79 resultaten

Bot | 1466-03-20

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 192
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Peter Willemsz en zijn zoon Heinrick dragen op ½ hoeve veen in Heeserveen in een ½ hoeve geheten Schalla[n]tshoeve, "7 ½ roeden breed van de ouder graften dwers gemeten, zuidwaerts op 850 roeden lang na der stat mate van Utrecht, gemeten bodem en voert tusschen den veen dat Jan Walraven van onsen godshuize te leen te houden plach"; vervolgens wordt Jutte, die vrouw van Gerrit Kreecx [Kriec] was, hiermee beleend tot een onversterfelijk erfleen, haar zoon Henrick doet hulde en eed

mannen: Gerrit Dijer, Evert Petersz van Heesse

Does, van der | 1427-01-28 (1426)

R.A.H. Coll Aanw 55 fol 240
Achternamenindex

hertog Philips oorkondt "want Willem van der Does voert vluchtigh ende ballingh, ende onse ende slandts van Zeelandt vyandt is, ende soo veele teghens ons ghebruect ende misdaen heeft, dat daeromme alle sijn goede gheleghen binnen den onsen off daer wij bewijst hebben aen ons ghecomen ende tieghens ons mit recht verbuert sijn". De hertog verkoopt vervolgens aan Wolfaert van der Maelstede heer Lodewijcsz, baljuw van der Goes, alle goederen van Willem, gelegen in heer Aernoutskerke in Zuidbeveland in Borsselen en in het land van Walcheren, behalve het slot van Ellewoutsdyck en de huisinge daarbij, voor 800 Holl scilde

hoofdtak

Herlaer, van | 1460-04-09 (1459)

Coll Aanw 102 Caput Z.H fol 98
Achternamenindex

hertog Philips oorkondt dat Martijn van Poederoyen hem verzocht heeft namens zijn vrouw jvr Kerstyne van Gent beleend te worden met een deel van de tiende van Hardinxsvelt die haar vader Aerndt van Gent gekocht had van zijn broer Wouter van Gendt; de stadhouder had belening geweigerd daar heer Aernt de gehele tiende van de grafelijkheid in rechten leen had gehouden, die dus na zijn dood zonder zoon aan de grafelijkheid vervallen was; Martijn voert hiertegen aan dat heer Aernt hem de tiende te medegave met zijn dochter gegeven had. De hertog beleent hem nu met dit deel van de tiende

Bakenesse, van | 1328-05-08

Reg Hann p 168; Bijdr Vad Gesch nieuwe reeks dl 8 p 36; 4e reeks dl IV 1902 p 42 overdruk
Achternamenindex

Jan Persijn zet zijn neef Jacob van Bakenesse, in al zijn heerschappen, gerechten en verdere goederen om die te besturen, bevestigd door de graaf ["Dit geslacht voert op azuur een gouden balk met 3 rode St Andries kruisjes was blijkbaar uit dat van Persijn afkomstig en niet uit Van Haarlem. Kok noemt Simon Persijn I de stamvader. Hij was dan de oudoom van Jan Persijn de jonge. De heerlijkheid was dus vermoedelijk een oude bezitting der Persijn, noot 3. Zoals J.G. Frederiks het voorstelt deed hij de overdracht aan Jacob van Bakenesse, niet in de letterlijke zin des woords"]

Mije, van der | 1281-1284

De Fremery no 228
Achternamenindex

lenen ten tijde van Floris V ± 1281: no 18) Gerardus de Mie in Niencoep, Gerardus en zijn broer Bartholomeus beleend met land, Madeland genoemd [onder Nieuwkoop], jaarlijks 8 tot 10 £, bij de Sidewinde tot aan de watering; no 19) Petrus filius Ermegardis een halve hoeve midden in het voorgaande land; no 23) Albertus Bartholomei [van der Mije] ambacht van Achtienhoven, oost: voren Bavekineboske te Arlendervene; en 70 acker "so dat hi in der hant hevet, so dat voert verleent hevet"; no 160) te Leyderdorp: Danekin van den Warde heer Rampenz van der Mie 7 £ in Craenbroec, 2 £ binnen der Mie, een tiendeken in den Oudencoep, 2 £ in Leyderdorp an erve

Zevender, van der | 1445-05-14

R.A.H. Coll Aanw 217 fol 25, 25v, 28v e.v., 205v, 216; no 218 fol 242v, 451; no 219 fol 44v, 117 Memorien Hof van Holland
Achternamenindex

Vrederick van der Zevender voert een proces met Henrick van Liesveld over de visserij Cochem; 1466-01-27: Vrederic heeft dit proces tegen de weduwe en erfgenamen van Henric van Liesveld over de visserij in de Lek tussen Schoonhoven en Oude Ammers gewonnen (1465-10-19, 1468-01-15: 238 fol 143); (fol 147) zaak tegen Jan van Siairts uitgesteld, 1468-02-03 (fol 211), 1468-02-10: zeer uitvoerig (fol 254), 1468-03-10 (fol 367v) hij eist 200£, 1468-03-15: stoort Claes de Moniale in het bezit van de door hem gepachte visserij bij Schoonhoven (fol 399v); 1469-03-19: jvr van Liesveld (fol 451v)

Hodenpijl, van | 1282-11<

De Fremery no 228
Achternamenindex

lenen ten tijde van Floris V: no 98) Didderic van Hoedenpil houdt in leen: - het ambacht van Hodenpijl en 66 morgen aldaar; - de tiende tussen de Hofdijk en het huis van Ghisekin van Ammer, waar hij placht te wonen; - 10 morgen land in die woninge die van Kerstans Nigers was in Maeslanderambacht; Jan van Overvoorde houdt in leen de tiende van Hodenpijl (10 £) die ligt in het gerecht van Didderic van Hodenpijl en in Jans van den Dorpe; no 103): - Jan Onner voert de tiende van Hodenpijl, 10 £, in het gerecht van Didderic van Hodenpijl, en in Jans gerecht van den Dorpe en in Maselanderambacht; in het ambacht van Maselant ten Hofdike: Arnout Arnouts Voitsz 4½ morgen

Hamersveld, van | 1476-04-20

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 230v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Lambert van Hamersfelt en jvr Dirck Petersdochter van Hamersfelt, vrouw van Elyaes van Weede, dragen op tbv Johan van Vlowijck en zijn vrouw Weyndelmoet, een stuk veen 8 ½ roede breed "ende voert op waert te b. [?]heden gelyck syn bueren aen beyden syden gelegen in Hezer Veen, streckende van dit veen dat Peter Ghijsbertsz erfgenamen toe behoort tot aen die meer toe ende niet verre soe die voers. Lambert en Johan van Vlowijck in voortijden daervan gescheiden zyn", belend west: het gasthuis te Amersfoort met Barthoud Reynersz, oost: Gysbert Henricsz en de broeders van St Jan te Amersfoort; vervolgens worden Johan en Wendelmoet hiermee beleend tot een onversterfelijk erfleen

mannen: Peter Albert Diersz, Evert van Heze

Eem, van der | 1439-03-01

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 132, 138v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Pelgrijm Goessensz van der Eme draagt op "den eigendom van 6 dachmaets lants in t gerecht van Bunscoten te Velde in den lande dat Goede Goedensz plach te wesen van den lande dat Ebbe Louwe en Gherbert Volkensz daerin hebben bi den dijck voert oestwaert opstreckende", belend zuid: Jacob Winmekensz kinderen, noord: land dat Gerijtsland geheten is; vervolgens wordt Pelgrim hiermee beleend; "Item dit heeft nu Jan Cibert ontfangen Pelgrim Goessenssone anno 1488"; 1441-04-02: beleend Hase Willem Cijbers wijf was, na dode van haar vader Pylgrim van der Eem; vervolgens draagt zij dit leen over tbv Jan Cijbert, die ermee beleend wordt

mannen: Gheryt Jansz, Jan van Amelenberge; 1441: Goessen van Voerde, Willem Lambertsz

Heteren, van | 1423-05-28~

Leenregister Culemborg fol 94, 95, 97, 98
Achternamenindex

leenregister Culemborg 1410~: 1423-08-01: - Alart uten Weerde de helft van 3 morgen land ende zijn vierdel van dye ander helft voert, belend boven: Conraet van Heteren, beneden: de hertog van Gelre, strekkende van de bandijk op aan half de Wijfdijck (fol 94v); - Willem van Heteren 4 morgen land in Ryswickermaelscap in het neerbroeck, strekkende van de Broeckstege aan Hoeswycskamp, zoals Willem van den Werve hield, belend boven: Johan Ottenz, Johan Zuermont, beneden: Gysbert van Vyanen van Beverweerde en Johan Doys (fol 95); 1423-07-28: - Johan Ottenz 4 morgen land in der maelschap [plaats niet genoemd], belend boven: Herman van Lewen Hermann, beneden: Willem van Heteren; - Jan Zuermont 14 hont land te Molderic, belend boven: de kerk van Buren, beneden: Willem van Heteren