag 1359 hun uitspraak en uitgewerkte afspraken

Arbiters: de heren van Barbenchon, Ysselsteyn, Brederode, Abcoude, Aerndt van Arkel, Pieter Camerouwer van Haijtstaijn, aangevuld met Gheryt van Heemstede voor de stad Delft